dinsdag 27 november 2018

Filosofie als kinderspeelgoed

 Schopenhauer had er weinig vertrouwen in dat zijn Wereld als wil en voorstelling een onmiddellijk succes zou worden. Zijn boek was geen romannetje, zoals zijn moeder er schreef. In het voorwoord legt hij uit dat hij weliswaar het raadsel van het bestaan ontcijferd heeft, maar dat de lezer die ontcijfering pas zal kunnen begrijpen als hij eerst de doctoraatsthesis leest die eraan voorafgaat, daarna de hele filosofie van Kant nog eens doorneemt, en dáárna het boek zelf twéé keer leest.
     Als de lezer door dat voorwoord de moed verliest, en het goede geld betreurt dat hij eraan heeft uitgegeven, staat de filosoof klaar met een troostend woord. Je kunt zoveel méér doen met een boek dan het alleen maar te lezen, schrijft hij. Je kunt het mooi laten inbinden, in je boekenkast plaatsen, en het er af en toe eens uitnemen. Of je kunt het achteloos neerleggen op de theetafel van een geleerde vriendin. Of wat misschien nog het beste is, en dus ten zeerste aangeraden, je kunt er een recensie over schrijven.
     Ik vraag mij af wat de bewoner van Haus Schöne Aussicht 16 te Frankfurt am Main zou hebben gedacht van volgende jeugdherinnering. Aan het woord is Frances Cuthbert Thomas (1883-1980), de kleindochter van Herman Melville. ‘Ik mocht in de studeerkamer van mijn grootvader met alles spelen waar ik zin in had. Soms bouwde ik met de boeken huisjes op de vloer. Mijn voorkeur ging uit naar de deeltjes Schopenhauer. Ze waren niet te zwaar en ze hadden een mooie, bleekblauwe kleur.’
     Als ik straks mijn deeltjes Schopenhauer inbind – ik ga binnen achttien maanden op pensioen – neem ik daarvoor soepel Marokkaans leer van een lichtblauwe kleur. Voor als de kleinkinderen op bezoek komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten