dinsdag 29 oktober 2019

Grappige taalfouten

       Trotse moeders plaatsen wel eens verhaspelingen van hun kinderen op facebook. Daar zijn hele grappige bij. Maar als een volwassene zulke fouten maakt, wordt hij bespot. Men spreekt dan van een malapropisme. De burgemeester van Wervik wilde indertijd iets doen aan een gevaarlijke bocht in de stad. ‘Als je die bocht neemt,’ zei hij op de gemeenteraad, ‘kun je evengoed kyrie-eleison plegen.’ Hoon was zijn deel, vooral omdat de burgemeester niet bekend stond als kerkganger. Waarschijnlijk had hij gedacht aan hara-kiri. Hara-kiri, kyrie-eleison … het kan.
     Madame du Deffand (1696-1780) haalt zo’n grappig malapropisme aan in haar briefwisseling met Horace Walpole (1717-1797). Een jongeman had een betrekking als raadsheer gekocht in een rechtbank. Zoiets was toen mogelijk. Zekere dag werd hij opgeroepen voor een zaak. Het was de gewoonte dat het nieuwste raadslid als eerste zijn mening moest geven, wat met het wat zeldzame woord ‘opiner’ werd weergegeven. De voorzitter vroeg de jongeman: Eh bien, monsieur, qu’opinez-vous? – Moi, monsieur, je ne qu'opine pas, antwoordde de jongeman, ‘c'est à ces messieurs de qu'opiner; quand ils auront qu'opiné, je qu'opinerai après eux. Omdat hij het woord ‘opiner’ niet kende, maakte de jongeman dus een grammaticale fout. Hij interpreteerde een vraagwoordvraag als een ja-neevraag, met, zoals men zegt, alle gevolgen van dien.
     Zulke fouten kun je moeilijk vertalen, maar je kunt het altijd proberen. Misschien kun je de voorzitter aan de jongeman laten vragen hoe de zaak ‘beklonken’ moet worden. – Ik, mijnheer, ik wil niets beklonken, antwoordt de jongeman dan. Laat de anderen eerst beklonken, daarna zal ik ook beklonken.
     Soms is het evenwel heel gemakkelijk om een grammaticaal malapropisme te vertalen. In het album van Lucky Luke ‘Ruée sur l’Oklahoma’ (zie ook hier en hier) complotteert de slechterik van dienst, Coyotte Will, met de doodgraver en de redacteur van de plaatselijke krant, om burgemeester Dopey en Lucky Luke uit Boomville te verjagen. De redacteur schrijft een stuk waarin hij voortdurend het zeldzame woord ‘inique’ gebruikt in plaats van het gewone ‘injuste’ dat ook ‘onrechtvaardig’ betekent. ‘C’est un joli mot’, zegt de redacteur. ‘De plus, les citoyens ne le comprennent pas. Alors, il lui donnent la signification qu’ils veulent.’
     Het opzet slaagt. De burgers komen op straat met borden als ‘Chassons les iniques!’, ‘Dopey! Luke! Assez iniqué!’ en ‘Ce sont toujours les mêmes qui iniquent!’ Dit, terwijl het bijvoeglijk naamwoord ‘inique’ moeilijk kan worden omgezet in een zelfstandig naamwoord en zeker niet in een werkwoord.
     In de Nederlandse versie heeft men, na enige snuffelen in synoniemenwoordenboeken neem ik aan, voor het woord ‘partiaal’ gekozen, in plaats van het gewone woord ‘partijdig’.  ‘Weg met de partialen!’, staat er op de bordjes en: ‘Dopey! Luke! Genoeg gepartiaald!’ En ten slotte: ‘Het zijn altijd dezelfden die partialen.’
     Die laatste zin komt minstens een keer per maand bij mij op. Ik mompel die dan stilletjes voor mij uit.

1 opmerking: