dinsdag 11 november 2025

Wilfried Martens en het generatieverschil

      Enkele weken geleden heeft de vrouw van Bart De Wever, Veerle Hegge, een boek uitgebracht. Het ging over haar ziekte. De pers was natuurlijk geïnteresseerd in de weerslag van die ziekte op de regeringsonderhandelingen. Toen ik dat las, flitste een gedachte door mijn hoofd. De zoon van Wilfried Martens! In 1978 raakte die jongen zwaargewond bij een ongeval in Spanje, net toen zijn vader bij zware regeringsonderhandelingen betrokken was.
     Het was voorspelbaar dat Marc Reynebeau ook iets over Veerle Hegge te vertellen zou hebben. Op 24 september blokletterde De Standaard: ‘Een boek dat beter had verdiend.’ Ik wist meteen dat ik dat stuk niet zou lezen. Maar mijn aandacht werd getrokken door een tussenkopje: De zoon van Wilfried Martens. Zo is dat. Reynebeau en ik behoren tot dezelfde generatie. We hebben bij wijze van spreken dezelfde dingen meegemaakt, en dat geeft toch een aanvoelen van de recente geschiedenis die latere generaties ontberen.
     Laatst stootte ik mijn hoofd aan een stukje op vrt.nws. Het dateert van 10 oktober 2013 en is geschreven door Alexander Verstraete. Alexander schrijft: ‘Wilfried Martens leidde 11 regeringen tijdens zijn politieke loopbaan. Toch was het mogelijk zijn privéleven waarmee hij het meest in de kijker liep.’ Alexander en ik behoren niét tot dezelfde generatie.

3 opmerkingen:

  1. Zegt u hier nu dat u een stukje schrijft waarin u verwijst naar een stuk dat u niet eens leest? U weet zonder het te lezen wat erin wordt gezegd?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik weet niét wat er in dát stuk van Reynebeau staat. (Ik vermoed dat het zaken zijn die me niet erg interesseren, maar dat wéét ik dus niet). Ik heb wel de alinea over Wilfried Martens' zoon gelezen, daar een fout in ontdekt, maar daar verder over gezwegen omdat het niets met het thema van mijn stukje te maken had.

      Verwijderen
  2. Sorry, ik deed 'een pim fortuyntje', nml:
    Geïnterviewd door Walter Zinzen gaf deze laatste een commentaar op een programmatekst van P.F. waarvan Zinzen toegaf dat hij betreffende tekst niet had gelezen. Tja, voor één keer moest ik Fortuyn wel gelijk geven.

    BeantwoordenVerwijderen