Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

dinsdag 28 juli 2015

Liever gaan vissen

TeVe-blad is het goedkoopste magazine van Vlaanderen (€ 1,25) en wordt daarom geminacht door kapitaalkrachtige Humolezers. Het blad bevat een mooi overzichtelijk schema van alle belangrijke films en soaps (ook de Duitse!) van de hele week. Ook heeft het een rubriek ‘Mooi gezegd’ met  citaten van beroemde mensen. Dat zijn dan niet diepe denkers als Lao Tse en Thomas a Kempis, maar mensen uit de wereld van de media, zoals deze week de Amerikaanse filmacteur Clark Gable (1901-1960): “Als ik op alle avances van vrouwen was ingegaan … ik had geen tijd meer gehad om te gaan vissen.”


Oorspronkelijk geplaatst op 3 november 2014 


Poesjkins geslachtsziekte


   Uit de biografie van Poesjkin kunnen we leren hoe hoerenlopen de gezondheid kan schaden. Zekere keer wilde Poesjkin een prostituee bezoeken die op dat moment last had van een of andere geslachtsziekte. Ze wilde haar klant niet besmetten en weigerde de deur open te doen.
    Daardoor bleef de dichter buiten in de kou staan en liep hij een longontsteking op.
   Oorspronkelijk geplaatst op 30 oktober 2014




maandag 27 juli 2015

De kale keizer Carus

   Naar huidige maatstaven was de Britse geschiedschrijver Edward Gibbon (1737-1794) soms erg grof. “Keizer Philippus,” schrijft hij, “was van geboorte een Arabier en dus een rover”. En ergens anders: “De Germaanse vrouwen waren dapper, kuis en lelijk.”
   Wat hij goed kon, was een historisch personage neerzetten in één anekdote, zoals bijvoorbeeld Marcus Aurelius Carus, die keizer was van Rome van 282 tot 283 – het waren korte regeerperiodes in die tijd. Carus wou orde op zaken stellen in het Oosten. Hij leidde zijn troepen naar de grens met Perzië, sloeg kamp op en trof voorbereidingen voor de aanval. De Perzische koning werd ongerust en stuurde onderhandelaars naar het Romeinse legerkamp. Ze werden tot bij een oude soldaat geleid die op het gras zat met een bord erwten en spek voor zich. Die soldaat, dat was Carus. Hij keek de gezanten aan, nam zijn muts af en wees op zijn kale hoofd. Als de Perzen zich niet stante pede overgaven, zei hij, zou hun land er binnenkort net zo uitzien.
   Ja, ik hou nu eenmaal van verhalen over mutsen en hoofddeksels.

Oorspronkelijk geplaatst op 15 november 2014

Raoul en Hubert

   Op Knack.be verscheen vandaag namens de PVDA een artikel van Raoul Hedebouw over de nieuwe pensioenregeling. (Hedebouw … Hedebouw? Zou dat de zoon van Hubert zijn? Even opzoeken.) Het artikel werd al 277 keren geliket – sommige van die likers ken ik.
    Om een lang verhaal kort te maken: de PVDA is tegen de nieuwe pensioenregeling. Het artikel van Raoul (het is de zoon van Hubert!) geeft heel wat stof om te in beraad te nemen. Als we oud zijn, krijgen we vaak gezondheidsproblemen en dan is het niet fijn om te moeten gaan werken, zegt hij. En als de knarren maar blijven doorwerken, komen er dan niet minder jobs vrij voor de knullen? Goeie vraag.
   Maar met het pensioenplan van Raoul zelf heb ik het moeilijk. De PVDA wil 3 miljard halen uit een totale miljonairstaks van 8 miljard, 3 miljard uit bestrijding van fiscale fraude en een niet gespecificeerd bedrag uit – denk ik – hogere parafiscale lasten. De PVDA wil dus 11 miljard (plus een niet gespecificeerd bedrag) halen bij de rijken en daar meteen 6 miljard, dus meer dan de helft, van gebruiken om de huidige pensioenregeling te behouden en een klein beetje uit te breiden. Dan blijft er niet veel over voor al die andere mooie sociale projecten die de PVDA gerealiseerd wil zien.
   Of zie ik dat verkeerd? Ik zal het eens moeten vragen aan een strijdmakker van vroeger.
   Links: Hubert, rechts: Raoul

Oorspronkelijk geplaatst op 8 november 2014
 


  


Marktbederf

  Robert Bolt, de auteur van het beroemde toneelstuk A Man for All Seasons (1960), was op een bepaald ogenblik de best betaalde scenarioschrijver van Hollywood. Voor Ryan’s Daughter kreeg hij 400 000 dollar, in huidige termen ongeveer vijf miljoen. Nu had de Labour-regering – Bolt was een Brit –  de zaken zo geregeld dat iemand die 100 000 pond verdiende daar niet meer dan 14 377 pond van overhield.
   Bolt was natuurlijk een socialist, van de linkervleugel nog wel, maar hij verplaatste zich ook graag in een Rolls Royce, want zo’n wagen had airco. Hij moest dus de nodige maanden in het buitenland verblijven om onder het strenge fiscale regime van zijn vaderland uit te komen. Hart links, portefeuille rechts – tot daar het klassieke verhaal.
   Maar nu komt het. Een Italiaanse filmproducent benaderde Bolt om een bestaand scenario op te lappen. Voorzichtig stelde de producent een bedrag van 100 000 dollar voor, in de veronderstelling dat Bolt dan het dubbele zou vragen. ‘Mooi aanbod,’ zei Bolt, ‘maar voor het werk dat ik eraan zal hebben, lijkt 75 000 dollar mij een juister bedrag.’ Zoiets had die Italiaanse producent nog nooit meegemaakt en zou hij ook nooit meer meemaken.

Oorspronkelijk geplaatst op 31 oktober 2014

P.S.
Er is een soortgelijk verhaal bekend over R.L. Stevenson (1850 - 1894). De auteur van 'Treasure Island' en 'Dr. Jekyll & Mr. Hyde', kreeg van een New-Yorkse uitgever $ 8000 aangeboden om een vervolg te schrijven op zijn succesvolle roman 'Kidnapped'. Stevenson bloosde en mompelde dat geen van zijn boeken zoveel waard was.

  


zondag 26 juli 2015

Tante Jet


   Als er morgen op de betoging tegen de regering ook een delegatie hongerige leraren Nederlands meeloopt, dan hoop ik dat ze af en toe het oude strijdlied zullen aanheffen:


‘Ontwaakt! verworpenen der Aarde
Ontwaakt! verdoemd in hong'ren sfeer’

en verder

‘Makkers! Ten laatste male
Tot de strijd ons geschaard
De Internationale
Zal morgen  heersen op aard.

    Het is wel niet de beste tekst van  dichteres Henriette-Roland Holst (1869-1952), maar in het leerplan Nederlands, is er, vrees ik, niet veel plaats meer voor tante Jet,  tussen het leesportfolio, de literaire actua en de ‘semantiek van de zinsdelen’ door.
Oorspronkelijk geplaatst op 5 november 2014

Montaigne en ik


   De Franse schrijver Montaigne (1533-1592) leefde in een woelige tijd. Juist daarom wou hij zijn kasteel niet versterken met wallen en grachten. Dat zou alleen maar rovers en plunderaars aantrekken, dacht hij. Toch kreeg hij ooit een keer een bende plunderaars over de vloer. Montaigne deed zich dwazer voor dan hij was – dat doet hij in zijn boeken ook –, veinsde niet door te hebben wat die vreemdelingen van plan waren, bleef vriendelijk en ferm, en uiteindelijk verlieten de rovers zijn kasteel zonder iets mee te nemen.
   Op latere leeftijd werd Montaigne kouwelijk. Hij begon een mutsje te dragen, later een baret, nog later een bonnet en tenslotte een mutsje plus een dubbelgevoerde hoed. Zelf draag ik nu bij het fietsen een Fjällräven pet. En als er koude wind staat, gaan de oorkleppen naar beneden. Als het om een warm hoofd gaat, zitten Montaigne en ik op dezelfde lijn.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 8 november 2014

Lars Trier


   Lars Trier – hij voegde het aristocratische voorzetsel ‘von’ toe aan zijn naam, maar daar doen wij niet aan mee – , Lars Trier dus, werd in 1988 benaderd door de Deense televisie. Of hij een oud scenario van zijn landgenoot Carl Dreyer (1889-1968) wou verfilmen? Het verhaal van Medea? Dat wou Lars graag  want zijn vorige film had maar vijfduizend toeschouwers gelokt.

   Het filmen liep niet van een leien dakje. Lars, die niet helemaal goed bij zijn hoofd is, kreeg visioenen van Dreyer; de technicus verantwoordelijk voor de kleurcorrecties was kleurenblind; en een oude acteur, die nog met Dreyer gewerkt had, kon zijn tekst niet onthouden. Goede raad was duur. Lars begon te schrappen in de tekst van de vergeetkop. Een lange monoloog werd herleid tot één kreet: ‘Medea!’ Toen de camera zich dan richtte op de acteur zei die: ‘Euh verdomme, hoe heet ze ook weer?’ Ja, vergeetachtigheid, ik weet er alles van.
  Oorspronkelijk geplaatst op 6 november 2014