Onlangs probeerde ik aan Jan iets uit te leggen. Waarom las hij niet eens een keer een boek van Charles Dickens? Spannende verhalen, mysteries, sentiment, humor, alles, alles. En dan de typetjes: de arme wees, de booswicht, de hardvochtige schoolmeester, de strenge tante, de kletsgrage oude dame, de hebzuchtige bankier, de praatjesmaker, de zachtmoedige reus, de wijze raadgever …
Plots wist ik het: Harry Potter! Dat huishouden van de Wemels, dat is toch helemaal de gezelligheid van Dickens. Dickens was de kampioen van de gezelligheid. Zelfs de brave fabrieksarbeider in ‘Hard Times’ leidt een knus bestaan in een gezellig huisje tot zijn aan alcohol verslaafde vrouw weer opduikt.
In mijn ‘Norton Anthology of English Literature’ komt Dickens niet voor. Op de Wikipediapagina ‘Harry Potter – Influences and Analogues’ komen Aeschylos en Homeros ter sprake; Dickens amper. Ik denk dat ik weet waarom. Die Dickens zit zo ingebakken in de Engelse cultuur dat ze hem niet eens opmerken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten