Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

maandag 2 november 2015

Krantenkoppen

    Er staan vandaag twee artikels in de krant. Het ene staat op pagina zes en gaat over een grootschalige studie waarbij meer dan 350 000 leerlingen betrokken zijn. De kop luidt: ‘Hoeveel je ook blokt, vooral geslacht bepaalt of je slaagt.’ De helft van de meisjes, zegt het artikel, halen een diploma hoger onderwijs, tegen nog geen derde van de jongens. Dat zijn natuurlijk sterke cijfers op zich, maar nog sterker is die toegevoegde bijzin ‘hoeveel je ook blokt’. Als dat zo is, kunnen de meisjes het zonder gevaar wat rustiger aan doen – en de jongens ook, want het helpt toch niet.
     De vraag die ik mij daarbij stel is deze: hebben de onderzoekers het blokgedrag van die 350 000 leerlingen werkelijk nageplozen of heeft de journalist dat bijzinnetje er zomaar bijgeplaatst omdat het zo aardig klonk? De studie heeft volgens de krant gegevens in kaart gebracht zoals geslacht, nationaliteit, diploma van de ouders en ‘zelfs’ de gezinssamenstelling, maar het blokgedrag of de studie-ijver van de leerlingen, mannelijk of vrouwelijk, is daar niet bij.
     Ik heb geen 350 000 leerlingen onderzocht, maar misschien slagen die meisje vaker omdát ze meer blokken. Veel mensen die in het onderwijs staan zullen dat vermoeden bevestigen. En veel ouders die een zoon én een dochter hebben ook. – Ik heb overigens alleen een zoon, en ik mag niet klagen.
     Het andere artikel staat op pagina twee en heet ‘Kenniskloof’. Het is van hoofdredacteur Liesbeth van Impe en het bouwt voort op de eerder vermelde studie. ‘Wie ouders heeft met een diploma hoger onderwijs heeft vier keer meer kans om zelf een hoger diploma te halen.’ Nu, dat slimme kinderen van slimme universitairen het aan de universiteit ook goed doen, zullen veel lezers niet zo opmerkenswaard vinden. Dus voegt Liesbeth er nog iets aan toe dat wél opmerkenswaard is. Die ongelijke uitkomst treedt op, schrijft ze, ‘ongeacht de eigen talenten’ van de kinderen. Van twee groepen met gelijke talenten is er een groep die VIER KEER MEER kansen krijgt dan de andere. Dat is inderdaad opzienbarend nieuws.
     Maar dan heb ik weer dezelfde vraag: heeft men die ‘eigen talenten’ wel onderzocht? Zijn er van die 350 000 leerlingen op grote schaal IQ-testen of andere bekwaamheidsproeven afgenomen?  Ik geloof het niet. Ik denk dat die gelijke talenten een veronderstelling zijn van Liesbeth – een veronderstelling die ze dan samenvoegt met gegevens die wél onderzocht zijn. Dat is niet netjes. Facts are sacred and comments are free but please, please, keep them separated.


Oorspronkelijk geplaatst op 5 juni

Geen opmerkingen:

Een reactie posten