Het waren erg dikke boeken, meest in het Engels. Jan keek vaag beteuterd toen hij ‘Becker’s World of the Cell’ in de hand nam: negenhonderd bladzijden, twee tekstkolommen per bladzijde – en de prentjes, dat kan ik u wel vertellen, waren niet als versiering aangebracht. Het boek woog bijna twee kilogram.
Gelukkig kon ik Jan geruststellen. Zo’n boek was meer een naslagwerk, waar de studenten elk jaar een paar hoofdstukken van tot zich zouden nemen. Dat hadden we in de Romanistiek ook gehad: de ‘Evolution de la langue française’ van prof. dr. Von Wartburg. Daar moesten we elk jaar een paar hoofdstukken van kennen. Op het examen volgde professor Messelaer met zijn vinger de tekst terwijl wij ons lesje opdreunden over het Keltisch substraat, de kenmerken van het Picardisch en de invloed van 1789 op de Franse uitspraak*. Ja, dat moesten we allemaal kennen, maar niet alles tegelijk in één jaar natuurlijk. Dat zou met ‘Becker’s World’ wel niet anders zijn.
Ik had me vergist. In de Wetenschappen gaat het anders toe dan in de Letteren. Die ‘Beckers World’ moest gekend zijn, niet aan het einde van het eerste jaar, maar aan het einde van het eerste semester. Twee hoogleraren zouden daar elke week een aantal uur uitleg over geven, en dan zouden daar in januari examens van worden afgenomen.
Nu mag ‘Becker’s World’ weer de kast in. Die examens zijn ondertussen met goed gevolg afgelegd. Jan is een flinke jongen.
* ‘Vive le rwè’ werd ‘à bas
le rwa’ - met een huig-r.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten