Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zaterdag 5 maart 2016

Het loon van een loods

In bovenstaand album raakt Lucky Luke goed
bevriend met de praatgrage loods van de boot
 Als een schip één onzer havens wil binnen- of buitenvaren, moet een loods het stuur overnemen. Een gewone kapitein of stuurman mag dat niet zelf doen, want ’t is een heel secuur werkje. Een paar centimeter te veel naar links of naar rechts en je hebt een economische en ecologische ramp in één. Die schepen zijn immers enorm en de maneuvreerruimte is beperkt. Maar de loodsen weten van wanten. ’t Zijn geleerde mannen, met een ‘master’ in de nautische wetenschappen, maar ’t zijn vooral ook echte zeemannen, vergroeid met het stuurwiel en met een jarenlange ervaring als kapitein ter lange omvaart – want anders moet je er niet aan beginnen.
     En die mannen hebben van de week gestaakt. Ze wilden een bijkomende toeslag voor het loodsen van schepen langer dan 366 meter. Dat was een slimme eis, want de schepen worden almaar langer, en er zijn almaar meer schepen van meer dan 366 meter lang.  Die nieuwe lange-botentoeslag komt, zo lazen we in de krant, bovenop een loon dat ongeveer 7000 euro netto bedraagt.
     7000 euro – is dat veel? De juiste prijs van goederen en diensten kent God alleen – dat wisten de denkers van Salamanca al in de zestiende eeuw – maar God is zwijgzaam in zaken van geld. Ik ben dan maar ten rade gegaan bij de Amerikaanse schrijver Mark Twain (1835-1910) die graag en veel over geld sprak. Mark Twain is enige tijd zelf loods geweest op zo’n raderboot waar men vroeger de Mississippi mee bevoer, en nu een kanaaltje in Disneyland. Mark Twain is overigens een schuilnaam –  ‘merkteken twee’ – wat verwijst naar de veilige vaarwaterdiepte op de Mississippi.  Die raderboten op de Mississippi waren niet zo groot als de tankers  die nu aanleggen in onze havens, maar zo’n vaartuig loodsen was toch ook een secuur werkje. De Mississippi was een veranderlijke en verraderlijke rivier, met ondiepe plekken, wassend en krimpend water, en talloze bochten en kronkels die een loods allemaal uit het hoofd moest kennen.
      ‘In die tijden van belachelijke lonen,’ schrijft Twain, ‘kregen loodsen een vorstelijk salaris tussen de honderdvijftig en de tweehonderdvijftig dollar per maand, naast kost en inwoon. Twee maandlonen waren genoeg om het jaarlijkse salaris van een priester te betalen.’
     Rond de 200 dollar – is dàt veel? Mark Twain  schreef over de loodsenlonen rond 1855. Toen kocht je voor een dollar heel wat meer dan nu. Maar je kunt zulke getallen makkelijk omrekenen, bijvoorbeeld met Tom’s Inflation Calculator (hier). Omgerekend naar prijzen van 2016 verdiende zo’n loods 7 307 dollar of, alweer omgerekend, 6 937 euro per maand. Dat bedrag komt aardig in de buurt van de 7000 euro van ónze loodsen. Hopelijk zal de nieuwe toeslag de mooie geschiedkundige overeenkomst niet verstoren.

5 opmerkingen:

  1. Loods wordt je alleen na een carrière als zeekapitein en bijkomende scholing-heb ik me laten vertellen-dus sukkelaars zullen het wel niet zijn en als je het wil vergelijken met die sukkels in het parlement mogen die loodsen gerust wat meer verdienen.1 schip laten stranden zal wel miljoenen schade aanrichten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat is allemaal niet toevallig denk ik, er zijn nog prijzen die door de eeuwen heen hetzelfde blijven in koopkracht. Zo zou een bezoek aan de hoeren altijd al ongeveer een dagloon gekost hebben. ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Als dierenarts zou ik misschien een toeslag kunnen vragen om honden te behandelen boven de 50 kg. Inderdaad om zo'n kolos op een tafel te leggen (geanesthesieerd) moet je met 2 zijn: dus bijkomende kosten. Vanaf nu: alle tarieven à la carte !

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De goedpraterij voert weer overal hoogtij..

    BeantwoordenVerwijderen