Dat kwam zo. Het rijk van de Avaren paalde aan dat van Byzantijnen. De leider der Avaren, de Khan, zond zijn strijders uit om Byzantijns gebied binnen te vallen, de inwoners te vermoorden, de huizen af te branden en de rijkdommen te stelen. De Byzantijnen vonden dat even vervelend als de Avaren het fijn vonden, maar zelfs die laatsten verloren op de duur hun geestdrift. Alles gaat vervelen als je het te vaak doet. Er kwam dus een bestand tussen de twee partijen, waarbij bepaald werd dat het binnenvallen, vermoorden en afbranden zou worden overgeslagen en dat de rijkdommen rechtstreeks zouden worden overgeheveld van het ene rijk naar het andere, zonder al die moeizame tussenstappen. Door die brandschatting op geregelde tijden te herhalen, verzamelde de Khan de grootste schat ter wereld.
We willen allemaal graag steenrijk zijn, maar als we eenmaal zover zijn, is het weer niet goed. ‘To be thus, is nothing,’ verzuchtte de Khan, ‘but to be safely thus!’ De schat moest veilig worden opgeborgen. Daartoe liet de Khan rond de schat een vesting bouwen, de Ring, met negen concentrische muren om de vijand buiten te houden. Nu weet iedereen die de Roman van Walewein gelezen heeft, dat ook een vesting met negen concentrische muren kan worden genomen door iemand die dat heel graag wil, en dat gebeurde ook met de vesting van de Avaren.
Karloman, die ondertussen Pepijn heette, wat jammer was, maar de naam was vrijgekomen toen de Bultenaar opgesloten werd – Pepijn dus, belegerde de vesting, bestormde de negen muren, joeg de Avaren over de kling, en nam de schat mee naar Frankenland. Van de Avaren is nooit meer iets vernomen. Het Russisch heeft, naar het schijnt, een spreekwoord dat luidt: ‘verdwijnen zoals de Avaren’.
Veel voordeel heeft Frankenland van de schat niet gehad, want je kunt een land niet rijk maken door goud aan te slepen of geld bij te drukken of de centrale bank obligaties te laten opkopen. In Frankenland was door de roofoverval wel meer goud aanwezig, maar tegelijk werd alles duurder – de ossen, de ossenwagens en de beenwindsels. De economen aan het hof van Karel de Grote – Keynsianen, monetaristen en Oostenrijkers – konden het niet eens worden over de oorzaken van die inflatie.
Zeer goede schets, spitsvondig geschreven...
BeantwoordenVerwijderen