Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zaterdag 2 juli 2016

Examenresultaten meedelen – hoe hoort het eigenlijk?

Godfried Bomans 1913-1971
     Het goede nieuws van Jan zijn examens bereikte ons ongeveer gelijktijdig met het slechte nieuws van de Duivels tegen Wales, waardoor, alles bij elkaar genomen, het universum in evenwicht bleef. Toch was er ook met die examens iets mis, en met name met de manier waarop de uitkomst ervan werd meegedeeld. Dat gebeurde namelijk langs het elektronische netwerk van de Katholieke Universiteit van Leuven– een netwerk dat, geloof ik, Toledo heet. De studenten kunnen  vanaf een afgesproken ogenblik, hun computer op dat netwerk aansluiten en hun punten raadplegen. Met een I- of smartphone wil dat naar het schijnt niet zo goed lukken.
     De voordelen van zo’n werkwijze springen in het oog. De student kan zijn punten bekijken van bij hem thuis, of, als hij buitenlands is, op elke hotelkamer met goeie wifi. ’t Is zeker efficiënt, wat van onze Duivels niet altijd kan worden gezegd, maar ’t mist de ernst en de plechtstatigheid van vroeger.
     Want hoe ging dat in mijn tijd? De studenten werden ergens eind juni samengebracht in een grote zaal. Na enige tijd kwamen de hoogleraren de zaal binnen en zij stelden zich op in een rij, vooraan in de zaal, en wel zo dat zij de studenten aankeken. Dan trad de voorzitter van de examencommissie naar voren. In mijn tweede kandidatuur was dat de kleine professor Angelet. Studenten in de achterste rijen moesten hun hals rekken om de professor te kunnen zien. Professor Angelet rekte trouwens ook zijn hals, maar dat deed hij altijd – om er iets groter uit te zien. En dan werden de namen afgeroepen, eerst die met grootste of grote onderscheiding, dan die met onderscheiding, dan die met voldoening en tenslotte degenen die niet geslaagd waren. Een tweede professor las mee, zodat er geen vergissingen konden gebeuren. Dat was belangrijk omdat, zo beweerde men, de afroeping ‘performatief’ was  als een student eenmaal als ‘geslaagd’ was afgeroepen, kon die titel achteraf niet meer worden afgenomen. Ik heb tenminste ooit zoiets gehoord.
     Eigenlijk was ook die gemeenschappelijke proclamatie niet de goede manier. Hoe het wel moet – examen én bekendmaking der resultaten –  staat beschreven in een der laatste hoofdstukken van Godfried Bomans’ onsterfelijke jeugdwerkje Pieter Bas. Eerst krijgt de student een persoonlijke uitnodiging per brief om voor de examencommissie te verschijnen. De afgesproken dag klopt hij aan en hij wordt binnengelaten in een zaaltje waar al zijn professoren achter een tafel zitten. De ene na de andere stelt een vraag over zijn vakgebied waarop de student het antwoord geeft of schuldig blijft. Daarna wordt de student verzocht even het zaaltje te verlaten zodat de professoren zich kunnen beraden. Tenslotte wordt de student weer binnengeroepen en neemt een der hooggeleerden het woord. Misschien is het Schuit van metabolisme, of Herijgers van anatomie of wie weet Bollen zelf van celbio 1 – we mogen niets uitsluiten. ‘Meneer Bas – ik bedoel – mijnheer Clerick,’ zegt Bollen dan, ‘het is ons een genoegen u dit document te kunnen overhandigen. U maakte in de aanvang een enigszins zonderlinge indruk, doch gaandeweg herstelde u zich dermate dat we geen bezwaar zien u dit getuigschrift te doen toekomen. Wij hebben zelfs gemeend op de daarvoor bestemde plaats “cum laude” te moeten invullen’.
     Zo zou het moeten gaan – maar zoals het nu is, mogen we ook niet klagen.

5 opmerkingen:

  1. Philippe, ik begrijp je waardering voor Karel vh Reve wel. Maar dat mag je niet beletten om zijn fouten te verbeteren, zeker als je zijn woorden zo prominent onder je kopje in je blog vermeldt: hals-starrigheid. (Ik moet hier eerlijkheidshalve aan toevoegen dat het mij altijd een duivels plezier doet wanneer ik iemand van het onderwijzerskorps kan corrigeren. Daar kan ik niet aan weerstaan, zelfs niet wanneer ik verwacht dat het zich ooit tegen mij zal keren.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik word graag verbeterd, ook als dat door mijn leerlingen gebeurt. Toen ik begon les te geven loofde ik 20 frank uit voor iedere fout die een leerling als eerste signaleerde. Ik ben met dat systeem snel gestopt, vanwege evidente redenen. En 'halsstarrig' - inderdaad. Ik verbeter het meteen.

      Verwijderen
  2. :-) (Dat zo´n afroeping performatief is, heb ik ook ooit gehoord...)

    BeantwoordenVerwijderen