Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

vrijdag 23 september 2016

Het Nieuwsblad doet het wéér

     Nu heb ik mij twee dagen geleden binnenste buiten geplooid om aan die mensen van Het Nieuwsblad het verschil uit te leggen tussen een commentaar en een bericht (hier)*. Ik heb hen toen speciaal gewezen op het gevaarlijke woordje ‘blijkbaar’ dat als een rood oplichtend alarmlicht aangeeft dat een ‘eigen mening’ eraan komt. En die ‘eigen mening’ hoort niet thuis in een bericht – want dat hoort een feitelijk verslag te zijn. En wat lees ik in Het Nieuwsblad van donderdag, overigens alweer over de zaak Vuye?
     “Toen Groen-parlementslid Hermes Sanctorum drie weken geleden nog uit zijn partij stapte, kreeg hij vooral vanuit nva-hoek veel positieve reacties voor deze ‘moedige beslissing’ en voor zijn ‘rechtlijnigheid’. Voor de eigen partijgenoten gelden blijkbaar andere standaarden.”
     ’t Is weer Lesaffer die aan het artikel geschreven heeft en het is weer in de laatste alinea dat hij toeslaat. Misschien heeft hij op school geleerd dat je in de laatste alinea ‘je eigen mening moet geven’.
     Ter verschoning van Het Nieuwsblad moet ik toegeven dat ik mijn stukje pas rond middernacht geplaatst heb. Toen Lesaffer het onder ogen kreeg, was zijn stuk wellicht al doorgestuurd en waren de drukkers het al aan het drukken. Ik stel me voor dat de journalist nog even getwijfeld heeft of hij niet naar Groot-Bijgaarden zou rijden om de werklui in blauwe overals toe te roepen: ‘Stop de persen’, waarna hij alsnog het woord ‘blijkbaar’ kon schrappen. Maar hij zal beseft hebben dat je zo’n melodramatisch gebaar maar ééns in je loopbaan kunt bovenhalen en dat je het dus beter bewaart voor als zich een nóg groter crisismoment dan de zaak Vuye aandient.
     Ofwel – dat kan ook – heeft hij mijn stuk aandachtig gelezen en gemerkt dat ik vooral de speculatieve connotatie van ‘blijkbaar’ in het vizier nam. Met een triomfantelijk lachje stelde hij vast dat die connotatie dit keer in zijn stuk ontbrak en daarmee was voor hem de kous af.
     Mocht Lesaffer dat gedacht hebben, dan had hij op dat eerste punt gelijk. Dit keer gebruikt hij de schampere ‘blijkbaar’, zoals in ‘Piet heeft blijkbaar  zijn boek weer vergeten.’
     Je zou tegen Lesaffer kunnen inbrengen dat het erg onredelijk is om van nva-ers te eisen dat ze op dezelfde manier reageren wanneer een lid van een vijandige partij opstapt, dan wel wanneer een lid van hun eigen partij opstapt. Zo zou het van mijn kant ook erg onredelijk zijn als ik erop wees dat Het Nieuwsblad heel anders is omgegaan met de zaak Sanctorum dan met de zaak Vuye. De zaak Sanctorum is in Het Nieuwsblad maar in twee artikels vernoemd, en een van die twee keren was in het hierboven aangehaalde stuk dat eigenlijk over Vuye ging.

     Maar daar gaat het mij niet om. Met onredelijkheid heb ik geen probleem. In polemiek kun je er iets moois mee doen, net als met opmerkingen over de grote neus van je tegenstander. Je kunt die dingen gebruiken als stijlfiguur. Maar zulke stijlfiguren – ja lezer, ik weet het, mijn verhaal wordt eentonig – horen thuis in de commentaarstukken, en niet in de berichten.
     Een van de vermakelijke personages in de animatiereeks The Simpsons is de televisieverslaggever Kent Brockman. Die zegt voor de camera dingen als: ‘At the risk of editorialising**, these women are guilty and must be dealt with in a harsh and brutal manner.’ Brockman overtreedt daarmee alle regels van de journalistieke plichtenleer, maar zijn ‘at the risk of editorialising’ bewijst dat hij naar een goede school is geweest waar het verschil tussen bericht en commentaar op klassieke wijze onderwezen werd.

* In een ander stukje heb ik ooit mijn best gedaan om het verschil tussen een feit en een mening uit te leggen (hier).
**Ik heb veel moeite om dat woord – ‘editorialising’ – uitgesproken te krijgen. Zelfs in mijn hoofd, zonder mijn lippen te bewegen, lukt het amper.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten