Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zondag 23 april 2017

Vriend Wouter in de Bakkerskrant

     Als ik op zondag verse broodjes haal bij de bakker, krijg ik er gratis een krant bij die De Zondag heet. Daar staat dan een interview in met Zuhal Demir of Bart De Wever, en de week erop lees ik in andere kranten commentaar op dat interview. Deze week was het de beurt aan Wouter De Vriendt (Groen).
     Wouter, lees ik, draagt een mooi pak, komt uit Oostende en zou graag burgemeester worden van die stad. Dat is mooi. Zoals mijn buurman zegt: je moet in het leven iets hebben om van te dromen. Als defensiespecialist is Wouter tegen de vervanging van onze gevechtsvliegtuigen. Dat doet mij denken aan de oude anarchistische slogan: Geen nieuwe bommen zolang de oude niet opgebruikt zijn! Maar misschien heeft Wouter gelijk en hebben wij inderdaad te veel van die dure vliegtuigen. Ik weet het niet.
     Onze vriend heeft ook een standpunt over de vluchtelingen in ons land. Hij wil er meer, ‘maar zonder te overdrijven’. Syrische vluchtelingen beter opvangen in eigen regio – Libanon, Jordanië, Turkije – vindt hij geen oplossing want “vandaag wordt al 95 procent van alle vluchtelingen in eigen regio opgevangen”. Dat vind ik een raar argument. Waarom is die 95 procent nu een reden om opvang in eigen regio te verwerpen? Je zou denken dat het omgekeerd is. Dat net omdat 95 procent van de vluchtelingen in miserabele kampen in eigen regio verblijft, we 95 procent van ons vluchtelingenbudget naar die kampen moeten sturen om ze wat minder miserabel te maken. Heb ik iets gemist?
     Aangezien het toch over vluchtelingen gaat, wil Wouter nog iets kwijt over Theo Francken. Francken wekt ten onrechte de indruk, zegt hij, dat ‘België overspoeld wordt door vluchtelingen’. Daar stelt onze groene jongen één cijfer tegenover: ‘Ons land heeft op twee jaar tijd 25 000 vluchtelingen erkend. Dat is 0,25 procent van de bevolking.’
     Is 25 000 veel? Dat soort vragen stelde Jan altijd toen hij nog heel klein was. Is duizend veel? Is tienduizend veel? Is honderdduizend veel? Ik antwoordde dan altijd: dat hangt ervan af. Misschien moet ik dat nu ook zeggen: dat hangt ervan af. Er zijn zoveel omstandigheden waar je rekening mee moet houden. Er is zoveel dat onzeker is. Eén ding is wel zeker: met zijn 25 000 heeft Wouter het kleinst mogelijke cijfer gekozen dat voorhanden was, namelijk: dat van het aantal asielzoekers dat nu al een erkenning heeft gekregen. Je kunt ook andere cijfers geven voor die twee jaar:
Of, in breder verband
     Al die cijfers hebben hun nadelen. Een kleine helft van de 65 000 asielaanvragers bijvoorbeeld zal niet worden goedgekeurd. Dan is Wouter streng: ‘Wie geen recht heeft op asiel moet terug.’ Maar ik geloof niet dat die aanvragers dat ook zo zien. Misschien hebben ze het interview met Wouter niet eens gelezen en blijven ze gewoon hier, zonder papieren.
     Wat ik mooi vind aan Wouter is zijn openheid. Je moet over andere partijen ook eens wat positiefs vertellen, zegt hij. Goed. Dan zal ik eens iets positiefs vertellen over Wouter.  Wouter vindt dat er teveel bullebakken in de politiek zitten. Hij bedoelt niet Kristof Calvo maar mensen als Zuhal Demir en Liesbeth Homans. Die moeten eruit. En hij ondersteunt zijn standpunt met een aardige vergelijking: ‘Wie in de klas te veel lawaai maakt, wordt eruit gezet.’
     Met dat laatste ben ik helemaal eens.

(Dit stukje verscheen ook op De Bron.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten