Maar waarom maakt men het altijd zo moeilijk? Ik doe het zo. In de woonkamer komen de mooie bandjes. Dan hebben we er plezier aan terwijl we aan het eten zijn.* In de studeerkamer komen de boeken die ik soms nodig heb als ik iets uitwerk voor mijn lessen, en ook de grotere boeken omdat daar een kast staat met verstelbare leggers. In de gang komen de boeken die te groot zijn voor de kast in de woonkamer, maar te klein om daarvoor de verstelbare leggers in te schakelen. Op de verdieping komen de boeken van Jan.
Natuurlijk moet ook rekening worden gehouden met de taal van het boek: Nederlands, of een of andere vreemde taal, of geschreven in een vreemde taal maar vertaald naar het Nederlands. Dat kunnen we niet zomaar door elkaar gooien. We moeten redelijk blijven. Ook heb ik graag een scheiding tussen poëzie, fictie en non-fictie. De weinige toneelstukken die we bezitten moeten daartussen maar ergens een plaatsje vinden, al naar gelang ze een mooi bandje hebben, groot of klein zijn, bruikbaar zijn voor mijn schoolwerk, of aan Jan toebehoren.
Omdat mijn vrouw en ik het goed met elkaar kunnen vinden, is er geen bezwaar tegen dat onze boeken door elkaar staan, althans wat fictie betreft. Voor non-fictie gaat dat niet, dat begrijp je wel. Non-fictie moet trouwens ook wat verder worden opgedeeld: politiek, geschiedenis, filosofie, koken – waardoor je al snel een kleine onderafdeling hebt die gewijd is aan de politiek-filosofische geschiedenis van het koken. En biografie komt natuurlijk apart want ik lees dat graag. Maar biografieën van politieke persoonlijkheden komen onder politiek, dat spreekt. En als het om levende politieke persoonlijkheden gaat, zet ik ze bij actualiteit.
Als het enigszins kan is het beter de boeken van dezelfde auteur wat te groeperen, maar heel strikt ben ik daarin niet. Ik heb een mooi anderhalf plankje Elsschotiana, maar sommige werkjes moeten omwille van het formaat, het lelijke omslag, of de onzin die erin staat ergens anders een onderkomen vinden.
Je hebt gemerkt dat ik nog niets over de kleur van het omslag heb gezegd. Ik ben daar breed in. Ruggetjes in zwart, groen of bruin leer mogen gerust naast elkaar op de plank. Met rood leer heb ik het wat moeilijker. Die hou ik liever wat afgezonderd. Voor materialen ben ik nog verdraagzamer. Waarom zouden linnen, leer en fatsoenlijk kunstleer gescheiden moeten worden als de kleuren samengaan? Apartheid is niet meer van deze tijd. Alhoewel ik nu ook weer geen papieren ruggen tussen die andere ga flikkeren.
Er is eigenlijk maar één regel waar ik streng in ben, twee eigenlijk. De eerste is dat ik geen ronde en platte ruggen door elkaar wil. Ik begrijp eigenlijk helemaal niet dat iemand op het idee gekomen is om boeken met platte ruggen uit te geven. Een boek met een platte rug ziet er uit als een stuk plank. Vroeger was dat een tijdelijke staat waarin een boek verkeerde voor het door een bekwame boekbinder onder handen werd genomen.
En mijn tweede strenge regel betreft de richting van de rugopdruk. Die richting is anders bij Nederlandse en Engelse boeken enerzijds, en Franse, Duitse en Spaanse anderzijds. Een Nederlands of Engels boek moet je op tafel met de bovenkant naar boven leggen om rugtitel te kunnen lezen. Bij een Frans, Duits of Spaans boek moet je de onderkant van het boek naar boven leggen om hetzelfde resultaat te krijgen. Je zou nu kunnen zeggen: dat probleem lost zich vanzelf op als je de boeken per taal groepeert. Was dat maar waar. Er bstaan immers Nederlandse, Engelse, Franse, Duitse en Spaanse uitgevers die niet op de hoogte zijn van hun eigen druktradities. Ik heb een alleraardigste reeks van Jane Austen-boekjes, maar de rugopdruk is volgt de Franse regel. Moet ik nu die door-en-door Engelse Tante Jane bij mijn Franse boeken onderbrengen?
Die hele opdrukkwestie is des te pijnlijker omdat ze zo verdomd onnodig is. Waarom plaatst men die opdruk niet gewoon dwars, zoals men dat in vroeger en beschaafder tijden deed, zodat de titel leesbaar is als het boek rechtstaat. Dan is er geen probleem meer van Nederlands en Frans en Duits. En dan kun je de titels in een boekenkast lezen zonder je hals krom te trekken. Bij sommige hele dunne poëzieboekjes begrijp ik nog dat de rug geen plaats heeft voor een mooie dwarse titel. Zo’n titel moet dan wel evenwijdig met het boekplat worden gedrukt. Maar ik heb in mijn kast een boek van Borges van wel acht centimeter dik. Zo ergens dan toch daar had men die titel dwars en in grote letters op de rug kunnen plaatsen. Maar neen, ’t boek heeft een Spaanse opdrukrichting, terwijl een boek van Unamuno, dat nog niet half zo dik is, een mooie dwarse opdruk heeft. Kan ik die twee boeken dan naast elkaar zetten op de plank?
Maar ik dwaal af. Wat ik zeggen wou, was dat een boekenklasseersysteem helemaal niet zo ingewikkeld hoeft te zijn. Laatst had ik Het proces van Kafka nodig. Eerst dacht ik even aan de studeerkamer omdat ik het boekje in mijn lessen ter sprake breng. Maar mijn dwaling was van korte duur. Vertaald, fictie – hoop ik –, mooi bandje, donkerblauw, rond rugje, klein formaat, dwarse opdruk … dat moet in de woonkamerkast te vinden zijn, bovenste plank links, naast een paar bleekblauwe bandjes van P.G. Wodehouse.
En jawel hoor.
* Je kunt ook kiezen voor behangpapier dat een boekenkast voorstelt, zoals op het plaatje hierboven.
En dan nog alle boeken die je niet meer geplaatst krijgt wegens plaatstekort ...? “A library is like an island in the middle of a vast sea of ignorance, particularly if the library is very tall and the surrounding area has been flooded.”
BeantwoordenVerwijderen― Daniel Handler
Hilarisch @
BeantwoordenVerwijderenHilarisch @
BeantwoordenVerwijderenHilarisch @
BeantwoordenVerwijderenPas op voor boekenwormen
BeantwoordenVerwijderenJe kan blijven opdelen ad infinitum. Is dat wel nodig? Vind je dan juist dat ene boek sneller terug? Hopelijk...
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen