Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zondag 9 september 2018

S&V-infiltratie in N-VA

     N-VA heeft begrijpelijkerwijze nogal fel gereageerd op de S&V-rel. Stevige uitspraken van De Wever, Francken en Demir: ‘opkuisen’, ‘afgrijselijk’, ‘mensonterend’, ‘heel sterk veroordelen’, ‘gevaarlijk’. Hart, nieren en ondergoed worden geschouwd van al wie binnen de partij ooit in de verte iets met S&V te maken heeft gehad. Kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen worden van de lijst geschrapt. Er wordt een streep getrokken in het zand. ‘Een lidmaatschap van Jong-N-VA en N-VA is niet verenigbaar met het lidmaatschap van S&V,’ zegt Tomas Roggeman in Het Nieuwsblad. Mij doet dat denken aan het ‘Congres van de onverenigbaarheden’ van 1964, toen de Belgische Socialistische Partij zich zuiverde van ultra-linksen en federalisten.
     Door die felle reactie wordt het moeilijk om N-VA nog geloofwaardig in verband te brengen met S&V. Je kunt erop wijzen dat ze allebei Vlaams-nationalistisch zijn, maar de meeste Vlamingen vinden Vlaams-nationalisme een aanvaardbare politieke stroming, zoals liberalisme, socialisme, ecologisme en christen-democratie dat ook zijn. Wouter Beke en Alexander Decroo zien een verband tussen de ‘ruwe’ of ‘deshumaniserende’ uitspraken van N-VA’er Francken en het extremisme van S&V. Je zou haast geloven dat er binnenkort verkiezingen zijn. En het zijn dan altijd dezelfde twee of drie tweets die worden geciteerd: die over het  ‘opkuisen’ van het Sint-Maximiliaanpark’ en die over ‘Arabische jongeren en stenen …’ Over die eerste uitspraak heb ik al iets geschreven. Van die tweede heb ik pas onlangs begrepen dat ermee verwezen werd naar de Palestijnse Intifada-toestanden. Maar de tweet blijft een verregaande veralgemening, en daar moet je mee oppassen.
     Zulke redeneringen waarbij de ene zaak (een tweet van Francken) langs allerlei tussenstappen aanleiding geeft tot een andere zaak (het ontstaan van een extreem-rechtse organisatie) noemen we een hellend vlak. Meestal zit daar iets van waarheid in, maar dat iets stelt meestal niet zo heel veel voor. Anders moet je al snel alle socialisten verantwoordelijk stellen voor rode terreurdaden, alle katholieken voor de IRA-aanslagen van vroeger, en alle moslims voor de islamistische terreur van nu. Wie vurig pleit voor een betere behandeling van dieren is dan enigszins aansprakelijk als er morgen een bom ontploft in een farmaceutisch bedrijf waar dierenproeven plaatsvinden.
     Wie een hellend-vlakredenering aanwendt, speculeert over een reeks causale verbanden. Dat mag. Ik doe het voortdurend. Het komt er dan op aan een beetje kritisch te blijven voor je eigen speculaties. Je moet af en toe een stapje achteruitzetten en met de ogen half dichtgeknepen de eigen constructie eens opnieuw bekijken.
     Iemand die dat niet vaak doet is, geloof ik, Peter Mijlemans.
     In Het Nieuwsblad van vrijdag 7 september stelt Peter zich de volgende vraag: ‘Waarom is N-VA zo geliefd bij leden van Schild en Vrienden?’ Dat is een redelijke vraag, die hij zelf retorisch beantwoordt met een reeks andere vragen. ‘Is het louter het kiezen voor de grootste partij? Of de manier van communiceren van kopstukken? Of is het de polarisatie die de partij als strategie durft uit te spelen?’ En Peter besluit: ‘Het zijn vragen waarop enkel N-VA een echt antwoord kan geven.’
     Maar Peter toch. Hoe kan N-VA dat nu weten? En dan nog ‘enkel N-VA’? Het zijn enkel de mensen van  S&V die daar een ‘echt antwoord’ op kunnen geven. En de mogelijke antwoorden die Peter suggereert hebben ook al niet veel om het lijf. De grootste partij? Dat kan nooit de enige reden zijn. De manier van communiceren? Sinds de Pano-uitzending weten we dat S&V zelf een heel ándere ‘manier van communiceren’ hanteert. En wat dat ‘polariseren’ betreft, wat dat ook moge betekenen, het zal in elk geval iets anders zijn voor N-VA dan voor S&V.
     Mag ik vanuit mijn extreem-linkse verleden een ander antwoord voorstellen? Leden van S&V sluiten zich bij N-VA aan om die partij te infiltreren. Dat deden communisten ook met vakbonden en linkse partijen. Lenin heeft dat uitdrukkelijk opgedragen in zijn boekje ‘De linkse stroming’. Zo’n infiltratie lukt het beste als er een overlapping bestaat tussen het programma van de geïnfiltreerde en dat van de infiltrant. Die overlapping was er tussen communisme, socialisme en vakbond, en die overlapping is er ook tussen N-VA en S&V, namelijk het Vlaams-nationalisme en de idee dat de immigratie moet worden beperkt.
     Het doel van de infiltratie is dan tweeërlei: aan de ene kant  in die geïnfiltreerde partij leden werven voor de eigen organisatie, aan de andere kant het beleid van de geïnfiltreerde partij beïnvloeden of via die partij meer invloed te krijgen op de samenleving.

     De mensen van S&V konden met hun infiltratiepogingen twee richtingen uit: die van Vlaams belang of die van N-VA. Als ze vooral nieuwe leden wilden werven, was Vlaams Belang de beste kandidaat wegens grotere ideologische overlapping. Maar misschien is dat niet hun eerste doel. Ze wekken de indruk meer belang te hechten aan de ‘kwaliteit’ van hun ‘normies’, ‘rekruten’ en ‘strijders’, dan aan de kwantiteit. ’t Moeten vooral hárde kerels zijn, met stalen zenuwen en getrainde lichamen. Meer Verdinaso dan VNV, als ik mij als leek in die materie zo mag uitdrukken. Als het waar is wat men beweert, dat S&V-mensen de voorkeur geven aan N-VA boven Vlaams Belang, dan zou dat erop wijzen dat ze met hun infiltratie meer beïnvloeding dan rekrutering nastreven.
     Dat alles in de veronderstelling dat de infiltratie gebeurt door de leden van de harde kern, mensen die op de hoogte zijn van de red-pil-ideologie achter de schermen. Een gewone S&V hangaround die van de prins geen kwaad weet en nog nooit over die rode pillen heeft gehoord, kan zich op een N-VA-lijst verkiesbaar stellen omdat het programma van die partij hem wel wat lijkt. Maar ook die zal het mogen komen uitleggen, geloof ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten