Ik heb daar lang over nagedacht, niet aan een stuk door, maar af en toe, op de fiets of ergens anders. Misschien, zo dacht ik, had die groene jongen zijn morele intuïtie ondergeschikt gemaakt aan een strategische overweging. Misschien vond hij een verzwakt N-VA en een versterkt Vlaams Belang wel een mooie kans voor Groen.
Wat het bestuurlijke niveau betreft is dat een robuuste redenering. Neem nu Antwerpen. Hoe slechter de score daar is voor N-VA, hoe kleiner het verschil met Groen, en hoe groter de kans dat Groen op een geloofwaardige manier het burgermeesterschap kan opeisen. Het stemmenaantal van Vlaams Belang heeft daar weinig invloed op, omdat die partij toch uit het bestuur geweerd wordt en omdat ze vanuit haar verleden weinig bestuurlijke capaciteit heeft opgebouwd en wellicht ook niet zoveel echte bestuurlijke ambitie heeft. Als men De Winter vraagt welk ambt hij in het stadsbestuur bereid zou zijn te aanvaarden, antwoordt hij ‘burgemeester’. Dat is een brutaal antwoord, dat helemaal past bij zijn gespierde stijl, maar ’t is een antwoord dat je moeilijk serieus kunt nemen. Het is zoals een kind dat, gevraagd naar zijn toekomstige beroep, ‘koning’ of ‘paus’ als zijn keuze opgeeft.
Maar mijn groene vriend moet toch ook weten dat de invloed van Vlaams Belang zich niet langs bestuursdeelname doorzet. Met haar anti-immigratiestandpunten treedt Vlaams Belang op als zogenaamde ‘zweeppartij’, dat wil zeggen een partij die door harde oppositie ervoor zorgt dat de besturende partijen in haar richting opschuiven. En als mijn groene vriend dat weet – is hij dan niet bang dat een versterkt Vlaams Belang nog zwaarder gaat wegen op het beleid? Ik geloof dat hij daar inderdaad niet bang voor is, en ik geloof zelfs dat hij daar gelijk in heeft.
Het is een ingewikkelde kwestie. Buiten de bestuurssfeer is Vlaams Belang de pleitbezorger van een restrictief immigratiebeleid. De partij doet dat in een stijl die past bij een eeuwige opposant: met harde taal en zonder veel rekenig te houden met wetten, reglementeringen en andere politieke meningen. Binnen de bestuurssfeer is dat anders. Daar is N-VA de partij van het restrictieve migratiebeleid. De partij speelt daarbij een dubbele rol: de harde taal van de Theo-tweets, en de voorzichtige weg van administratieve maatregelen, juridische hervormingen en politieke compromissen. En nu zou je denken: een versterkt Vlaams Belang zal ervoor zorgen dat N-VA die anti-immigratiekoers blijft varen en zelfs naar een hogere versnelling schakelt.
Dat zou in de praktijk echter anders kunnen lopen. Ik ken weinig van interne partijkeukens, maar ik hoor wel eens dat binnen N-VA verschillende strekkingen huizen. Er zou in de partij een VU-achtige linkerflank bestaan die op sociaal-economisch gebied graag wat meer geld zou uitgeven, en die op immigratiebeleid graag wat minder strikt zou zijn. Je leest soms dat Jan Peumans tot die strekking behoort. ’t Is mogelijk. Zeker is in elk geval dat die strekking het de laatste tijd niet makkelijk heeft gehad (hier). De rechtervleugel had namelijk, naast inhoudelijke argumenten, ook de electorale logica aan zijn kant. De partij móest wel stevige standpunten innemen inzake migratie want anders zou een deel van haar kiespubliek naar Vlaams Belang deserteren.
Maar als die desertie toch plaatsvindt, dan ziet de zaak er anders uit. Dan krijgt de linkervleugel van N-VA een deel van het electorale gelijk aan zijn kant. N-VA heeft dan immers kiezers aan het Vlaams Belang verloren ondánks haar stevige anti-immigratiestandpunten. Dan kun je je afvragen wat nog het electorale nut is van die standpunten? De partij kan die kiezers niet terugwinnen door haar standpunten en beleid onveranderd te laten, want het is op die manier dat ze die kiezers is kwijtgeraakt. Maar N-VA kan ze ook niet terugwinnen door haar standpunten en haar beleid verder te radicaliseren. Radicaler dan Vlaams Belang kan ze toch nooit worden, en bovendien zou zoiets ingaan tegen de filosofie van geleidelijkheid en redelijkheid die Bart De Wever altijd heeft voorgestaan.
De meer linkse N-VA’ers kunnen dat allemaal gebruiken om op een koersverandering aan te dringen. Voortaan, zo kunnen ze pleiten, moeten we het kiespubliek van ándere partijen voor ons zien te winnen. We moeten polariserende kwesties ontwijken, een vager taalgebruik hanteren, meer spreken over ‘humanitaire bezorgdheid’ en ‘sociale accenten’. Hoe minder we over de immigratie spreken, hoe beter, want anders ‘spelen we in de kaart van het Vlaams Belang’.
Of die aanpak zou lonen, is natuurlijk niet zeker. Er bestaat al een partij van het ‘moedige midden’. Net zoals N-VA nooit radicaler kan worden dan Vlaams Belang, kan ze nooit waziger worden dan CD&V. Bart De Wever zal nooit een goede Kris Peeters worden. Zelf hoop ik dat N-VA, of ze nu versterkt of verzwakt uit de verkiezingen komt, zich altijd meer zal laten leiden door de urgentie van de problemen, dan door electorale sterrenwichelarij.
Het komt links heel goed uit als er veel stemmen naar het VB gaan. Want met die mensen hoeven ze omwille van het ethische cordon sanitaire toch geen rekening te houden. Zo is het jaren geweest tot N-VA hier een revolutie heeft veroorzaakt. Toen konden ze niet anders dan rekening houden met de standpunten, vertolkt door een democratisch N-VA. Als nu de meerderheid in Antwerpen verloren gaat door die terugkeer naar het VB en er terug een links bestuur komt, zal in mei volgend jaar de N-VA dubbel en dik aansterken omwille van strategische keuzes.
BeantwoordenVerwijderenJan Peumans heeft dan ook een Amada-verleden...
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen