Ik heb in mijn communistische jaren vaak ‘vorming’ gegeven. Dat kwam erop neer dat ik aan vlijtig noterende mede-militanten of sympathisanten, door sommigen ‘sympa’s’ genoemd, uitlegde wat het marxisme-leninisme ons ‘leerde’ over deze of gene kwestie. Ik heb eens twee dagen aan één stuk uitleg gegeven aan een groep Afrikanen, in het Frans, over het oorspronkelijke communisme in de oertijd. In die groep zaten een aantal antropologen die eerbiedig luisterden terwijl ik van de hele zaak eigenlijk alleen maar wist wat Ludo Martens mij en anderen op een soortgelijke vormingstweedagse had uitgelegd. Ludo en ik deden niet veel meer dan herhalen wat in enkele 19de-eeuwse boeken stond. Het was niet meteen state of the art science.
Een andere vormingssessie die ik van Ludo Martens overnam was er een over de Belgische socialist Hendrik de Man. Die had in zijn memoires ‘Après Coup’ uitgelegd hoe hij geëvolueerd was van driekwart marxist naar driekwart nationaal-socialist. Voor Ludo was het duidelijk: een socialist die zich niet honderd procent aan het marxisme hield, verzonk vroeg of laat in het fascistisch moeras.
Dat niet-marxisten vroeg of laat bij het fascisme aanbelanden, is natuurlijk onzin, maar de continuïteit tussen socialisme en fascisme is wel iets wat ernstige historici bezighoudt. De ene historicus ziet het fascisme als een ketterse zijtak van de rode beweging, met haar vlaggengezwaai, optochten, turnkringen, jeugdbewegingen, milities; de andere ziet de zwarthemden en hakenkruisers als de baldadige erfgenamen van het conservatieve denken met zijn gezag, gehoorzaamheid, trouw aan de natie, volksverbondenheid. De historici van beiderlei strekking schrijven interessante boeken, waarin ze allerlei feitenmateriaal opgraven om hun stelling te ondersteunen. Ik wil die boeken graag lezen en dat feitenmateriaal graag kennen, maar de stelling zelf interesseert mij minder. Het zal wel een beetje van beide zijn, conservatisme én socialisme, en nog heel veel van wat anders. Het woordje ‘socialisme’ in ‘nationaal-socialisme’ is heus niet toevallig, maar het is ook heus niet toevallig dat Goebbels in 1933 verkondigde: ‘Damit wird das Jahr 1789 aus der Geschichte gestrichen.’
Nu, dát was in elk geval niet wat ik op mijn ‘vorming’ vertelde. Ik volgde Ludo op de letter, en al zeker omdat ik het boek ‘Après coup’ niet gelezen had, want ik had het nooit in handen gehad. Ik kocht het boek pas veel later, nu 23 jaar geleden, in een Brussels antiquariaat. Het was in slechte staat, en ik haalde de katernen uit elkaar om het opnieuw in te binden. Maar rond die tijd gaf ik mijn kantoorbaantje op en begon ik les te geven, waardoor ik geen tijd meer had om in te binden. De katernen bleven dus ongelezen liggen. Nu echter, met mijn pensioen, heb ik wat meer tijd, en het boek is ondertussen ingebonden, met een rug van rood leer en donkerblauwe kunstleren platten. Ik heb het ook gelezen.
Misschien schrijf ik er morgen iets over.
Les tranches de vie..., niet te geloven.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig alweer!
BeantwoordenVerwijderenBij Amazon:Paperback
BeantwoordenVerwijderen3 Used from $13.15
1 New from $930.35
Nooit zo diep gegaan in het vormingswezen, wél op Sociale Raad in Leuven wat avondlijke vormingsvergaderingen met Ludo Martens meegemaakt. Het had iets hypnotiserend zolang het duurde.
BeantwoordenVerwijderen