Een regering zonder N-VA is voor mij een persoonlijk drama. Of misschien
zou ik beter zeggen: een regering met N-VA in de oppositie is dat. Ik leg graag
uit waarom, en waarom niet.
Het is voor mij géén kwestie van
beleid. Of een regering nu centrumrechts is, met N-VA, of centrumlinks, met socialisten
en groenen, ze zal ongeveer hetzelfde doen: belastingen innen, ambtenaren
betalen, pensioenen uitkeren, misdadigers opsluiten, migratie regelen, Europese
richtlijnen toepassen, de grootte van de bubbels vastleggen … Met een
centrumrechtse regering zal het beleid 2 procent opschuiven in de richting van
wat ik wenselijk acht; met een centrumlinkse regering zal het 2 procent
opschuiven in de tegenovergestelde richting: samen een verschil van 4 procent. La belle affaire.
Ook is zo’n oppositie niet
noodzakelijk slecht voor de partij zelf. Ik zie allerlei voordelen in een ‘afwisseling
van de wacht’, wat de Fransen l’alternance
noemen, en Nozick the zigzag of politics.
Het is goed dat een partij af en toe aan een regering deelneemt om wat Realpolitik in de vingers te krijgen.
Het is ook goed dat een partij af en toe in de oppositie zit om zich over haar
eigen principes te bezinnen, te herbronnen, bij te sturen. Partijen die te lang
in de regering zitten worden grijs en saai. Nu zal De Wever niet gauw grijs en
saai worden, maar de laatste verkiezingscampagne van N-VA was mij te veel een variant
van ‘Samen vooruit’, ‘Goed bestuur’ en ‘We hebben een ervaren gids’. Ik las de folders van Vlaams Belang liever dan die van N-VA. De
inhoud van de eerste soort ergerde mij; de inhoud van de tweede soort was vaak
onbestaande.
Maar dat heeft allemaal niets met mijn persoonlijk drama te maken. Dát
betreft iets anders. Ik hou namelijk niet van oppositie. Ik heb indertijd op
mijn school oppositie gevoerd tegen de directie. Ik heb daar bij wijlen van
genoten, maar het was toch meestal à mon
corps défendant. De directrice riep mij ooit in de lerarenkamer toe: ‘Als jij
in mijn plaats stond, je hield het geen twee dagen uit.’ Ze had volkomen
gelijk; ze kon alleen niet weten hoevéél gelijk ze had.
Als ik dan in de toekomst zal horen
dat N-VA dit of dat of nog iets anders aan te merken heeft op de regering, zal mijn
eerste gedachte altijd zijn: doe het dan zelf als je het beter kunt. De
gedachte dat ze als grootste partij die kans niet heeft gekregen, zal pas
daarna bij mij komen. En mijn derde gedachte zal zijn dat die kans er pas komt als ze
door nieuwe stemmenwinst en stemmenterugwinst incontournable wordt; óf als ze al haar principes – sociaal-economisch
én communautair én op migratievlak – tegelijk laat varen. Dan kan ik evengoed terugkeren naar de libera
…
Nee, dat nu ook weer niet.
Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn
▼
Geen opmerkingen:
Een reactie posten