Ik heb eens wat rondgekeken op mijn eigen blog en vastgesteld dat mijn stukjes met de naam Trump in de titel haast nooit over Trump gaan. Dit wordt weer zo’n stukje.
Trump wordt dus verbannen van Twitter en Facebook vanwege zijn kwalijke berichten. Dat stelt mij voor een gewetensprobleem. Ik ben een groot voorstander van vrije meningsuiting, ook voor meningen die ik fout of onwaarschijnlijk vind, bijvoorbeeld dat er grootschalige fraude geweest is bij de Amerikaanse verkiezingen, dat Bart De Wever een geheime nazi is, en dat vaccins tegen corona niet meer zijn dan een truc van Big Pharma om miljarden binnen te rijven. Ik lees liever het tegenovergestelde, maar dat hebben veel mensen: dat ze liever hun eigen mening lezen maar dan door anderen verwoord.
Aan de andere kant ben ik een groot voorstander van het eigendomsrecht. Dat eigendomsrecht houdt in dat de aandeelhouders van Twitter en Facebook naar eigen goeddunken mogen beslissen wie ze aanwerven, wie ze ontslaan, welk lettertype ze gebruiken, wat ze doen met hun winst, en wat ze publiceren, dan wel weigeren te publiceren. De staat mag zelf geen censuur uitoefenen, maar moet zich niet moeien met een firma die dat wel doet. Als een firma alleen berichten van veganisten en nudisten wil plaatsen, en alle berichten van vleeseters en zwembroekdragers wil censureren, dan is dat haar beslissing en haar business model.
Toch wil ik de sociale media niet zó gemakkelijk carte blanche geven. Twitter en Facebook zijn immers niet zomaar bedrijven, het zijn in de praktijk ook monopolies. Dat is normaal een probleem van korte duur. Als er maar één vliegtuigmaatschappij bestaat in de wereld, dan zijn de vluchten duur, de gerieflijkheden beperkt en de bestemmingen schaars. Er komt snel een tweede vliegtuigmaatschappij die klanten van de eerste afsnoept met goedkopere vluchten, meer comfort en andere bestemmingen. De eerste maatschappij zint dan op middelen om zelf ook iets aan hun prijs, hun comfort en hun aantal bestemmingen te doen. Nog beter is het als er een derde en een vierde maatschappij komt. The more, the merrier, tot op een zeker punt natuurlijk.
Is dat ook zo voor Twitter? Of laat ons zeggen voor Facebook, dat ik beter ken. Zou het wenselijk zijn dat er een tweede, een derde, en een vierde Facebook kwam? Dat de nudisten hun aparte Facebook hadden, de zwembroekdragers een ander, en de driedelige maatpakdragers nog een ander? Die verschillende platforms zouden dan misschien mooier en gebruiksvriendelijker worden, om de concurrentie voor te blijven, maar de reikwijdte van elk platform zou minder zijn. Het is alsof, om de vergelijking met het vliegwezen aan te houden, het aantal bestemmingen zou dàlen als er meerdere actoren zijn, en het aantal zou stijgen als er een monopolie is. Er werd indertijd ruimte gemaakt voor meerdere telefoniebedrijven. Je kunt van de ene provider overstappen op de andere. Maar je behoudt je nummer, en kunt moeiteloos iedereen opbellen, bij welke provider hij ook is aangesloten.
Meerdere gelijksoortige platformen zou geloof ik ook niet goed zijn
voor de maatschappelijke dialoog. Ik heb in elk geval liever één Facebook waar
ik blogs en commentaartjes op kan plaatsen die zowel door links als rechts en alles daartussenin kunnen worden gelezen en waar iedereen op kan reageren. Zelfs op dat éne Facebook sluiten we ons nu al te veel op in een bubbel van gelijkgezinden.
Als je het zo bekijkt, is Facebook niet alleen een monopolie, maar ook – uitzonderlijk – een wenselijk monopolie. Eén Facebookmonopolie waar links én rechts, progressieven én conservatieven, Republikeinen én Democraten gebruik van maken, is in de praktijk beter dan twee concurrerende zuilen*. Eén Facebookmonopolie voor christenen, joden, moslims en atheïsten is beter dan vier verschillende concurrerende platforms, ook al stoot de christen zich dan af en toe pijnlijk aan een kwetsend bericht van een atheïst en omgekeerd. Misschien maken ze dan ruzie, wat ook een vorm van dialoog is.
Maar om de dialoog en de ruzie mogelijk te maken, hoort dat ene Facebook dan ook te opereren als een neutraal doorgeefluik dat zich niet bezig houdt met het schiften van wat oorbaar en onoorbaar is. Zoiets ligt immers anders, indien niet voor de christen en de atheïst, dan zeker voor de Democraat en de Republikein. En neutraliteit kan zó moeilijk niet zijn. De posterijen kunnen het. Die gaan ook niet controleren wat we op onze wenskaarten schrijven.
Misschien kan de staat voor één keer, in plaats van haar macht te gebruiken om monopolies op te splitsen, die gebruiken om de neutrale rol van het monopolie te controleren? Zodat op sociale media niets wordt verboden, wat door de wet is toegelaten. Voor andere media zoals kranten, radio en televisie is die staatscontrole niet nodig want daar is concurrentie wel mogelijk en wenselijk.
Dan mogen Facebook, Twitter en de anderen verder beslissen over lettertype, lay-out, aanwerving en ontslag, reclame, regels voor fondsenwerving, en besteding van de winst.
Als je het zo bekijkt, is Facebook niet alleen een monopolie, maar ook – uitzonderlijk – een wenselijk monopolie. Eén Facebookmonopolie waar links én rechts, progressieven én conservatieven, Republikeinen én Democraten gebruik van maken, is in de praktijk beter dan twee concurrerende zuilen*. Eén Facebookmonopolie voor christenen, joden, moslims en atheïsten is beter dan vier verschillende concurrerende platforms, ook al stoot de christen zich dan af en toe pijnlijk aan een kwetsend bericht van een atheïst en omgekeerd. Misschien maken ze dan ruzie, wat ook een vorm van dialoog is.
Maar om de dialoog en de ruzie mogelijk te maken, hoort dat ene Facebook dan ook te opereren als een neutraal doorgeefluik dat zich niet bezig houdt met het schiften van wat oorbaar en onoorbaar is. Zoiets ligt immers anders, indien niet voor de christen en de atheïst, dan zeker voor de Democraat en de Republikein. En neutraliteit kan zó moeilijk niet zijn. De posterijen kunnen het. Die gaan ook niet controleren wat we op onze wenskaarten schrijven.
Misschien kan de staat voor één keer, in plaats van haar macht te gebruiken om monopolies op te splitsen, die gebruiken om de neutrale rol van het monopolie te controleren? Zodat op sociale media niets wordt verboden, wat door de wet is toegelaten. Voor andere media zoals kranten, radio en televisie is die staatscontrole niet nodig want daar is concurrentie wel mogelijk en wenselijk.
Dan mogen Facebook, Twitter en de anderen verder beslissen over lettertype, lay-out, aanwerving en ontslag, reclame, regels voor fondsenwerving, en besteding van de winst.
* Uiteraard moet het juridisch mogelijk blijven om concurrerende platforms op te richten. Het monopolie moet nu ook niet wettelijk beschermd worden. Een lezer merkte verder op dat twee concurrerende platformen niet noodzakelijk allebei zuil-platformen hoeven te zijn. Platform A kan zich exclusief op Democraten richten en platform B op Democraten en Republikeinen. Maar in de praktijk beperkt het bestaan van platform A het bereik van platform B.
PS
Ik kreeg een interessante reactie op Facebook van Edgard Frederix.
‘Een analogie van social media-bedrijven met telefoniebedrijven is interessant. Je kan inderdaad personen opbellen die een abonnement hebben bij een concurrerend telefoniebedrijf. Wat als de overheid simpelweg zou verplichten dat er een soortgelijke interconnectiviteit bij de social mediabedrijven tot stand wordt gebracht?
Dat ik van Facebook kan overschakelen naar Google+ of LinkedIn en mijn contacten bij Facebook mij naadloos terug kunnen vinden op het nieuwe platform? Op die wijze worden de feitelijke monopolies gemakkelijk doorbroken.
Het is vooral een denkoefening, want ik weet dat er veel meer technische problemen zullen opduiken dan bij een simpele telefoonverbinding. Maar het zou in ieder geval een veelvoud van social mediaplatforms mogelijk maken.
Monopolies zijn altijd funest. Denk maar aan Google, waar de eerste vijf resultaten van een opzoeking nu meestal betalende advertenties zijn die amper kunnen onderscheiden worden van de echte zoekresultaten eronder.
Monopolies zijn niet compatibel met het kapitalistische economische systeem, dus mogen ze niet getolereerd worden.’
Ik kreeg een interessante reactie op Facebook van Edgard Frederix.
‘Een analogie van social media-bedrijven met telefoniebedrijven is interessant. Je kan inderdaad personen opbellen die een abonnement hebben bij een concurrerend telefoniebedrijf. Wat als de overheid simpelweg zou verplichten dat er een soortgelijke interconnectiviteit bij de social mediabedrijven tot stand wordt gebracht?
Dat ik van Facebook kan overschakelen naar Google+ of LinkedIn en mijn contacten bij Facebook mij naadloos terug kunnen vinden op het nieuwe platform? Op die wijze worden de feitelijke monopolies gemakkelijk doorbroken.
Het is vooral een denkoefening, want ik weet dat er veel meer technische problemen zullen opduiken dan bij een simpele telefoonverbinding. Maar het zou in ieder geval een veelvoud van social mediaplatforms mogelijk maken.
Monopolies zijn altijd funest. Denk maar aan Google, waar de eerste vijf resultaten van een opzoeking nu meestal betalende advertenties zijn die amper kunnen onderscheiden worden van de echte zoekresultaten eronder.
Monopolies zijn niet compatibel met het kapitalistische economische systeem, dus mogen ze niet getolereerd worden.’
Het is wenselijk dat er wat minder geleuterd wordt. Misschien kan de staat voor één keer leuterplatformen als Facebook en Twitter gewoon verbieden.
BeantwoordenVerwijderenJLeu
'Een kapitalist is kapitalist zolang het in zijn kraam past anders is hij communist. Een communist is communist zolang het in zijn kraam past anders is hij kapitalist.'
Facebook en andere sociale media zijn een tijd geleden door een gerechtelijke uitspraak verantwoordelijk gesteld voor de inhoud van wat de klanten plaatsen. Sindsdien is de miserie begonnen, maar lezen we hier ook niet meer over in de media. Omdat het niet in hun kraam past natuurlijk, want zij beheersen het spel zodanig dat ze zelfs de president van Amerika kunnen isoleren (nadat ze hem karakterieel vermoord hebben).
BeantwoordenVerwijderenDie gerechtelijke uitspraak kon ook anders geweest zijn, dat de klanten verantwoordelijk zijn voor wat ze plaatsen. Net zoals de Posterijen niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van brieven. Maar de dag van vandaag wordt het Westen verpest door al die activistische rechters, vooral als het om immigratie gaat. Dé reden trouwens waarom Trump kapot moest, want hij wou een grens sluiten en dat mag niet.
Interessant. Hebt u een referentie voor die gerechtelijke uitspraak? Het is in elk geval niet het enige element. In een lang stuk in de WP wordt uitgelegd dat de guidelines vooral veranderen onder druk van linkse activisten binnen en buiten het bedrijf.
VerwijderenCommunicatie tussen platformen is inderdaad de aangewezen weg. Een platform voor godsdienstige mensen kan er dan heel anders uitzien dan een platform voor voetballers. Op die manier kunnen adverteerders ook veel doelgerichter adverteren. Men zou platformen zelfs hierarchisch kunnen organizeren. Men zou platformen kunnen ontwikkelen voor beginnelingen en voor gevorderden. En men zou transfers tussen platformen mogelijk kunnen maken met behoud van gegevens zoals men ook van bank of verzekering kan veranderen. Men zou platformen kunnen laten fusioneren. De mogelijkheden zijn legio.
BeantwoordenVerwijderenEen Facebook monopolie kan ook mensen afstoten omdat zij het te ingewikkeld vinden, de layout hen stoort of omdat zij zich niet thuis voelen tussen een grote anonieme massa. De drempel om aan te sluiten bij een kleiner platform van gelijkgezinden ligt wellicht lager.
Uiteraard moeten er daarvoor standaarden ontwikkeld worden. Maar heel de moderne economie draait rond standaarden allerhande en software standaarden zijn er legio. Dat kan geen onoverkomelijk probleem zijn.
Het laatste wat we nu moeten doen is een definitieve de facto Facebook standaard vastleggen. Dat is op lange termijn ramzalig. Hoe meer Facebook censureert hoe sneller er alternatieven komen.
JLeu