Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

donderdag 6 mei 2021

Corona-opposant of coronascepticus?

 


     Veel van mijn Facebookvrienden zou je tot de corona-oppositie kunnen rekenen. Ze vinden de huidige corona-maatregelen overbodig, gegrond in een verkeerde inschatting van het probleem, getuigend van angsthazerij, en een gevaar voor de democratie. Ze hebben daar goede argumenten voor, maar toch beschouw ik mij voorlopig niet als een opposant – eerder als een scepticus.
     Scepticisme is wel vaker een gemakkelijkheidsoplossing, en juist daarom voor iemand als mij erg aantrekkelijk. Eigenlijk zou ik voor elke corona-stukje dat ik schrijf uren onderzoek moeten doen en daar heb ik geen zin meer in: staren naar curves, cijfers vergelijken, voor de zoveelste keer opzoeken wat CFR en IFR betekenen, en een poging ondernemen om het verschil te begrijpen tussen de statistieken van Molenberghs en die van Barbé. Het heeft niet veel zin dat ik dat allemaal doe, want ik vergeet die informatie weer, de feiten veranderen, de wetenschappelijke artikels spreken elkaar tegen, en veel van de belangrijkste gegevens en verbanden zijn nog niet bekend – zoals Luc Bonneux ons onlangs nog eens voorhield. Virologen weten veel over de stekels van het virus, maar weinig over de verspreiding van het beestje.
     Men denkt soms dat een scepticus het tegenovergestelde is van een gelovige. Dat is niet zo. Het is omgekeerd. Een scepticus gelooft juist heel veel. Maar de scepticus weet dat zijn overtuiging niets meer is dan dat: geloven, aannemen. De scepticus gelóóft veel, maar weet weinig met zekerheid. Ik zou dan ook niet deugen voor de politiek. Een politicus op tv die ‘gelooft’ dat iets zus of zo is, krijgt van mijn moeder de schampere commentaar toegevoegd: ‘Die moet niet geloven, die moet weten.’
     Wat zijn dan de Twaalf Artikelen van mijn coronageloof?*

  1. Ik geloof, net als de vorige Amerikaanse president Trump, in massale vaccinatie. Als corona moet worden bedwongen door groepsimmuniteit, waar iedereen het over eens is, zou ik het liefst hebben dat die zo snel mogelijk wordt bereikt met zo weinig mogelijk slachtoffers. Of die immuniteit op natuurlijke of artificiële manier tot stand komt, is voor mij van ondergeschikt belang.
  2. Ik geloof in de veiligheid van vaccins. Ik geloof dat de risico’s op ernstige bijwerkingen veel kleiner zijn dan de risico’s die door covid zelf in het leven worden geroepen. Of dat zo is voor allerjongste leeftijdsgroepen, weet ik niet. Het zou mij verwonderen als het voor die allerjongste leeftijdsgroepen al goed onderzocht is.
  3. Ik geloof dat vaccins voorlopig het beste medische hulpmiddel zijn om de pandemie te bedwingen. Misschien heeft men wat te weinig aandacht besteed aan curatieve behandelingen, of aan andere mogelijkheden om preventief de immuniteit te versterken. Maar dat die andere mogelijkheden dezelfde cijfers van 100 % bescherming tegen zware covid kunnen voorleggen, lijkt mij weinig waarschijnlijk. Mocht blijken dat de vaccinatiebescherming veel lager is dan 100 %, of niet werkt tegen nieuwe varianten van corona**, dan moet ik een en ander opnieuw bekijken.
  4. Ik geloof in de werkzaamheid van ‘physical distancing’. Hier neem ik mijn toevlucht tot een andere gemakkelijkheidsoplossing: het a priori. Het coronavirus wordt doorgegeven door rechtstreeks of onrechtstreeks contact via speekseldruppeltjes. Als we minder contact hebben, zal ons speeksel minder snel bij naasten en onbekenden terechtkomen. Daar is geen speld tussen te krijgen. Of de curves de werkzaamheid van de maatregelen bevestigen, is een andere kwestie. Die curves worden door zoveel zaken tegelijk beïnvloed.
  5. Ik geloof ook in de werkzaamheid van ‘dwangmaatregelen’. Zónder dwangmaatregelen zou de gemiddelde Vlaming meer fysiek contact hebben met vrienden en familie dan met mét die dwangmaatregelen. Dwangmaatregelen zijn duidelijk. Als ik niet op restaurant mág, ga ik niet op restaurant. Als de regering alleen zou adviséren om niet op restaurant te gaan, zou ik dat af en toe wel doen. Dat die dwangmaatregelen moreel, opvoedkundig en juridisch dubieus zijn, ontken ik niet.
  6. Ik geloof in de dodencijfers. Besmettingscijfers worden beïnvloed door het aantal afgenomen tests; ziekenhuisopnames worden gestuurd door opname-criteria; bezetting van de iz-bedden wordt beïnvloed door het patiëntenprofiel***. Maar doden zijn doden en het zijn er nu al meer dan 24.000. Ik zal geduldig luisteren als iemand mij het onderscheid uitlegt tussen overlijden áán en mét corona, tussen oversterfte en ondersterfte, en tussen onze manier van meten en die van andere landen, maar de ordegrootte in ons land ligt rond de 20 000 en niet rond de 2 000.
  7. Ik geloof dat die dodencijfers veel hoger hadden kunnen zijn. Naar schatting 20 à 25 procent van de bevolking heeft al een coronabesmetting doorgemaakt. Zonder de beperking van het fysieke contact zou dat volgens epidemiologische berekeningen al lang 70 à 75 procent geweest zijn. Dan zou het aantal overlijdens ook twee à drie keer zo hoog zijn als het nu was (en dan waren we ervan af – dat is de andere kant van de medaille).
  8. Ik geloof in compenserende maatregelen. Als je prioriteit geeft aan het open houden van de scholen en bedrijven, dan moet je gaan bezuinigen op familiaal contact; als je het internationaal vrachtverkeer laat doorgaan, moet je bezuinigen op toerisme, als de kappers open gaan, moeten de restaurants dicht blijven.
  9. Ik geloof dat een algemene lockdown preventief beter werkt dan een ‘omgekeerde’ lockdown voor het kwetsbare bevolkingsdeel. Om te beginnen is die laatste niet ‘omgekeerd’. Het kwetsbare deel van de bevolking valt nu al onder de algemene lockdown-maatregelen. Je keert die lockdown dus niet om, maar je beperkt hem tot het kwetsbare deel. Daardoor valt de brede schutkring van de algemene lockdown weg en kan de besmetting makkelijker doordringen tot de kwetsbaren. Behalve natuurlijk als de ‘omgekeerde’ lockdown veel strikter, strenger en repressiever wordt toegepast. Wil iemand dat?
  10. Ik geloof dat de ziekenhuiscapaciteit een belangrijke rol moet spelen in het coronabeleid. Die capaciteit is per definitie begrensd en kan niet zomaar onbeperkt worden uitgebreid vanwege een epidemie of pandemie die zich eens om de zoveel jaar zou kúnnen voordoen. Een te snelle verspreiding van het virus vertaalt zich in pijnlijke keuzes die onze samenleving liever niet maakt: welke covid-patiënt behandelen we en welke niet, en in welke mate de voorkeur wordt gegeven aan covid-patiënten boven andere patiënten. Uiteraard zal een tragere woekering van het virus het ziekenhuisprobleem in de tijd spreiden, wat evenmin prettig is.
  11. Ik geloof dat een lang en gezond leven een van de vurigste wensen is van de meesten van ons. Wij zijn bereid daarvoor veel zaken op te offeren, te veel wellicht. We zijn gestopt met kettingroken op café of op vergaderingen, we eten minder koolhydraten, die nochtans erg lekker zijn, we zitten uren op de hometrainer, we vrijen met een condoom, we dragen een autogordel in de auto en een brommerhelm op de brommer, we gaan twee keer per jaar naar de tandarts, we spuiten in onze neus, druppelen in onze ogen en nemen witte, roze en groene pilletjes, we nemen geregeld plaats vóór, áchter of ín allerlei medische apparatuur. En we zijn bereid ons daar individueel en vooral collectief blauw aan te betalen. Als het op gezondheid aankomt is er in onze samenleving een meerderheid van angsthazen en een minderheid van stoïcijnen. Het is dan begrijpelijk dat het beleid vooral met die meerderheid rekening houdt****.
  12. Ik geloof dat ik wel eens van mening kan veranderen als alles te lang duurt. Al mijn argumenten zijn onderhevig aan gevoel voor proportie dat, volgens het motto van mijn weblog, het verschil maakt tussen ‘beschaving en barbarij’. Als ik krantenkoppen lees ‘Coronamaatregelen blijven nodig ook als iedereen gevaccineerd is’, word ik wantrouwig. Als ik sommige van de 3000 reacties lees op de pagina van Joren Vermeersch***** over het politieoptreden bij La Boom 2, dan vrees ik dat ‘het juichen bij een publieke terechtstelling omdat iemand de regels overtrad niet veraf meer is,’ zoals een lezeres het op dieazelfde pagina verwoordde.

     De slotformule van de Akte van geloof, meen ik mij te herinneren, was dat je in dat geloof wilde leven en sterven. Dat laatste wil ik gerust nog wat uitstellen.


* Mijn geloofsbelijdenis is, net zomin als die van Athanasius (296-373), volledig. Athanasius probeerde zich te onderscheiden van de Arianen, zoals ik mij hier probeer te onderscheiden van de opposanten. Mijn meningsverschillen met de corona-extremisten heb ik in vorige stukjes al uiteengezet.

** Dan stelt zich ook het probleem of de natuurlijke groepsimmuniteit zal beschermen tegen de nieuwe varianten.

 *** Jongere, gezondere patiënten zullen langer een IZ-bed innemen dan oudere, ziekere patiënten die tijdens de behandeling overlijden.

**** Dat een beleid die angsthazerij bewust of onbewust kan aanwakkeren, zal ik niet ontkennen. Ook lijken ‘populisten’ met hun verzet tegen vrijheidbeperkende maatregelen een zeker politiek succes te boeken. Zoiets wijst in een andere richting.

***** Vermeersch had een genuanceerde kritiek geformuleerd op het politieoptreden bij La Boom 2.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten