In Het Nieuwsblad van vandaag staat een sympathiek stukje, 1/3 kolom groot, met het kopje dat ik hierboven heb overgenomen. Dan verzink ik in gedachten vooraleer ik verderlees. Dat wegdromen is een onderdeel van de op moderne scholen gebruikte OVUR-strategie om leesvaardigheid te ontwikkelen: oriënteren, voorbereiden, uitvoeren, reflecteren. Mijn oriëntatie bestaat uit wegdromen.
Ha, factchecks, denk ik dan, daar heb ik al eens stukjes over geschreven (o.a. hier). Wat heb ik daar ook weer in beweerd? En die factchecks hebben dus effect? Zouden ze ook effect hebben op zo’n stijfkop als ik? Ja, wellicht wel, want ik respecteer correcte feiten en die feiten van de factcheckers zijn geloof ik meestal correct. Soms heb ik iets verkeerd voor. Dan lees ik zo’n factcheck en daardoor weet ik dat het verkeerd voor had. Ik ben de factchecker dan dankbaar dat hij mijn kennis even bijspijkert en mijn vooroordeel rechtzet.
Maar de kous is daarmee, zoals men zegt, nog niet af. Mijn vooroordeel over een of ander feit heeft vaak te maken met een algemene opvatting over hoe de wereld in elkaar steekt. En die opvatting zal niet snel veranderen door een factcheck. Mijn kleine vooroordeel is weerlegd, maar mijn grote vooroordeel is amper gewijzigd. Zou dat bij andere mensen ook zo zijn?
Ik lees nu het artikeltje en het blijkt te gaan om ‘internationaal’ onderzoek van de Ohio State University, die ongetwijfeld een verdienstelijke instelling is. En hoe is Ohio State University terwerkgegaan? Ze heeft 2000 proefpersonen eerst desinformatie over een bepaald onderwerp voorgeschoteld. Een deel van de groep kreeg daarnaast een factcheck. En daarna werd de hele groep getest op hun kennis van het onderwerp. De mensen die de factcheck onder ogen hadden gekregen, scoorden beter op de test.
Duh! Was het resultaat omgekeerd geweest, dàt was pas nieuws. Dan zou het onderzoek meer dan 1/3 kolom in een Vlaamse krant waard zijn geweest. Maar dit soort onderzoek heeft ook zijn voordelen. De mensen van Ohio State University moeten niet bang zijn dat hun resultaat door anderen niet kan worden gereproduceerd of gerepliceerd. De wetenschappelijke consensus* – wat men vandaag erg belangrijk schijnt te vinden – is hier onbedreigd. * Tussen twee haakjes. De onderzoekers van Ohio State University beweren dat de consensus voorafgaande aan hun onderzoek was ‘dat het corrigeren van desinformatie het probleem zou verergeren en mensen verder in hun foutieve opvattingen zou versterken.’ Dan heb ik twee vragen: één zou rond die vorige stelling echt ‘consensus’ hebben bestaan, of wordt het woord hier weer misbruikt, en twee, is die stelling nu met hun onderzoeksmethode weerlegd?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten