Op de sociale media lees ik nu allerlei boodschappen van mensen die trots melden dat ze hun verwarming in hun hele leven nog nooit hoger dan op 18 of 19 graden hebben gezet. De anderen, zoals ik, die gewoon waren om tot 21 of 22 graden te stoken, zwijgen bedremmeld. We moeten hopen dat wij, en niet de anderen, een grote meerderheid vormen, want bij ons kan nog bijkomend energie bespaard worden; de anderen zitten al aan hun limiet.
Als gepensioneerde ben ik veel thuis, en als ik niet strijk, of kook (zelden!) of piano speel, zit ik stil en krijg ik het snel koud, terwijl ik het graag gezellig warm heb. Ik zal dus maatregelen moeten nemen. Van de regering moet ik alvast niks verwachten. Je kent het mopje van de man die met de krant opengeslagen en een rits belastingsaanslagen en energiefacturen voor zich uitgespreid, op zijn rekenmachine aan het tokkelen is. Hij mompelt tegen zichzelf: ‘Wacht .. wacht … wacht …’ en dan luidkeels: ‘Jaaaaa! Ik behoor tot de lagere middenklasse.’
Dat gejuich van de lagere middenklasser die op energiesteun van de regering kan rekenen, zul je in ons huis niet horen opstijgen. Eerst was ik er gerust in toen ik las dat een getrouwd stel een gezamenlijk belastbaar inkomen van 125 000 euro mocht verdienen en toch nog voor steun in aanmerking kwam. 125 000 euro, dacht ik, dat is veel. Maar wat verder las ik dat zo’n indrukwekkend bruto inkomen uitdraait op een gezamenlijk netto maandinkomen van 5 000 euro per maand. Dan wordt het een dubbeltje op zijn kant. Mijn vrouw verdient weliswaar veel te weinig voor het werk dat door haar efficiënte handen gaat, maar met mijn pensioen erbij, gaan we wellicht, over de kritische grens heen, bij de hogere middenklasse terechtkomen. ’t Is een nieuwe lezing van de herverdeling. Het gaat niet meer om een overheveling van fondsen van ‘de 1 procent’ rijken naar de 15 procent armen, maar om een herverdeling binnen de middenklasse.
Als ik de maatregel goed begrepen heb, zal ons gezin dus, zoals alle middenklassegezinnen, in november en december (en misschien ook de maanden daarop) eerst een tegemoetkoming krijgen van 200 euro per maand, maar daarna zullen we dat ‘deels (tussen 35 en 55 procent)’ moeten terugbetalen via een ‘speciale heffing’. Hoezo ‘deels’? Hoezo ‘tussen 35 en 55 procent’? We zullen vrees ik alles moeten terugbetalen, want dat geld moet ergens vandaan komen. Als hogere middenklasser betalen we dus eerder 135 of 155 procent terug van de energiesteun, en de lagere middenklasser zal daar ook zijn deel van terugbetalen, zij het dan niet via een speciale heffing, en zij het dan wat minder dan 100 procent.
Daar komt nog bij dat ik weinig fiducie heb in ‘plafonds’ die de prijzen naar beneden zouden kunnen halen. Was het maar zo eenvoudig!* Ik heb geprobeerd te begrijpen wat men juist onder prijsplafonds verstond en het kwam neer op onhaalbare beloften, blufpoker tegen buitenlandse leveranciers, broekzak-vestzakoperaties zoals de hierboven vermelde energiesteun, en afromen van overwinsten binnen de energiesector. Over dat afromen bestaat naar verluidt een grote mate van consensus tussen economen en politici. Goed dan, ze doen maar. Alleen weten die economen, en hopelijk ook die politici, dat die overwinsten, hoe groot ook in absolute bedragen, een klein percentage bedragen van de energiefactuur. ’t Wordt dus eerder een symbolische maatregel.
’t Is trouwens een groot geluk dat men niet aan echte prijsplafonds denkt, want die hebben in de geschiedenis al veel ellende veroorzaakt. En hoe ga je die prijsplafonds opleggen? Door op de producenten een bataljon sansculotten af te sturen die op zolders gaan rondkijken of daar geen energie verborgen is die tegen betaling met assignaten kan worden weggesleept? Of door ‘keiharde’ onderhandelingen? Je kunt dat laatste altijd proberen, maar als je voor een bepaald product stelselmatig een lagere prijs oplegt dan de producent eigenlijk verlangt, dan zal die op de duur zijn kapitaal wel in iets anders investeren. Het product in kwestie wordt dan goedkoop … en schaars … en daardoor weer duur. Of je moet het aanpakken zoals in de vroegere Sovjet-Unie waar alle producten blijvend goedkoop waren, en schaars, en gerantsoeneerd, of enkel op de zwarte markt te verkrijgen.
In een interessant artikel in De Standaard van vorige week, legde Varoufakis uit hoe moeilijk het is om concurrentie te verwezenlijken voor elektriciteit die amper kan worden opgeslagen is en waarvan een gegarandeerde maar wisselende hoeveelheid door één elektricititeitsnet moet worden verspreid. Zo’n concurrentie leidt volgens hem tot de hoge prijzen van nu. Hier gebruikt Varoufakis de klassieke marxistische truc om enkele crisisjaren uit te spelen tegen de tientallen jaren waarin de vrije concurrentie wel redelijk goed heeft gewerkt**. Hij wil de hele sector sovjetiseren, met een centraal bureau dat de winstmarges bepaalt bovenop de productiekosten, en dat een vijf-, tien- of vijftienjarenplan voor de energietransitie opstelt. Het is mij niet duidelijk hoe hij zal vermijden dat zo’n systeem leidt tot ofwel een permanente onderproductie van energie, ofwel een voldoende productie, maar onder verlieslatende omstandigheden. Slimme mensen als Varoufakis lijken uit de sovjetervaring vooral te concluderen dat alles kan worden opgelost als de planbureau’s maar door slimmere mensen bevolkt worden.
Om een lang verhaal kort te maken, een energietoeslag krijg ik niet, een prijsplafond betrouw ik niet en een sovjetisering wil ik niet. Ik zal de verwarming af en toe een graadje lager zetten. 20 graden.
* Sommige economen, las ik in Het Nieuwsblad, vergelijken prijsplafonds met het bestrijden van overgewicht door de weegschaal op het maximum vast te zetten.
** En of die vrije-marktbeginselen in een crisis dan falen omdat ze te ver of niet ver genoeg werden doorgedreven is weer een andere vraag.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenEr is geen energie tekort op wereldvlak. Europa heeft een probleem, een markt- en een verwacht probleem in de aanvoer van gas (onzekerheid leidend tot sterke fluctuaties).
BeantwoordenVerwijderenDat omdat enkele grote Europese landen zich sterk afhankelijk hebben gemaakt van Russisch aardgas. Bovendien hebben die landen de mogelijkheid van eigen ontginning van fossiele energie hooghartig afgewezen (fracking is mogelijk in Duitsland, met moderne technieken met klein millieu-impact, liever bruinkool gebruiken, kerncentrales sluiten, en windmolens waar het land enkel een kuststrook heeft in het noorden, en ze weten niet hoe die elektriciteit van noord naar zuid te krijgen, re. gelijkaardig aan het Ventilus probleem).
Groene ideologische waanzin heeft ons zover gebracht dat bij een klein duwtje van Putin de hele Europese voorziening ontregeld geraakt. Belgie heeft geen energieprobleem, maar we zitten in de Europese boot. Belgie heeft wel een enorm budget probleem, gevolg van jarenlang inherent communautair mismanagement. Een klein duwtje en we wankelen.
Oplossingen voor de toekomst, een praktisch in plaats van ideologisch energiebeleid. Voor Belgie, verdere opdeling, defacto of dejure, die voor meer realisme in budgeting moet zorgen, of in ieder geval dat niet beide landsdelen in een neerwaartse spiraal komen.
Op korte termijn... koud uitzweten, hout, oude banden, noem maar op en terug naar vroeger...