Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zondag 4 december 2022

Mark Elchardus en de hoofddoek op school


      Ik ben het over de hoofddoek niet eens met Mark Elchardus in De Morgen van 3 december, niet met zijn standpunt en niet met zijn redenering. Zijn standpunt is al veertig jaar hetzelfde zegt hij: die hoofddoek moet worden toegelaten voor leraressen op school. Wel is dat standpunt geëvolueerd. Naar het einde van zijn column vraagt Elchardus zich af : ‘Is mijn standpunt vandaag nog houdbaar?’ Hij is op een punt gekomen waar hij vindt dat de hoofddoek op school eigenlijk geen probleem zou mógen zijn. Dát vind ik in zekere zin ook. Mocht ooit een tolerante, liberale, geïntegreerde, ‘Westerse’ variant van de Islam ondubbelzinnig dominant worden onder onze moslims, dan zou ik de hoofddoek ook niet als een groot probleem zien. Maar de kans is groot, denk ik, dat zo’n variant – als die er komt – er een is zonder veel hoofddoeken. Dan is het probleem opgelost als een klontje suiker in een glas water.
      Ik vind het in het algemeen nogal moeilijk om met Elchardus  te polemiseren, zonder eerst op te sommen waarover ik het allemaal wel met hem eens ben. Bijvoorbeeld:

  1. Dat de immigratie allerlei problemen meebrengt, zoals verhoogd jongerenvandalisme
  2. Dat de moslimse godsdienstbeleving slecht aansluit bij onze cultuur
  3. Dat men daarom de immigratie moet beperken door illegale immigratie te bestrijden en gezinshereniging veel strenger te regelen
  4. Dat men anderzijds een godsdienstbeleving moet tolereren die men eerst zelf langs open grenzen heeft binnengelaten*
  5. Dat men het dragen van de hoofddoek niet tot één motief mag herleiden
  6. Dat men niet te veel veronderstellingen nopens de intentie van de hoofddoek in het debat moet brengen, zoals daar zijn: onderwerping van de vrouw, bekeringsdrang, provocatie**
  7. Dat anderzijds het dragen van een hoofddoek hoe dan ook verbonden is met de moslimse godsdienstbeleving
  8. Dat men de hoofddoek enkel kan verbieden daar waar hij aanwijsbaar tot grote nadelen leidt
  9. Dat het verbieden van de hoofddoek tot averechtse resultaten kan leiden
  10. Dat de taak van leraren erin bestaat om kennis door te geven, onbeïnvloed door persoonlijke kenmerken als huidskleur, geslacht, aangenomen gender, ideologie, geloof en seksuele oriëntatie.

     Het eigenaardige voor mij is nu dat Elchardus juist uit het tiende punt, waar ik het ongeveer eens mee ben, een argument puurt om hoofddoeken voor leraressen toe te laten. Ik citeer: ‘Ik wil geen man die als man voor de klas staat, geen vrouw die als vrouw voor de klas staat, geen blanke die als blanke voor de klas staat, geen zwarte die als zwarte voor de klas staat, geen katholiek die als katholiek voor de klas staat. Ik wil een leraar die als leraar voor de klas staat.’ 
     ’t Is misschien wat scherp gezegd, maar ik ga hier, min of meer, in grote lijnen, op mijn manier, mee akkoord. Natuurlijk, je kunt je mannelijkheid of vrouwelijkheid niet afleggen als je de klas binnenkomt. Misschien geef je als man wel wat anders les dan vrouwelijke collega’s. Maar je geeft in elk geval geen mannelijke natuurkunde of vrouwelijke geschiedenis en je komt geen propaganda maken voor het masculinisme of het feminisme. Alleen is de opsomming van Elchardus opvallend onvolledig. ‘Geen katholiek die als katholiek voor de klas staat’. Hij had daar gemakkelijk aan toe kunnen voegen: ‘En geen moslimse die als moslimse voor de klas staat.’ Daarmee was het probleem waar hij mee worstelt scherper gesteld: kan dat dan, niet als moslimse voor de klas, met die hoofddoek op? Zou Elchardus zelf niet veel geruster zijn met in de klas een moslimse zónder hoofddoek, of een moslimse die althans in bepaalde omstandigheden bereid is om die hoofddoek af te leggen?
      De rare gedachtesprong van Elchardus wordt nog duidelijker in de zin die erop volgt: ‘Als het lukt doen huidskleur, seksuele geaardheid, ideologische overtuiging er niet toe, en een hoofddoek ook niet.’ We krijgen hier naar mijn smaak een heterogene opsomming: drie persoonlijke kenmerken en een symbool***. Dat zijn toch heel verschillende zaken. Een zwarte of blanke leraar voor de klas is inderdaad geen probleem, maar een speldje ‘Black and Proud’ of ‘White Pride’ is dat wel; een homo sportleraar is inderdaad geen probleem, maar een regenboogarmband boven zijn trainingspak is dat wel; een communist of een fascist voor de klas om wiskunde te doceren is misschien ook geen probleem, maar dan toch liefst een zonder hamer en sikkel of runeteken op zijn revers. En een bondage-adept is ook geen probleem, maar dan kan hij toch beter zijn latexpak thuislaten, al voelt dat pak voor hem aan als ‘een deel van zijn persoonlijkheid’. Zo is ook een moslimse voor de klas geen probleem, maar dan zonder dat specifieke ‘deel van haar persoonlijkheid’****.
     Aangezien Elchardus een man van nuances en pragmatiek is, wil ik er nog twee bedenkingen bovenop gooien. De eerste is deze. Zelfs als we niet te veel speculeren over de reden waarom een bepaalde moslimse een hoofddoek draagt, weten we dat er een verschil kan bestaan in het respect dat ze van moslimmannen krijgt. Zou dat geen gevolgen kunnen hebben in een school? Dat leraressen met een hoofddoek meer respect krijgen van de jongens in de klas dan andere leraressen zonder hoofddoek? En zou dat geen grote druk meebrengen voor álle moslimse leraressen om die hoofddoek toch te dragen, ook als ze die zelf niet zo belangrijk vinden in hun godsdienstbeleving?
     Mijn tweede bedenking betreft de kinderen. Het lijkt mij geen slecht idee om kinderen op school te beschermen tegen sociale druk in verband met kledij. Zelf gaf ik les op een uniformschool en ik vond dat prima. De leerlingen konden een keer per trimester hun eigen kleren kiezen, of het uniform van hun jeugdbeweging dragen. Van mij zouden moslimmeisjes op die dag ook hun hoofddoek mogen aanhouden, al getuigt het van een bedenkelijk fanatisme om daar op die leeftijd al mee te beginnen. Maar op andere dagen moeten ze die thuis laten, in het kader van algemene kledijvoorschriften. Zo’n verbod lijkt mij in alle opzichten verstandig, maar het zal moeilijk te handhaven zijn als hoofddoeken voor leraressen wel zijn toegelaten. 

 

 

* De vraag is wie die ‘men’ is in zo’n geval. De burgers? De politici die verantwoordelijk zijn voor het open-grenzenbeleid? Ik denk dat Elchardus hier vanuit zijn ideologie geen probleem in ziet. 

** Ondertussen is het onvermijdelijk dat we de veronderstellingen nopens de betekenis van de hoofddoek in het achterhoofd houden.
*** Je kunt je afvragen of baarden en dassen voor leraren en hoge hakken voor vrouwen ook niet tot de categorie van de symbolen behoren, al zijn ze heel algemeen en is de symboolwaarde door de traditie wat afgesleten ’t Is een delicate materie. Ik zou mij in deze niet verzet hebben tegen kledingvoorschriften voor leraren zoals die vroeger bestaan hebben: stofjas verplicht, stofjas verboden, kousen verplicht, kousen verboden, enzovoort. 

**** Ik ben de uitdrukking ‘deel van mijn persoonlijkheid’ al enkele keren tegengekomen. Het is, ondanks de aanhalingstekens, geen citaat van Elchardus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten