Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

donderdag 1 december 2022

Kan het ABN gered worden?

     

     Kan het ABN in Vlaanderen gered worden? Het korte antwoord is: neen.
      Laten we om te beginnen dat antwoord betreuren. Het ABN was en blijft een prachtig ideaal. Zeven miljoen Vlamingen en 18 miljoen Nederlanders, samen 25 miljoen, die één groot taalgebied vormen, waar men één taal spreekt en schrijft, een taal die overal verstaanbaar is, die geen onderscheid maakt tussen rang en stand, en die zich soepel aanpast aan formele en informele situaties zonder dat men telkens het hele fonologische, morfologische en lexicale stramien moet aanpassen –  een aanpassing die weliswaar vlot verloopt van formeel naar informeel, maar voor velen des te pijnlijker van informeel naar formeel*. 
     Het is indertijd een rationele keuze geweest om ook voor Vlaanderen de Noord-Nederlandse standaardtaal als norm te kiezen. Die taal was immers zelf ontstaan in de 17de-eeuwse Amsterdamse smeltkroes waar Hollands, Brabants en Vlaams samenkwamen. En bovendien wordt die standaardtaal vandaag door ongeveer 80 procent  van de Nederlanders gesproken, waardoor ze met 14 miljoen taalgebruikers de breedste basis vormt voor een eengemaakte taal. Maar juist het grote succes van de standaardtaal in Nederland, werd een nadeel in Vlaanderen. De taal werd in Vlaanderen als een exoot ervaren en dat verbeterde er niet op toen de Nederlandse standaardtaal zelf begon af te wijken van haar eigen uitspraaknormen. Als je een Nederlands en een Vlaams journaal van veertig jaar geleden beluistert, merk je dat men toen een gemeenschappelijke uitspraaknorm voor ogen had. Die norm is in de Vlaamse journaals amper gewijzigd. In Nederland echter doen zich allerlei Germaanse klankverschuivingen voor die de tegenstelling met het Vlaamse gebruik groter maken.
     Nee, het ABN en de Noord-Nederlandse norm kunnen op lange termijn niet worden gered, net zo min als de dialecten. De Brabantico-Kempische expansie in heel Vlaanderen is niet te stuiten. Taalontwikkeling kun je niet sturen. Emoties zijn sterker dan rationele argumenten. Je kunt volwassenen hun taal niet laten omsmeden zonder dat ze aan spontaneïteit inboeten. En kinderen krijgen hun eerste taal van die niet-omsmeedbare volwassenen. Ook is het Vlaamse identiteitsgevoel véél sterker dan het Groot-Nederlandse. In de 19de eeuw kon een Vlaamstalige elite nog kiezen voor een taalkundig Groot-Nederlandse integratie, maar vandaag beleven we anti-elitaire tijden – ook al omdat de huidige elites het ernaar gemaakt hebben.
     Toch blijven er argumenten rechtstaan om het ABN niet los te laten. We kunnen om te beginnen, zoals Cato, behagen scheppen in de strijd voor een verloren zaak. Vervolgens is er haast niemand die het ABN volledig uit Vlaanderen wil bannen. Haast niemand stoort zich eraan dat in televisiejournaals ABN wordt gesproken. Haast niemand stoort zich eraan dat kranten en tijdschriften bijna helemaal in het ABN geschreven zijn. Haast niemand stoort zich eraan dat Vlaamse romans door professionele tekstredacteurs van exclusief Vlaams woordgebruik worden gezuiverd, zodat er per bladzijde vaak maar één taalfout meer overblijft. Die taalfout schreeuwt je dan vanaf de bladzijde toe in je gezicht, maar dat komt omdat de rest van de bladzijde wel in correct Nederlands is. Bij boeken van Walschap, Teirlinck en Boon was dat even anders, waarmee over die drie uitstekende auteurs geen kwaad woord gezegd zij.
     Eigenlijk is de belangrijkste overweging deze: de standaardisering van het Vlaams is nog lang niet afgelopen. Ze is ook ongelijk doorgedrongen in de verschillende provincies. Ik kom de laatste tijd veel vaker in West-Vlaanderen en de taal van de jeugd die ik daar hoor op trein of bus is waarlijk niet dezelfde als die die ik hoorde van mijn leerlingen uit het Mechelse. Er zal aan het Schoon Vlaams nog veel veranderen en het eindresultaat ligt geenszins vast. Dat eindresultaat kan dicht bij het ABN liggen of kan er ver van verwijderd zijn. Hoe langer, hoe strikter, en hoe strenger we aan het ABN vasthouden, waar we maar kunnen, hoe gunstiger het eindresultaat zal zijn.
     Het volgende actieplan lijkt mij redelijk:

  1. De leerboeken Nederlands stoppen met tussentaal als aanvaardbaar taalregister voor te stellen;
  2. In de lerarenopleiding voor alle vakken wordt de helft van de leerstof vervangen door lessen taalbeheersing;
  3. Taalkundigen vergeten af en toe hun sociolinguïstiek om in plaats daarvan de ABN-norm te verspreiden volgens het principe ‘zeg niet – maar zeg’; ze moeten dat zó verwoorden, en hun voorbeelden zó kiezen, dat de juiste, en niet de verkeerde, variant blijft hangen;
  4. Vlaamse  televisiezenders sluiten een volksverheffingspact waarin ze beloven gelijktijdig de tussentaal af te bouwen in fictie en in entertainmentprogramma’s; televisiekoks worden gescreend op hun beheersing van het ABN;
  5. Nederlandse televisiezenders sluiten een soortgelijk pact af; de nieuwslezers kijken een uur per dag naar journaals van veertig jaar geleden;
  6. Verontruste burgers observeren het taalgebruik van politici, BV’s en reclamemakers; op gezette tijden signaleren en bekritiseren ze het Schoon Vlaams als een vorm van cultuurverloedering**; ingezonden stukken en posts op de sociale media zijn daarvoor het aangewezen middel ;
  7. Vlaamse kranten en tijdschriften geven altijd de voorkeur aan het Nederlandse woord boven datgene dat ‘standaardtaal is in België’; ze schrijven met andere woorden vergelijkbaar of soortgelijk in plaats van gelijkaardig***; als ze om begrijpelijke redenen het woord tosti willen vermijden, mogen ze croque-monsieur schrijven, maar dan in cursieve letters;
  8. Alle teksten van Vlaamse én Nederlandse auteurs worden voortaan nagelezen door Herman Jacobs.

     

* Natuurlijk gebeuren er ook aanpassingen bij registerverandering binnen het ABN, bijvoorbeeld in de keuze tussen huilenschreien en wenen. Maar we mogen hopen dat die aanpassingen gebeuren zonder dat daar een bewuste inspanning voor nodig is. De West-Vlaamse dialectspreker zal echter vaak een min of meer bewuste beslissing moeten maken om van kris’n of schreem’n over te schakelen op wenen.

** De bewoordingen ‘observeren, signaleren en bekritiseren’ en ‘cultuurverloedering’ werden mij aangereikt in een reactie van Luc Van Braekel. 
*** Als taalnazi’s onder elkaar spreken we af om gewone burgers niet lastig te vallen als die uit onkunde gelijkaardig of een vergelijkbaar woord gebruiken. Het verbod op Belgische standaardtaal hanteren we alleen tegen wie zich beroepshalve met schrijven bezighoudt.

1 opmerking:

  1. Historisch perspectief: Teruggaande naar de tijd van de splitsing der Nederlandene, toen was taal overal gefragmenteerd, ook in de Nederlandene zowel in Noord als Zuid (lokaal taalgebruik, dialecten, of andere talen). Na de splitsing werd Nederlands de landtaal in Nederland, de bestuurstaal. Ook mede door de protestantse traditie van bijbellezingen werd Nederlands er in hoge mate geharmoniseerd.
    Anders in 'Vlaanderen' (het grondgebied dat nu Vlaanderen heet): de francofone belgicisten wilden enkel het Frans als bstuurs-, cultuur- en hoger onderwijstaal. De Vlaamse/Nederlandstalige dialecten waren een alibi om België te onderscheiden van Frankrijk. De rol van de vertegenwoordigers van de katholieke kerk: zij wensten Vlaanderen te isoleren van het protestantse Nederland en wensten een gedweeë Vlaamse bevolking. Daarom promootten zij het Vlaams particularisme. De samenvallende belangen van de francofone belgicisten en katholieke overheid leidde tot een onderontwikkeld taalgevoel in Vlaanderen, gefragmenteerd, en met gebrek aan 'standing'. Het is bijna een wonder dat het Nederlands zo goed heeft overleefd in Vlaanderen, maar er is zware schade berokkend aan het Vlaamse taalgevoel. Nog steeds zijn er Vlamingen die weinig taalvaardig zijn, een eenheidstaal is nog steeds zoek, en de taalsplitsing van het algemeen Nederlands is gedeeltelijk gelukt.
    Zowel de belgicisten als de katholieke overheid hebben Vlaanderen taalkundig veel schade berokkend. Het positieve is dat de Vlaamse opstanding toch nog zo goed gelukt is. De toekomst: verdere samenwerking met Nederland, en als tweede taal, een internationale taal, het Engels, overal in Vlaanderen promootten.

    BeantwoordenVerwijderen