Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

woensdag 10 april 2024

Mannenstemrecht


     Arthur Hendrikx is een filosoof maar geen hele goeie. In De Standaard (10 april) schrijft hij een stuk onder de kop ‘Neem mannen hun stemrecht af.’ Aangezien de lezer zal denken aan een grapje, verduidelijkt de inleiding dat het om een ‘ernstig’ voorstel gaat, en in de tekst zelf noemt de filosoof het een ‘onironische oproep’.
      Vergeleken met andere opinies die in De Standaard verschijnen, is het stuk redelijk goed beargumenteerd, zonder veel tegenstrijdigheden, wat bewijst dat die jongen toch iets geleerd heeft op de filosofieschool. Hij heeft kennis genomen van een ‘naakt statistisch feit’ namelijk dat mannen rechtser stemmen dan vrouwen. Hij haalt aan dat vrouwen gemiddeld intelligenter en empathischer zijn dan mannen. Hij wijst erop dat terroristen, verkrachters, seriemoordenaars en daders van school shootings vooral mannen zijn. En hij belooft, steunend op peilingen, dat Groen de verkiezingen zou winnen als alleen vrouwen mochten stemmen, en dat Vlaams Belang pas op de derde plaats zou eindigen. Dat is natuurlijk een uitstekend argument voor iemand die Groen boven Vlaams Belang verkiest. Iemand die zoals ik niet hoog oploopt noch met Groen noch met Vlaams Belang, heeft er evenwel niet veel aan.
      Er valt op de redenering nog meer af te dingen. Dat vrouwen gemiddeld intelligenter zijn dan mannen, dat is geloof ik niet waar. Maar de filosoof had een verwant argument kunnen gebruiken dat wel waar is: dat er meer extreem domme mannen dan extreem domme vrouwen bestaan. Goed dat past in zijn straatje. En misschien zijn vrouwen inderdaad empathischer dan mannen, waardoor ze minder egoïstisch reageren bij maatschappelijke dilemma’s. Dat is mogelijk. De volgende vraag is dan: hechten vrouwen door die empathie dan ook minder belang aan rationele afweging? En is dat een goede of een kwalijke eigenschap als het op politieke beslissingen aankomt?
     Ondertussen is evenmin bewezen dat de linksere voorkeur van vrouwen veel, of uitsluitend, met die intelligentie of met die empathie te maken heeft. Als mannen en vrouwen, om biologische of culturele redenen, zo verschillend zijn als de filosoof beweert, dan zijn er misschien nog andere kenmerken die het links/rechts-verschil verklaren. Misschien zijn vrouwen volgzamer tegenover de morele autoriteiten van het ogenblik, of het nu de katholieke kerk van vroeger was, of de links-liberale mediaconsensus van tegenwoordig. Mocht ik tijd en zin hebben, dan zou ik nog andere verschillen kunnen bedenken, en met nog wat meer tijd en zin zou ik statistieken kunnen opzoeken om mijn bedenksels te onderbouwen.
      Ook over de premisse van de gewelddadige mannen – terrorisme, verkrachtingen, seriemoorden, school shootings – valt iets te zeggen, namelijk dat die geweldenaars een extreem kleine minderheid van de mannen vertegenwoordigen*.  Die minderheid is zo extreem klein dat ze moeilijk een collectieve ontzetting uit een belangrijk burgerrecht kan rechtvaardigen. Vandaag komen terroristen meestal uit het moslimmilieu. De filosoof zal het met mij eens zijn dat dat onvoldoende reden is om het stemrecht van alle moslims af te nemen. Ook zijn er in elke maatschappij groepen waarin meer gewelddadige criminaliteit aanwezig is dan in andere, wat alweer onvoldoende reden is om het stemrecht van die groepen af te nemen.
     Een andere zwakke schakel in de redenering van de filosoof is het amalgaam dat hij maakt van ‘conservatief’, ‘rechts’, ‘extreem rechts’ en ‘extremistisch rechts’. Zelf ben ik bijvoorbeeld ‘rechts’ en mijn hart bloedt als iemand mij ‘extreem rechts’ noemt, maar ik heb in elk geval geen last van de extremismen die de filosoof opsomt: ‘klimaatnegationisme’, ‘uithollen van de rechtstaat’, ‘racisme’, ‘misogynie’ en ‘lgbti-haat’. De rechtsen die ik ken hebben daar ook geen last van. Mogen wij dan wél stemmen? Of moeten we het eerst eens zijn met de filosoof over het asiebeleid, het klimaatbeleid, de verhoudingen binnen de trias politica, de noodzaak om extreem rechts op X te censureren, en over de kleurenblinde dan wel de positieve-discriminatie aanpak van de multiculturele samenleving?
     De filosoof geeft toe dat de afschaffing van het algemeen stemrecht die hij voorstelt geen ‘ideale situatie’ is.  Hij probeert die toegeving als volgt af te zwakken: ‘Honderden jaren mochten vrouwen niet stemmen; waarom de rol niet eventjes omdraaien … Misschien kan het stemrecht slechts écht algemeen worden als de genderverhoudingen gelijk zijn getrokken door de macht radicaal over te hevelen naar het historisch verdrukte gender.’
       Het is natuurlijk waar dat de vrouwen lange tijd niet mochten stemmen. Ik zag twee weken geleden een mooie film die daarover ging: Cè ancora domani, en enige tijd terug een andere over hetzelfde onderwerp: Die göttliche Ordnung. De discriminatie die in die films getoond en gehekeld wordt betekende overigens niet dat vrouwen indertijd helemaal géén politieke invloed hadden. Zo had ik een katholieke overgrootmoeder – een boerendochter – die met een liberale handelaar getrouwd was. Bij de verkiezingen nam zij de twee zonen van het gezin apart om hen duidelijk te maken dat ze op de katholieke partij moesten stemmen. Dat waren in dat gezin dan twee katholieke stemmen tegen één liberale. Had zijzelf en haar drie dochters mogen stemmen, dan zouden er zes katholieke stemmen tegen één liberale geweest zijn.
      Maar los daarvan was het natuurlijk een onrechtvaardige toestand. En dan zie je altijd lui die voorstellen om dat onrecht uit het verleden recht te trekken door tijdelijk nieuw onrecht in te voeren. Lenin vond dat de burgerij tijdelijk van het stemrecht moesten worden uitgesloten om de ongelijkheid van het verleden recht te trekken. Bij woke gaat men meestal helemaal tot de slavenhandel terug om allerlei gekke maatregelen voor te stellen.
      En hoe moet het plan van de filosoof worden uitgevoerd? En dan heb ik het niet eens over de vraag of het stemrecht voorbehouden moet blijven voor cisvrouwen, dan wel voor iedereen die desgevraagd met zij/haar ondertekent. ‘Met graagte,’ schrijft de filosoof, ‘zou ik als man mijn stem afgeven.’ Dat is zijn goed recht, dat hij makkelijk kan afdwingen door bij de volgende verkiezingen blanco te stemmen. Hij kan zelfs pamfletten in de brievenbussen van zijn buren stoppen waarin hij mannen, en zeker rechtse mannen, oproept om net zoals hij blanco te stemmen. Maar wat doet hij dan met mannen zoals ik die hun stem niet ‘met graagte’ afgeven? Moet over zo’n belangrijke wetswijziging dan niet democratisch worden beslist? Per referendum? Met een gewone meerderheid? En mogen bij dat referendum zowel de mannen als de vrouwen, cis en trans, meestemmen?**
      De filosoof is niet de enige die het stemrecht zou willen beperken. Ik ken een libertair die ambtenaren zou uitsluiten van het stemrecht. Een andere is voorstander van het cijnskiesrecht: alleen wie belastingen betaalt, mag mee beslissen over de hoogte en de bestemming van die belastingen. Een meer technocratisch ingestelde FB-vriend is voorstander van een meervoudig stemrecht: wie een hoog IQ heeft mag meer stemmen uitbrengen dan wie een laag IQ heeft. Ook aan hen kun je vragen hoe en door wie de wetswijziging moet worden goedgekeurd. Vanaf welk IQ bijvoorbeeld mag je meestemmen om te beslissen of IQ al dan niet een rol speelt bij het stemrecht? 
     Het huidige kiesstelsel levert geen ideale resultaten op; kijk maar naar Vivaldi. En voor elke beperking op het stemrecht zijn wel enkele goede redenen te verzinnen. Maar het eenvoudigste lijkt mij toch om het goeie, ouwe Algemeen Enkelvoudig Stemrecht als een soort dogma te aanvaarden waarover niet wordt gediscussieerd. Wie wil discussiëren, moet maar een ander onderwerp kiezen. De filosoof kan dan geduldig proberen uit te leggen waarom Groen het verdient om de verkiezingen te winnen, en waarom Jordan Peterson ‘mysogynie, racisme en lgbti-haat weelderig doet tieren’. En ik kan dan geduldig proberen uit te leggen dat seksistische discriminatie altijd een slecht idee is, ook als het tegen mannen gericht is. 

*Ik wil natuurlijk niet ontkennen dat testosteron ervoor zorgt dat zelfs bij jonge mannen die niet verkrachten en geen aanslagen plegen er toch een bovengemiddeld agressie-potentieel aanwezig is. Dat probleem kan worden opgelost door de stemgerechtigde leeftijd op te trekken tot bijvoorbeeld 35 jaar. En meteen kan ook de bovengrens op 65 jaar worden gebracht, want oudere mensen hebben meer last van angst en ook daardoor kunnen ze voor de verkeerde partijen stemmen.
  ** Ik heb die vicieuze cirkel in het hart van de democratie ooit al in een ander stukje aangehaald: 

6 opmerkingen:

  1. Ik heb dat stukje ook gelezen. Om mensen zoals die mijnheer Hendrikx aan te duiden bestaat in het Vlaams een goed woord: een kwiet. Een hoog opgeleide en intelligente kwiet. Daar zijn er jammer genoeg veel van. Groetjes, Marcus.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Willem CEUPPENS, Dilbeek10 april 2024 om 13:40

      Ad Marcum

      Dat woord "intelligente" zou ik er van tussen laten, en het toekennen van het attribuut "hoog opgeleide" is hier voor twijfel vatbaar. Een "gediplomeerde kwiet" zou volstaan... wat het woord "kwiet" ook moge betekenen...

      Verwijderen
    2. "kwiet (ne ~ (m.) , -en)
      zonderling, idioot, onbeduidend persoon, halve gare
      zie ook bietekwiet, rare kwiet

      vnw: rare kwiet: kwibus

      Van Dale online: kwiet: Belgisch-Nederlands, spreektaal, kwibus

      Lier, Herentals, Geel: ne kwit (korte, scherpe i)

      Wat is da nu weer voor ne kwiet?

      (https://www.vlaamswoordenboek.be/)

      Verwijderen
  2. Acht, DS is afgezakt tot het niveau van 'Van masturberen wordt ge blind'. En om de twee dagen vinden ze gastauteur die dat hard maakt. En de meeste dagen hebben ze wel wat stieren op stal die hetzelfde doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het is op zijn minst speciaal te noemen. Het illustreert eens te meer dat het predicaat "ondemocratisch" zeker niet voorbehouden is aan extreemrechts.

    Maar nadenken over de kern van onze democratie is altijd interessant. Ik kan bijvoorbeeld geen echt goede argumenten bedenken waarom ik wél voor algemeen enkelvoudig stemrecht ben maar niet voor de verlaging van de bovengrens naar 16 jaar. Er zijn ongetwijfeld verstandige 17-jarigen die zich nuttig maken voor de maatschappij (vakantiejob, vrijwilligerswerk, jeugdbeweging) en 24-jarige klaplopers die op kosten van ouders en maatschappij de Overpoort letterlijk afdweilen. Het enige dat ik kan bedenken is dat je érgens een leeftijdsgrens moet trekken en "waarom veranderen".

    Ik ben verder tegen stemplicht. De vrije keuze is wellicht nog de beste manier om mensen te laten wegen op de besluitvorming die daar intellectueel en moreel geschikt voor zijn.

    En tot slot ben ik voor maximale directe democratie en minimale representatieve. Zwitserland is het gidsland hier en geleidelijkheid is geboden, dus niet de meest ingrijpende maatregel ooit plots voorleggen aan een volk dat die traditie niet heeft.

    Terug naar deze filosoof: ik vermoed dat hij er niet voor zou pleiten mannen stemloos te maken als vrouwen gemiddeld rechtser waren. Het stemrecht voor mannen is dus bijzaak, het gaat hem om een links overwicht, waarvoor alle maatregelen goed zijn, te beginnen bij een die nog de schijn van democratie ophoudt.

    Dieter

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb er nog even aan gedacht om de leeftijdskwestie erbij te betrekken. Om mijn afkeer van een stemrecht op 16 jaar uit te drukken zou ik dan op een verhoging van de grens tot 21 jaar aangedrongen hebben. Leeftijdsgrenzen voor jongeren lijken mij in elk geval makkelijker te rechtvaardigen, met enige moeite, dan leeftijdsgrenzen voor ouderen, en selectie op basis van geslacht, belastingsbijdrage of IQ.

      Verwijderen