Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

vrijdag 7 juni 2024

De wreedheid van Stalin

 


     Af en toe lees ik een boek over Stalin. Hij was een van de grootste moordenaars van de geschiedenis, in de twintigste eeuw slechts vergelijkbaar met Hitler en Mao. Met allebei, maar vooral met de laatste, vertoonde hij enkele treffende overeenkomsten. Met zijn leermeester Lenin valt hij dan weer amper te vergelijken. Van Lenin heb ik de indruk dat ik hem kan begrijpen: een eendimensionele fanaticus. Als ik een roman over hem lees, zoals Lenin in Zurich van Solsjenitzyn, dan zie ik de hele Lenin voor mij. Maar als ik een roman lees als The Autobiography of Stalin van Richard Lourie, dan lijkt het of ik slechts enkele procenten van Stalin op mijn bord heb gekregen.
        Ik heb zojuist het twintig jaar oude boek van Simon Sebag Montefiore gelezen*, en bij dat boek kreeg ik de wél indruk dat ik de hele Stalin voor mij had, maar zonder hem te begrijpen. Er zijn zoveel Stalins in dat boek: de charmante gastheer, de scheldende potentaat, de vrolijke zanger op feestjes, de literaire vertaler, de vlijtige lezer van geschiedkundige boeken, de liefhebber van practical jokes (een onaangenaam trekje vind ik), de rustige heerser, de ijsberende zenuwpees, de sentimentele dwaas, de koude rekenaar, de roekeloze avonturier, de bedachtzame strateeg, de gelovige marxist, de gladde opportunist. Alleen al als vader zie je hem in vier gedaantes: liefdevol tegenover Svetlana, ontgoocheld in Vasili, plichtbewust jegens zijn geadopteerde zoon Artjom en berouwvol aangaande Jakov die zelfmoord pleegde in een Duits krijgsgevangenenkamp. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij dag en nacht militaire plannen uit met zijn generaals, maar hij vond ook tijd om elk detail van een muziekwedstrijd te regisseren tussen 54 componisten die een nieuw volkslied moesten maken. Stalin schreef mee aan de tekst van het winnende nummer.
     Er is een vergevende Stalin en een rancuneuze Stalin. Er is een Stalin die zijn limousine laat stoppen om enkele mensen mee te nemen die in de regen op een bus wachten, en er is een Stalin die kraait van plezier als men uitbeeldt hoe een vijand van hem – Zinovjev – ter dood werd gebracht. Er is een Stalin die in het bijzijn van zijn gevolg zijn broek afstroopt en zijn gevoeg doet in het midden van de straat, en er is een Stalin die zachtjes de kamer binnengaat van een zieke collega om een deken over hem te leggen. Er is een Stalin die weet wat hij wil en er is een Stalin die niet weet wat hij wil. Er is een Stalin die geen tegenspraak duldt, en er is een Stalin die een vrije en vranke mening wil horen. Er is een Stalin die hoge ambtenaren laat opsluiten en folteren, en er is een Stalin die ze, als hij ze later weer nodig heeft, terugroept en hoofdschuddend en medelijdend kijkt naar hun vingertoppen zonder nagels. Er is een Stalin die geprezen wil worden, en er is een Stalin die razend wordt van kruiperig geslijm.
     Een aantal van die tegenstrijdigheden kunnen geduid worden als huichelarij, een aantal andere vanuit een complexe persoonlijkheid. Maar nog andere zijn volgens mij te verklaren uit de werkwijze van de Montefiore. De auteur heeft voor zijn werk de archieven in het Kremlin geraadpleegd, maar hij heeft ook veel interviews afgenomen van mensen die Stalin gekend hebben, en van hun kinderen. Die hebben allemaal hun eigen kijk op Stalin. Bij sommigen is die kijk rooskleurig, bij andere zwartgallig. Eigenlijk kun je het boek van Montefiore zien als gecondenseerde parafrase van al die interviews**, met al de tegenstrijdigheden die erbij horen. Ik neem een willekeurige alinea over de latere jaren van Stalin.

Zijn gevoel voor wat haalbaar was, zijn geduld en charme om zijn wreedheid mee af te dekken, lieten hem ook nu niet in de steek en hij handelde de zaak op logische en georganiseerde wijze af. Zijn onvoorspelbare woede, de panische haast en zijn onverbiddelijke paranoia dreef de magnaten ironisch genoeg dichter naar elkaar toe.

      Geef toe, dat is nogal verwarrend. Wat was het nu: ‘geduld’ of ‘panische haast’? Maar het kan natuurlijk best dat de ene waarnemer daar iets anders over verteld heeft aan zijn kinderen dan de andere. De auteur geeft de twee versies na elkaar en laat ze botsen, zonder ze met een stilistische ingreep te verzachten, zoals ‘dat geduld belette niet dat hij soms een panische haast ten toon spreidde …’
      Een van de sympathiekste trekjes van Stalin was dat hij meestal vriendelijk was tegen het lagere personeel. En hij was attent voor mensen die hij toevallig ontmoette en stuurde hen achteraf een gepast cadeautje. Een van zijn minst sympathieke trekjes was de wreedheid waarmee hij zoveel (aangetrouwde) familieleden, oude vrienden, collega’s, vrouwen van collega’s, en kinderen van collega’s liet arresteren en folteren, waarna ze in een kamp terechtkwamen of terechtgesteld werden. En het is onvoorspelbaar wie er wel en niet ‘in ongenade zou vallen’.
     Nu is die onvoorspelbaarheid natuurlijk een wezenskenmerk van de tirannie. Ze werd meesterlijk beschreven door Tacitus en Suetonius, en nu ook door Montefiore. Maar de lezer heeft niet genoeg aan beschrijvingen. Hij wil
 begrijpen, en woorden als ‘willekeur’, ‘machtswellust’ en ‘paranoia’ lijken eerder samenvattingen dan verklaringen van gedrag. Wat doe je dan? Wel, je kunt bijvoorbeeld alle beschreven gevallen bij elkaar leggen en zoeken naar welke omstandigheden de kans op ongenade groter maakten.
      Die waren er in overvloed. Het was gevaarlijk om Stalin openlijk tegen te spreken of in het verleden tegengesproken te hebben, en het was onvoorzichtig om achter zijn rug kritiek te geven, want je kon afgeluisterd of overgedragen worden. Ook was het gevaarlijk om Jood te zijn, om leiding te geven aan de geheime politie – quis custodiet custodes, moet Stalin gedacht hebben –, om een seksueel losbandig leven te leiden, om als ‘tweede man’ voor een mogelijke troonopvolger te worden gehouden, om als vrouw getrouwd te zijn met een van de leiders, of om in contact te staan of te hebben gestaan met buitenlanders, zelfs al was je minister van Buitenlandse Zaken.
     Al die zaken kwamen in je dossier, maar of je dan ook echt tegen de lamp liep, dat wist je nooit. Ook waren er een aantal omstandigheden die dubbelzinnig waren. Het was gevaarlijk om tot de intieme kring te behoren***, maar het was ook gevaarlijk om er niet toe te behoren. Stalin vertrouwde niemand die zich niet dronken liet voeren, maar hij had ook een hekel aan alcoholisten, vooral nadat zijn zoon Vasili alcoholist geworden was. Hij hield niet van inefficiënte klojo’s, maar als je te bekwaam was, zoals Beria, werd je een bedreiging. Oude collega’s raakte hij beu, maar jonge collega’s waren expendable. Als je algemeen gehaat was kon je als zondebok opgeofferd worden, maar als je te populair was, werd de oude baas jaloers. Het was altijd wat.
     Uiteindelijk blijf je als lezer met een aantal mysteries zitten. Waarom liet Stalin zijn oude rivaal Boecharin terechtstellen? Die was jaren geleden politiek onschadelijk gemaakt en daarna ogenschijnlijk een persoonlijke vriend gebleven. Montefiore schrijft dat Boecharin ‘geniaal maar hysterisch’ was. Begon die hysterische kant op Stalins zenuwen te werken? Er is eigenlijk maar van één leider waarvan de lezer perfect begrijpt waarom hij ‘gezuiverd’ werd: Jezjov, de baas van de geheime dienst NKVD: hij beantwoordde aan bijna alle voorwaarden: intieme kring, geheime dienst, gehaat, perfecte zondebok,‘tweede man’, seksueel losbandig, alcoholist 
 en daardoor verminderde efficiëntie.
      Stalin heeft niet lang genoeg geleefd, maar ook de zuivering van Jezjovs opvolger Beria ware logisch geweest om bijna dezelfde redenen. Bovendien was de cynische Beria de enige van de leiders die geen beate marxist was. Hij was eigenlijk voorstander van privé-bezit, liet hij zich soms ontvallen. Hij was de enige, schrijft Montefiore, die de capaciteiten had om een Amerikaanse multinational te leiden. Hij was ook de enige die zich persoonlijk bezig hield met folteringen.
     Dat Stalin vele miljoenen boeren liet uithongeren, deporteren en vermoorden is begrijpelijk vanuit zijn fanatieke communistische geloof. Dat was nodig om de landbouw te collectiviseren en de productie te verhogen, dacht hij. Die wreedheid vertoont helaas een zekere logica. Maar de zuiveringen in de eigen partij en partijleiding? Niemand heeft meer communisten laten vermoorden dan Stalin en Mao. Dat soort wreedheid is lastiger om uit te leggen. Maar het is nu ook weer niet dat verklaringen ontbreken.
     Er is ten eerste de zondebok-verklaring. Het communisme belooft het paradijs op aarde, maar de werkelijkheid blijft achter op de droom. Dan is het goed om saboteurs en vijanden te kunnen aanduiden omdat je zo kunt uitleggen waarom het paradijs er nog niet is. En het uitschakelen van die saboteurs en vijanden – on general principle – is een goed middel om het volk tegelijk angst en enthousiasme in te boezemen. Je houdt het volk bij de les.
     Daarnaast is er de mentaliteit van de revolutionair. Stalin heeft zijn jonge volwassenheid doorgebracht als beroepsrevolutionair. Zo’n man heeft één doel voor ogen: het omverwerpen van het establishment. Nu zijn er twee soorten revolutionairen: degenen die het na de Grote Revolutie wat rustiger willen aanpakken en zelf establishment willen worden, en degenen van wie de revolutiehonger nog niet is gestild. Ze gaan op zoek naar een nieuw establishment om omver te werpen en dat nieuwe establishment is dat van hun eigen partij en van hun eigen regering. Ze zijn, in managementsterminologie, eeuwige disruptors. Dat is een van de oorzaken van Stalins Grote Zuivering en van Mao’s Culturele Revolutie.
     Vervolgens heeft een onvoorspelbare repressie in eigen rangen het voordeel dat je je machtsmonopolie versterkt. De leden van de allerhoogste leiding weten dat hun leven niet veilig is. Ze zouden wel willen in opstand komen tegen de Leider, maar wie zal volgen? Uiteindelijk laten ze zich meeslepen door angst voor arrestatie en hoop dat ze gespaard zullen blijven. Wat volgt is een soort Stockholmsyndroom waarbij de Hoop de gedaante aanneemt van Geloof in en Liefde voor de Leider. Zo blijven dan, schrijft Paulus, Geloof, Hoop en Liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de Liefde. Toen Stalin overleed stonden zijn collega’s, behalve Beria en Mikojan, te huilen rond zijn sterfbed. Na Stalins dood werd de vrouw van vice-premier Molotov na vijf jaar opsluiting uit de gevangenis vrijgelaten. Haar eerste vraag was: ‘Hoe is het met Stalin.’ Ze viel flauw toen ze hoorde dat hij dood was.
     Ten slotte moeten we de willekeurige liquidatie van vrienden en collega’s ook toeschrijven aan de corrumperende invloed van macht. We zeggen allemaal wel eens dat we iemand zouden willen wurgen. In Elsschots Huwelijk denkt de man: ‘Ik sla haar dood en steek het huis in brand,’ maar hij doet het niet vanwege ‘de wetten en de praktische bezwaren’. Maar wat gebeurt er als er geen ‘wetten en praktische bezwaren’ in de weg staan en je het doodslaan door anderen kunt laten doen? Stalin laat zich na de dood van zijn vrouw vijf jaar lang het leven zuur maken door zijn schoonfamilie met wie hij praktisch onder één dak leeft. Je begrijpt dat hij er genoeg van krijgt. Maar de remedies die hij toepast om van de lastige situatie af te komen zijn wat doortastender dan die van de gewone burger.
     Een anekdote die Montefiore vertelt kan dat verduidelijken. 

Vlasik [luitenant-generaal verantwoordelijk voor de lijfwacht] had gehoord dat er bananen waren aangekomen en hij kocht er een paar om de slechte tanden van Stalin te ontzien. Tijdens het diner met alle magnaten kwam Vlasik trots met de bananen aanzetten. Stalin pelde er een, maar die was nog niet rijp. Hij probeerde er nog twee. Die waren evenmin rijp. Stalin riep Vlasik: ‘Waar heb je deze bananen vandaan?’ Vlasik probeerde het uit te leggen, maar Stalin schreeuwde: ‘Die oplichters nemen smeergeld aan en beroven het land. Wat is de naam van het bananenschip?’ ‘Ik weet het niet,’ zei Vlasik, ‘ik heb er niet op gelet …’ ‘Ga erachteraan. Ik sleep jou samen met hen voor de rechter!’ brulde Stalin. Poskrjobysjev ging op zoek naar de naam van het schip en gaf bevel tot arrestaties. Malenkov pakte zijn notitieboekje en maakte aantekeningen. Stalin gaf Mikojan opdracht om de nieuwe minister van Handel te ontslaan.

     Ik kan Stalins ergernis begrijpen. Ik word ook boos als ik bananen wil kopen en er zijn in de winkel alleen maar exemplaren die nog niet rijp zijn, en andere die overrijp zijn. Maar ik heb niet zoals Stalin twintig jaar in een positie verkeerd dat ik iemand kan laten straffen omdat de bananen niet naar mijn zin zijn. Misschien word je het wel gewoon als je grillen en ergernissen kunt omzetten in gevangenisstraffen en executies.
     De bananenanekdote werpt nog een ander probleem op. Stalin roept: ‘Die oplichters nemen smeergeld aan en beroven het land.’ Geloofde hij dat zelf? Een beetje wel, vermoed ik. Als marxist was Stalin helemaal van de resultaatsmoraal. Goede of kwade bedoelingen telden niet. Maar het morele besef dat bedoelingen er wel toe doen, kun je niet helemaal uitschakelen. Je kunt gerust onschuldige bananenvervoerders veroordelen om een voorbeeld te stellen, maar het helpt als je jezelf een beetje kunt wijsmaken dat ze schuldig zijn aan corruptie. Je kunt gerust tienduizenden partijleden laten doodschieten op grond van valse beschuldigingen, maar het helpt als je gelooft dat toch een deel van die beschuldigingen waar zijn, ook al heb je ze zelf verzonnen.
      Mensen als Stalin moeten op hun manier een vorm van cognitieve dissonantie hebben ervaren: de kloof tussen de bittere wetenschap dat hun slachtoffers onschuldig waren, en de aangename overtuiging dat ze het wel waren. Daarom was het belangrijk dat de slachtoffers bekentenissen aflegden, en daarom werden ze eindeloos gefolterd. Die bekentenissen dichtten de kloof. Ze waren een troost voor de beulen****. 

     

* Ik heb het boek in het Nederlands gelezen. Ik heb de Engelse tekst niet bij de hand, maar de vertaling lijkt mij bijzonder slecht gemaakt. Ergens las ik iets over een internationaal bekende ‘duistere vrouw’. Zou daar in het Engels shady lady gestaan hebben? P.S. Een lezer meldt mij dat de Engelse tekst luidt international lady of mystery. Dan is het met de vertaling nog erger gesteld dan ik dacht. De aanhalingstekens bij duistere vrouw zijn dan een testimonium paupertatis. Ook de Duitse vertaling is naar verluidt heel slecht.
** Het boek is geen algemeen, systematisch en gebalanceerd verslag van de grote gebeurtenissen. Montefiore volgt niet de draad van de gebeurtenissen waar hij dan bronnenonderzoek aan koppelt, hij doet het omgekeerde: hij volgt de draad van de bronnen die hij gevonden heeft, waardoor hij sommige onderwerpen over- en andere onderbelicht.  Hij vult die collage aan met samenvattende oordelen van eigen makelij. Zo vindt hij Stalin een ‘geniaal staatsman’. Dat weet ik nog zo niet. Hij had een uitstekend geheugen en een goede mensenkennis, was vlug van begrip, met een sluw gevoel voor timing. Maar hij verloor zich in micromagement en neigde tot zelfoverschatting. Soms was hij nuchter en realistisch, maar lang niet altijd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij ongeveer evenveel slimme als dwaze beslissingen genomen. Nog bonter maakt Montefeori het als hij Stalin met alle geweld een ‘intellectueel’ wil noemen, omdat hij veel literaire en geschiedkundige boeken las. Maar is dat voldoende? Stalin lijkt mij iemand die heel weinig belangstelling had voor wetenschap, voor abstracte ideeën, en voor de waarheid in het algemeen. Lenin heeft tenminste nog Empiriocriticisme en materialisme geschreven.

*** Je hoort wel eens: ‘In de politiek heb je geen vrienden.’ Na het lezen van Montefiores boek denk ik dat het maar best is ook. De Russische leiders klitten aan elkaar als een maffiafamilie. Ze vergaderden samen, dronken samen, aten samen, gingen samen op vakantie. Een uitstekende voedingsbodem voor intriges. En je gaat ook sneller op elkaars zenuwen werken.

**** Ik laat de officiële verklaring onbesproken, namelijk dat de partijleden die tussen 1936 en 1938  vervolgd werden ook werkelijk tot een nazistische vijfde colonne behoorden.

5 opmerkingen:

  1. Stalin begrijpen of niet begrijpen is bijkomstig. De staatsvorm was een dicatatuur, gebaseerd op een geloof verkleedt als een wetenschappelijke ideologie, onontkoombaar en wetmatig. Alles is toegelaten, want dit was de juiste kant van de geschiedenis. De enige kant.
    In de vroeg 20ste eeuw was het inzicht dat er een groot verschil was tussen het oorspronkelijke academische werk van Marx, en de politieke extrapolatie, het politieke marxisme, De Leer, nog gebrekkig. Marx heeft natuurlijk nooit z'n handen vuil gemaakt, Lenin ook niet of weinig en stierf te vroeg. Zij zijn wel de ideologische doodgravers, zij zijn medeverantwoordelijk.

    Hadden ze beter kunnen weten? Ja, er was toen al heel veel kennis over de ontwikkelingen van de mensheid, een beetje buiten de eigen tunnel kijken had geholpen om wat perspectief te krijgen. Anderen, en niet alleen lakeien van het kapitalisme, zagen wel wat er op 'ons' afkwam met het communisme.

    Iedereen die ooit bewust het communisme heeft aangehangen in volle glorie, als volwassene en vele jaren is intellectueel onbetrouwbaar.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. U staat niet alleen met uw mening. Tucholsky: 'Wer einmal marxistisch denken gelernt hat, der kann überhaupt nicht mehr denken und ist verdorben'. Of heb ik dat citaat al eens meegegeven bij een vorige reactie van u?

      Verwijderen
    2. Ook van hem: "Gott weiss bekanntlich alles, aber die Kommunisten wissen alles besser".
      Als je boven God staat, dan kan je niets meer verkeerd doen - dan is je wil wet. Dat is de hersenspoeling die communisten - tot heden toe - ondergaan.

      Verwijderen
    3. In link een analyse uit The Spectator waarom Lenin te verafschuwen is voor het soort beleid van personen als Hitler/Stalin/Mao etc. Er is geen onderscheid in verantwoordelijkheid tussen de beulen en degenen die het 'beulschap' hebben opgericht.

      https://www.spectator.co.uk/article/why-isnt-lenin-as-reviled-as-hitler/

      Verwijderen
  2. U staat niet alleen met uw mening. Tucholsky: 'Wer einmal marxistisch denken gelernt hat, der kann überhaupt nicht mehr denken und ist verdorben'. Of heb ik dat citaat al eens meegegeven bij een vorige reactie van u?

    BeantwoordenVerwijderen