Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zaterdag 20 juli 2024

Het formatieberaad, en andere kortjes

Formatieberaad
    
Men vraagt mij waarom ik niets schrijf over het formatieberaad. Dat heeft een eenvoudige reden: ik mag daar niets over zeggen.  

Geconditioneerd
     Op de voorpagina van De Standaard (19/7) prijkt een grote kop: ‘Vlaamse kinderen slikken tot drie keer vaker ADHD-medicatie dan Waalse.’ Ik verwacht daaronder een stuk waarin die Vlaamse praktijk wordt aangeklaagd, maar het is omgekeerd: het gaat erover dat Waalse kinderen niet genoeg ADHD-medicatie nemen. Was ik geconditioneerd in mijn verwachting door de term ‘slikken’? 

Durfkapitalisme
     Lieven Sieoen (DS 19/7) zet een aantal tegenstrijdigheden in het het Republikeins economisch programma op een rijtje. ‘Jobs en hogere lonen moeten afgeschermd worden door massale deportatie van migranten zonder verblijfsvergunning en heffingen van 60 procent op import uit China en 10 procent op de rest van de wereld.’ Dat valt moeilijk te rijmen met de strijd tegen inflatie, vindt Sieoen. Dat lijkt mij juist opgemerkt. Daarnaast vindt hij het tegenstrijdig dat J.D. Vance zegt op te komen voor de verarmde arbeidersgezinnen, het milieu van zijn jeugd, en ondertussen een durfkapitalist is geworden. Dat vind ik dan weer niet noodzakelijk tegenstrijdig.

Opinies over Trump
      Op de opinie-pagina’s van De Standaard zie ik het zoveelste stuk over ‘de ramp’ die zich in de VS aan het voltrekken is. De auteur is dit keer de linkse activist Owen Jones die door de PVDA in 2013 al op haar Manifiesta-feest werd opgevoerd. Ik wil dat stuk van Jones gerust eens lezen. De analyse is misschien wat extreem, maar de toon is al met al zakelijker dan die van Steven De Foer op de pagina’s voorbehouden voor berichtgeving.

Hardvochtige technocraten
     Het voordeel van technocraten is dat ze kunnen zeggen wat ze denken. Politici moeten heel voorzichtig zijn als ze iets zeggen over bijvoorbeeld de nakende sluiting van Audi. De eenvoudige waarheid kan ‘hardvochtig’ of ‘koud’ klinken. Herman Daems, die verantwoordelijk was voor de reconversie in Limburg, kon vrijer spreken. ‘Toen Ford Genk dreigde te sluiten, was mijn advies: laat dat maar gebeuren.’ (DS, 12/7).
     Uit hetzelfde interview leer ik eindelijk een van de voordelen kennen van het protectionisme. ‘De auto-industrie in Vlaanderen kwam onder meer tot ontwikkeling omdat Amerikaanse groepen zoals GM invoerheffingen wilden vermijden.’ Door invoerheffingen verplicht je industrieën naar je eigen land te verhuizen. Maar zoals de sluitingen in onze auto-industrie achteraf lijken aan te geven, was zelfs dat voordeel van tijdelijke aard.

Legale cocaïne
     Vincent van Menen somt een aantal voordelen op van de legalisering van cocaïne (DS 12/7). Hij suggereert zelfs dat Oxfam een Fair Trade-product op de markt zou kunnen brengen, de Flanders White Lines. Ergens in zo’n betoog moet je ook een tegenargument bespreken en onderuithalen. Een trucje is dan om een heel zwak tegenargument te zoeken. Dat van Van Menen is dat hijzelf helemaal niet van cocaïne houdt, maar dat belet niet enzovoort.

Trump en de pers
     Een liberale democratie kan niet functioneren, schrijft Ian Buruma (DS, 10/7), zonder een onafhankelijke rechtspraak, een vrije pers en een onpartijdig ambtenarenapparaat. Aangezien Trump ‘vijandig staat’ tegenover de rechterlijke macht, de bureaucratie wil ‘volproppen’ met zijn aanhangers, en de pers ‘haat’, vormt hij een ‘existentieel gevaar voor de democratie.’
     Vooral die ‘haat’ intrigeert mij. Ik kan Trumps hart en nieren niet doorschouwen, maar ik twijfel eigenlijk niet aan het bestaan van die haat. Ik geloof dat de kracht van Trump is dat hij veel van zijn ressentiment niet huichelt. Maar die haat voor de pers heeft tijdens Trumps vorige presidentschap niet belet dat de The New York Times en The Washington Post dagelijks onvriendelijke dingen over hem schreven. Ik voorspel dat dat bij het volgende presidentschap niet anders zal zijn. Al moet de lezer mij niet geloven. Mijn vorige voorspelling was dat Trump, na de bestorming van het Capitool, voorgoed had afgedaan.

De compromisbereidheid van Trump
     Een passus van Buruma blijft door mijn hoofd spoken. ‘Een meerderheid van de stemmen geeft het recht om te regeren, maar niet om een beleid te dicteren.’ Is dat nu spelen met woorden? Wat later is Buruma duidelijker: ‘Belangenconflicten moeten in een democratie worden opgelost in compromis.’ Die gedachte spreekt mij wel aan. Je kunt niet over alles compromissen sluiten, maar zonder een zekere matiging in beleid en toon kan het inderdaad slecht aflopen. Daarom is het bijvoorbeeld beter dat een president zijn haat tegen de pers niet al te dikwijls in zijn uitspraken laat blijken. Ook kapitaliseren op ressentiment dient met mate te gebeuren. Je mag de boosheid van het publiek verwoorden tijdens een verkiezingscampagne, of als je in de oppositie bent, maar ermee doorgaan als zittend president, zoals Trump indertijd deed, is ongezond. 

Chinezen
     Een kop in de krant – welke krant weet ik niet meer, ik ben vergeten de datum op het knipsel te schrijven. ‘Chinese bevolking halveert tegen 2100.’ Ik heb daar niet héél diep over nagedacht, maar ik vind het wel goed nieuws*. 

Ruraal Vlaanderen
     Na de verkiezingen las ik in mijn krant af en toe suggesties die moesten helpen om het VB-succes in het rurale Vlaanderen te stoppen. Er moest meer geïnvesteerd worden in lokale nutsvoorzieningen. De overheid moest de banken verplichten er een kantoor open te houden, en moest zelfs meer bussen voorzien. Op die manier zou de ontevredenheid verminderen en zouden de mensen een minder boze stem uitbrengen.
     Maar zo eenvoudig is het niet. Als steeds meer Vlamingen het platteland verlaten, worden de nutsvoorzieningen per streekbewoner duurder. Men kan dat opvangen door hogere belastingen op het platteland, maar dan hebben die mensen iets nieuws om boos over te zijn. Men kan het ook opvangen door hogere belastingen op de stedelijke bevolking, maar dan krijg je dáár ontevredenheid. Of men kan de leegloop goedmaken door meer asielzoekers naar het platteland te over te brengen, zoals burgemeester Mimmo Lucano deed in dat Italiaans bergdorpje**. Maar het is niet zeker of dat de VB-aanhang zal verminderen. 

Zij-instromer
     Sam Vandenbosch probeerde een jaar lang een job als freelancejournalist te combineren met die van leerkracht. Volgens haar stuk in De Standaard van 8/7 verliep het contact met de directieleden en de secrerariaatsmedewerkers vlot, maar werd ze door de lesgevende collega’s argwanend bekeken. Onderwijsmensen hebben een aparte mentaliteit, zei ze. Dat is waar: een mentaliteit met goede en slechte kanten. Eén slechte kant van onderwijsmensen is dat ze nogal makkelijk klagen. Op dat vlak zit Sam geloof ik in een gunstige uitgangspositie. ‘Het lijden van de jong zij-instromer,’ heette haar stuk. 

Bewapening tegen Rusland
     Wij zijn het gewend dat zowel centrum-rechts als centrum-links, na Oekraïne, voor hernieuwde bewapening opkomt. Maar het is nieuw dat ook delen van radicaal-links zich bij de elementaire feiten neerleggen. Ten getuige de groene activist George Monbiot. De Standaard (8/7) nam een van zijn stukken uit The Guardian over. ‘De omstandigheden zijn veranderd … Ik ben van mening dat we ons conventionele wapenarsenaal moeten uitbouwen, zowel om andere Europese landen als om onszelf eventueel te kunnen beschermen, hoe onvoorstelbaar dat laatste een paar jaar geleden ook was.’

Neokoloniaal of provinciaal
     Nu iedereen bijna uitgelachen is met het stuk ‘Reizigers als moderne kolonialen’, wil ik toch nog even mijn reactie weergeven. Ik begrijp dat de schrijfsters Maaike Bergsma en Jitske Wildschut, respectievelijk holistisch coach en facilitator, erg trots zijn op hun stuk. Wellicht zijn hun ouders dat ook. Ik heb daarom besloten ook dit jaar geen ver land te bereizen, maar mij hoogstens in een Europees land aan kerken, oude gebouwen en museumstukken te vergapen, niet als een koloniale heer, maar als een provinciale snob***. Alleen weet ik niet of ik in de toekomst ooit nog naar Manhattan mag reizen, want dat heeft ooit nog behoord aan de Indianen. Maar ik denk dat ik, als het ooit zover komt, wel een manier vind om mijn geweten te sussen. 

Nucleair afval en de vakbond
     MYRRHA, heb ik begrepen, is een nog te bouwen onderzoeksreactor die nieuwe technieken op punt kan stellen om nucleair afval te verwerken. Op Wikipedia lees ik: ‘Dankzij transmutatie wordt het volume aan eindafval met factor 100 gereduceerd en het natuurlijke stralingsniveau al na 300 jaar bereikt (i.p.v. na 300 000 jaar).’ Laten we hopen dat het waar is. Ik laat de kwestie volledig over aan de geleerden en aan de vakbonden. In De Standaard van 5 juli las ik dat de hoofdafgevaardigde van het ACV Frank Vandervoort scherp gereageerd had op de ondernemingsraad van het onderzoekscentrum (SCK CEN) in Mol. ‘Er zijn ondertussen,’ zie de ACV-man, ‘voldoende wetenschappelijke rapporten die niet in lijn liggen met de uitspraken over MYRRHA. We begrijpen dan ook niet dat het SCK CEN hier niet gepast op reageert.’

Stationsloketten
     Een grote reportage in De Standaard (20/7) over het verdwijnen van stationsloketten. Vandaag moet je niet meer aanschuiven voor een loket, maar koop je een ticket aan een automaat of met je mobieltje. Sommige reizigers betreuren het verlies aan menselijk contact, maar dat valt mee. Als ik in Brussel-Centraal enkele seconden te lang naar het informatiebord kijk, word ik aangesproken door vriendelijke jongens of meisjes in uniform die mij willen helpen. En vroeger? Eén reiziger heeft dezelfde herinneringen als ik: ‘We moeten het verleden niet romantiseren. Waren de mensen achter de loketten dan altijd zo enthousiast om een babbeltje te slaan? Stonden ze u glimlachend op te wachten? Een automaat spreekt niet, maar snauwt ook niet.’

Geoff Dyer en Herman Melville
     Wat kunnen smaken toch verschillen. Ik lees in DSL (20/7) een recensie van het dertig jaar oude boek Uit pure woede, van Geoff Dyer. ‘Irritant ironisch’, ‘niet geheel gedateerd’, ‘het blinde vertrouwen in de belangwekkendheid van zijn eigen gedachten’, ‘ironie die uiteindelijk begint te vervelen.’ Dat staat allemaal ver van mijn vrij recente ervaring met het boek. Over één punt ben ik het met de recensent eens: dat Dyer je ‘onderweg uitzonderlijk vaak aan het lachen brengt.’ Maar dat een boek enigszins 
gedateerd raakt omdat het over onbelangrijkheden gaat, is een gedachte die mij vreemd is. In Montaignes Essays komen ook veel onbelangrijkheden voor, en het boek is meer dan 400 jaar oud.
    Op de volgende pagina zie ik een lange, en naar het mij toeschijnt enthousiaste, commentaar op Herman Melvilles Moby Dick. Dat boek vond ik dan weer, op de eerste vijftig bladzijden na, zo vervelend dat ik zelfs een stuk over het boek niet wil lezen. 

 

* Over de bevolkingsgroei en -afname: zie mijn stukje hier.

** Ine Roox schreef er laatst nog een enthousiaste reportage over in De Standaard (20/7).

*** Over mijn reisgedrag als provinciale snob: zie mijn stukje hier;

2 opmerkingen:

  1. Geert@geertfiers.com20 juli 2024 om 14:24

    Niet twijfelen Philippe; Manhattan is top. Maar de meeste VS reizigers negeren Washington DC (op een paar honderd km van MH); terwijl een bezoek aan de Lincoln Memorial s'avonds heel laat, voor mij een heel uitzonderlijke ervaring was. S'anderendaags Capital Hill bezoeken en daarna "the Mall" afstappen tot aan de "Obelisk" laat je ook toe om te zien waar in het verleden soms heel heftige Martens waren.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heeft iemand een idee hoe de Chinese politiek in maatregelen voorziet om die bevolkingsafname op te vangen. Ook daar dreigt dus de ondergang, neem ik aan.

    BeantwoordenVerwijderen