Warme samenleving
Tijdens deze verkiezingen heb ik nog meer dan vroeger gehoord dat politici van links en van rechts zich uiten als voorstanders van een ‘warme samenleving’. Daarmee wordt bedoeld dat er subsidies moeten worden gegeven aan bepaalde sociale projecten. Ik ben niet noodzakelijk tegen die projecten, maar geld geven op zich is geen ‘warmte’. Die ‘warmte’ moet komen van mensen, in het gezin, in de straat, voor en achter het loket, voor en achter de kassa, enzovoort. Ongeveer de laatste plaats waar we ‘warmte’ moeten zoeken, is in de politiek. De overheid die voor ‘warmte’ moet zorgen, hoe verzint men het?
‘Juiste’ en ‘verkeerde’ mensen
Af en toe bekijk ik het getwitter van @MiraRoodGroen op X. Ik weet dan nooit heel zeker of het om een parodie gaat. Mira bevestigt alle linkse clichés, maar laat niet na af en toe ook iets verstandigs te plaatsen. Ontwapenend is vooral haar voorgewende - denk ik - onwankelbare geloof in haar eigen morele uitmuntendheid en haar ontwapenende naïviteit. Zou dat een typisch woke-linkse combinatie zijn?
Laatst kwam ik op de FB-pagina van Gust Peeters een treffend staaltje van die combinatie tegen. Mijn FB-vriend had de spot gedreven met Tom Lanoye zijn toespraak bij het aanvaarden van de Prijs der Nederlandse Letteren. ‘Ik ben best wel blij met de prijs voor Tom Lanoye,’ schreef Peeters. ‘Eindelijk iemand die niet wil verbinden, maar keihard polariseert.’ Dat is pikant omdat het verwijt van polariseren meestal van links komt, aan het adres van rechts. Het mooiste echter was de reactie daarop van een zekere G.V. ‘De afkeer van Lanoye is naar de juiste soort mensen gericht.’
‘De juiste soort mensen …,’ dat wil zeggen, de verkeerde soort mensen met de verkeerde soort gedachten. Is dat niet heerlijk naïef? Die onwankelbare zekerheid dat bepaalde gedachten verkeerd zijn en dat je best afkeer koestert van mensen met die gedachten. En ’t is niet alleen naïef, het is ook eerlijk. We laten allemaal wel eens onze sympathie of antipathie voor iemand afhangen van de gelijkenis of het verschil tussen zijn en onze gezindheid. Maar als rechtse zak probeer ik die neiging wat te beteugelen, en ik zal ze ook nooit in het openbaar toegeven.
Decadentie
Ik heb onlangs enkele stukjes geplaatst over het begrip ‘decadentie’, maar wat Nick De Clippel er vandaag over schrijft in De Standaard, vind ik prachtig. Hij heeft in zijn ruime vriendenkring gepeild naar de ‘denotaties en connotaties van het concept’ en dat heeft een stevige lijst van associaties opgeleverd. Als verklaard tegenstander van strakke definities, vind ik zo’n lijsten niet alleen leerrijk, maar meestal ook grappig. Dat is die van De Clippel zeker. Zijn decadentie-lijst bevat onder andere: Tomorrowland, de transferprijzen van topvoetballers, elektrische steps en cruiseschepen. De mooiste twee vind ik ‘meer dan twee citytrips per jaar’ en ‘sommige seksspeeltjes’. Die antwoorden geven zoveel prijs over de respondenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten