Bij het ontbijt bekeek ik de voorpagina van Het Nieuwsblad: ‘Mevrouw de president’. Op bladzijde twee en drie stond een andere kop, voor het geval dat ‘het ondenkbare gebeurde’. En wat later zag ik op mijn mobieltje dat het ondenkbare gebeurd was.
Tijdens de voorverkiezingen heb ik op elk moment geloofd dat Trump op het punt stond om te verliezen. Ik las naarstig de stukken van de Never Trump-Republikeinen: Charles Krauthammer, Jonah Goldberg, George Will, Thomas Sowell, Charles Murray – al zullen die twee laatsten zich wel niet als Republikeinen omschrijven. En nu heeft Trump niet alleen de voorverkiezingen gewonnen, maar zelfs de échte verkiezingen, waar ook zwarten en latino’s aan meededen.
Ik heb op de televisie beelden gezien van de winnaar en zijn gezin. Ik voelde dat ik mijn best begon te doen om hem sympathiek te vinden en het hielp dat hij dit keer geen vuile taal uitsloeg, niet agressief werd, en zijn woorden over internationale handel zo algemeen hield dat ze niet noodzakelijk als protectionisme moesten worden opgevat.
Een van de programmapunten van Trump die ik altijd verachtelijk heb gevonden, was zijn belofte om 20 miljard extra te investeren in het onderwijs. Waar haalt hij het? Het Amerikaanse onderwijs kost nu al, geloof ik, 50 % meer per leerling dan het Vlaamse, en de resultaten zijn heel wat slechter. Er is dus met dat onderwijs wel wat anders mis dan geldtekort. Domme Trump.
Maar nu hij toch president wordt, heb ik eens opgezocht wat Trump écht over het onderwijs zegt – en dat is heel wat anders. Hij wil geen 20 miljard extra aan het onderwijs geven, hij wil 20 miljard van de centrale overheid verplaatsen naar de plaatselijke overheden. Hij wil de ouders en de leerlingen meer kansen geven om zelf hun school te kiezen. Dat is in Vlaanderen de normaalste zaak ter wereld, maar in veel andere landen, zoals de Verenigde Staten, ligt dat anders. En Trump zegt over het onderwijs wel meer dingen die mij bevallen.
Ben ik aan het omgaan?
Er bestaat een leuk verhaal* over de fameuze ‘Honderd Dagen’ van Napoleon. De keizer was uit zijn verbanningsoord op Elba ontsnapt en was geland op Franse bodem. Hij rukt met een klein legertje op naar Parijs. Er worden troepen op dat legertje afgestuurd maar die weigeren op de Keizer te schieten en sluiten zich liever bij hem aan. Napoleons legertje groeit op enkele dagen tijd uit tot een vervaarlijke krijgsmacht. Die groei valt af te lezen aan de opeenvolgende krantenkoppen van de Moniteur universel.
(1)
De menseneter is uit zijn hol gekropen.
(2)
De wildeman van Corsica is geland in de golf van Juan.(3) De tijger is in Gap aangekomen.
(4) Het monster heeft overnacht in Grenoble.
(5) De tyran heeft Lyon doorkruist.
(6) De usurpator is gezien op zestig mijl van de hoofdstad.
(7) Bonaparte nadert met rasse schreden, maar hij zal Parijs nooit binnenkomen.
(8) Napoleon zal morgen in ons midden zijn.
(9) De keizer is aangekomen in Fontainebleau.
(10) Zijne Keizerlijke Majesteit heeft gisteren zijn intrede gedaan in het Kasteel der
Tuilerieën, temidden van zijn trouwe onderdanen.
Ik ben ongeveer aanbeland bij puntje (7): ‘Bonaparte
nadert met rasse schreden.’
* Met dank aan Luc van Braekel die mij vandaag
het verhaal in herinnering bracht op zijn facebookpagina. Het verhaal van de
krantenkoppen wordt verteld door Alexandre Dumas in Une année en Florence. Of het waar is, heb ik niet kunnen
achterhalen, want Dumas was een schrijver met een grote fantasie, ook als hij
over geschiedenis schreef.
Geestig.
BeantwoordenVerwijderen