‘t Is een slimme formulering. Thyssen laat het voorkomen alsof ze bezorgd is om de Pools bouwvakker of de Roemeense vrachtwagenchauffeur. Dat is allerminst het geval. In het beste scenario – ik kom hierop terug – is ze bezorgd om de Bélgische bouwvakker of vrachtwagenchauffeur, of om de Bélgische bouw- en transportsector. Maar de Pool en de Roemeen wil ze zoveel mogelijk buitenhouden.
Wat wil immers het geval? Een Poolse bouwvakker verdient hier 60 % van wat zijn inlandse collega verdient. Dat is nog altijd twee of drie keer meer dan in zijn land van herkomst. Als hij nu verplicht wordt hier evenveel te verdienen als zijn Vlaamse collega, worden zijn kansen op tewerkstelling aanzienlijk kleiner. En alsof dat niet genoeg is, hebben Thyssen en Co ervoor gezorgd dat de periode van tewerkstelling van die buitenlanders – de zogenaamde ‘detachering’ – van 24 maand teruggebracht wordt tot 12 maand.
Er zijn in Vlaanderen geloof ik een kleine twintigduizend Poolse bouwvakkers aan het werk. Vier ervan hebben vorig jaar het mooie landhuis dat we bewonen verbouwd. Het is nu beter geïsoleerd en ziet er nog fraaier uit. Die Polen waren kerels met sterke spieren, ronde gezichten, stuurse blikken en een paar woorden Engels. Als het regende, of er stak een koude wind op, dan gingen ze wat harder werken om zich warm te houden. Als het waar is dat ze maar 60 % verdienen van Vlaamse bouwvakkers, is dat zeker niet omdat ze maar 60 % zo hard werken. Het verklaart wel waarom de werken maar 60 % gekost hebben van wat we hadden gevreesd.
Hebben wij door die Polen aan ons huis te laten werken, het werk afgenomen van Vlaamse bouwvakkers? Dat weet ik nog zo zeker niet. Onze beslissing om te verbouwen werd in elk geval gunstig beïnvloed door de lage aanbestedingsprijs. Was die 40 % hoger geweest, waren we er misschien niet aan begonnen. Dan hadden noch de Poolse, noch de Vlaamse bouwvakkers er iets aan gehad. Misschien zelfs omgekeerd. Doordat de isolatie en bepleistering van onze muren zo meeviel konden we ons ook wagen aan het vervangen van onze slecht geïsoleerde ramen. Die vervanging gebeurde door echte 100 % inlandse vakmensen. Als je het zo bekijkt hebben die Polen zelfs gezorgd voor een tewerkstellingsgroei in de Vlaamse bouwsector.
Bij de voorstanders van gelijk-loon-gelijk-werk hoor je wel eens het argument van de ‘concurrentievervalsing’. Daar zit iets in. Economen halen aan dat concurrentie best uitgevochten wordt met slimme automatisering en betere organisatie, want daar kan iedereen van leren. Dat is waar. Maar een vrije loonvorming kan er dan weer voor zorgen dat werknemers op precies die plek terechtkomen waar ze het beste renderen: Polen voor het isoleren van muren en Vlamingen voor het steken van ramen en deuren.
De linkse medemens zal zich afvragen of de lagere lonen van de Polen geen neerwaartse druk op de Vlaamse lonen zullen uitoefenen. Ook daar zit iets in. Die Vlaamse lonen zijn weliswaar verankerd in wetten en collectieve arbeidsovereenkomsten maar op langere termijn kunnen buitenlandse lage-loonwerknemers wel een invloed hebben. In ons land gaan jaarlijks meer dan 10 000 bouwvakkers met pensioen en er komen er maar een duizendtal bij.* In die omstandigheden moet de bouwsector vroeg of laat hogere en zelfs veel hogere lonen betalen om toch werknemers aan te trekken. Maar is dat altijd een goede zaak? ‘t Is fijn voor de bouwvakkers natuurlijk, maar minder fijn voor de Antwerpse metaalarbeider of de West-Vlaamse tapijtwever die die een eigen huis wil laten bouwen en de bouwprijzen ziet oplopen.
Voor de linkse medemens is de maatregel van Thyssen en Co ook nog eens volslagen ontoereikend. Sacha Dierckx van de progressieve denktank Minerva wijst erop dat zelfs bij gelijke nettolonen voor Polen en Belgen het loonkostverschil blijft bestaan. De werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid voor Vlaamse arbeiders bedraagt immers 35 % van het loon en dat voor Polen slechts 19 %. Ook daar moet iets aan worden gedaan, vindt Dierckx.**
Hier tekent zich een stuk gemeenschappelijk front af tussen progressief links en een deel van de de ondernemerswereld. Johan Willemen, van de bouwfirma ‘Groep Willemen’ heeft zelfs een welomschreven voorstel om het sociale zekerheidsprobleem op te lossen. ‘Laat een werkgever sociale lasten betalen in het land van tewerkstelling in plaats van in het land van herkomst … Laat België een deel van de sociale-zekerheidsbijdragen die het int, doorstorten aan Polen. En laat ons land het andere deel op zak steken.’*** Beschouw dat als een eerlijke winst voor de sociale zekerheid voor de inkomsten die ze mist omdat er geen Belg aan de slag is.’
'Het andere deel op zak steken ...’ Men kan zo’n praktijk protectionisme noemen. Ik noem het diefstal. Het verschil tussen die twee is trouwens niet groot. Als de Poolse arbeider dan toch hetzelfde moet verdienen als de inlander, met verlies van zijn concurrentievoordeel, dan zou hij minstens dat ‘andere deel’ zelf in zijn zak moeten kunnen steken. Daar kan hij dan de lagere sociale uitkeringen in Polen mee goedmaken.
*
Volgens Johan Willemen in De Tijd van 21 oktober 2017.
** Volgens Dierckx moeten de lonen niet alleen binnen de landsgrenzen zelf, maar in de hele EU ‘geharmoniseerd worden naar boven toe’. Dat had gekund, vindt hij, door in het Verdrag van Maastricht ‘convergentiecriteria af te spreken.’ Ergens anders geeft hij toe dat dat de productiviteit in veel Oost-Europese landen ‘nog niet de helft bedraagt van die in België.’ Bedoelt hij nu dat ze in Maastricht ook hadden moeten ‘afspreken’ om de productiviteit in Oost-Europa te verdubbelen? Dan heeft Dierckx een eigenaardige opvatting over wat allemaal bij ‘afspraak’ kan worden geregeld.
** Willemen noemt dat ‘een eerlijke winst voor de sociale zekerheid voor de inkomsten die ze mist omdat er geen Belg aan slag is.’ De sociale zekerheid mist hier niets. Ze krijgt geen inkomsten van die Polen, maar ze moet er ook geen uitgaven voor doen.
** Volgens Dierckx moeten de lonen niet alleen binnen de landsgrenzen zelf, maar in de hele EU ‘geharmoniseerd worden naar boven toe’. Dat had gekund, vindt hij, door in het Verdrag van Maastricht ‘convergentiecriteria af te spreken.’ Ergens anders geeft hij toe dat dat de productiviteit in veel Oost-Europese landen ‘nog niet de helft bedraagt van die in België.’ Bedoelt hij nu dat ze in Maastricht ook hadden moeten ‘afspreken’ om de productiviteit in Oost-Europa te verdubbelen? Dan heeft Dierckx een eigenaardige opvatting over wat allemaal bij ‘afspraak’ kan worden geregeld.
** Willemen noemt dat ‘een eerlijke winst voor de sociale zekerheid voor de inkomsten die ze mist omdat er geen Belg aan slag is.’ De sociale zekerheid mist hier niets. Ze krijgt geen inkomsten van die Polen, maar ze moet er ook geen uitgaven voor doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten