Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

vrijdag 27 juli 2018

De gevangenis als metafoor

     Binnen de literatuur is de verhalenbundel een aantrekkelijk maar lastig genre. De auteur moet zijn best doen om zich bij ieder verhaal weer tot de essentie van zijn vondst beperken. Hij kan zich niet laten drijven op de stroom van verbanden die elke nieuwe vondst met zich meebrengt. En de lezer moet zich bij ieder verhaal weer van vooraf aan  inleven in een nieuwe situatie, een nieuwe omgeving en nieuwe personages. Bij een roman is dat anders. De lezer kan zich langzaam laten meeslepen door zijn groeiende genegenheid voor een of meerdere personages, en door zijn angst en hoop bij de opeenvolging van gunstige en ongunstige gebeurtenissen. Daardoor leest die lezer het tweede deel van de roman haastiger en met minder onderbrekingen dan het eerste.
     Ik las gisteren voor de tweede keer de verhalenbundel Orun en vijftien anderen van Daniël Op de Beeck en tot mijn verwondering trad halverwege de bundel hetzelfde meesleep-gevoel op als bij een roman, terwijl de verhalen onderling niets met elkaar te maken hebben, behalve dan dat ze in dezelfde laconische taal geschreven zijn. De eerste zin van de bundel luidt: ‘Als kind werd Orun achtergelaten bij een oude oom die de mensentaal niet machtig was’; ergens in het midden lees ik: ‘Van iedere sterveling kende hij de schoenmaat en de smerigste gedachten’; en de bundel besluit met: ‘Ik kom te weinig onder de mensen om mijn gevoel voor humor bij te stellen, dat moet veranderen; ik ga er wat meer over lezen.’ In een van de verhalen wordt een heel scheppingsverhaal opgehangen in drie-vier regels.
     De verhalen van Op de Beeck behoren tot het genre van de fantastiek. Ze doen om beurten denken aan E.A. Poe (‘Conium Maculatum’), J.L. Borges (‘Tris’), Roald Dahl (‘Spil’), of een aflevering van Black Mirror (‘Meneer Georges-Henri’). Voor dat soort verhalen bestaat een beperkt aantal scenario’s en bouwstenen, en zijn het de details die het hem moeten doen. En net voor die details, en vooral visuele details, heeft Op de Beeck een zeker talent. Van opleiding is hij graficus.
     Neem het verhaal ‘Een soort rechtspraak’. Een in de geschiedenis van de slavernij vaak toegepaste straf was het oversnijden van de achillespees. Op de Beeck plaatst die straf in een niet nader bepaalde toekomst waar ze vanwege humanitaire overwegingen wordt uitgevoerd onder verdoving. ‘Met het voorgeschreven aantal bewegingen sneed de Medisch Executeur de achillespees door. De meest cruciale stap was daarmee gezet en het resultaat was onomkeerbaar. De doorgesneden pees werd vastgeklemd om er gemakkelijk een centimeter van weg te kunnen snijden. Het stukje pees werd daarna ondergedompeld in een spoelmiddel om het bloed te verwijderen. Uiteindelijk kwam het terecht in een klein glazen potje met een bewaarvloeistof.’ Het mooiste in die beschrijving vind ik die ‘centimeter’ en dat ‘stukje pees’. Ik zou ‘knippen’ gebruikt hebben, in plaats van ‘snijden’.
     Het genre van de fantastiek schetst veelal een dystopische wereld en in die wereld speelt gevangenschap en opgesloten zijn een grote rol. Dat is zo bij Poe en dat is zo bij Op de Beeck. Twee van Op de Beecks verhalen gaan over een echte gevangenis, maar ook in de andere verhalen is de gevangenis minstens als metafoor voelbaar : een toestand van slavenarbeid, een zorginstelling, een hotelkamer met bed, tafel en stoel, een laag plafond waardoor je onwillekeurig je hoofd intrekt, een strak gesneden vest, een beklemmend godsdienstig ritueel, een maatschappij waar alles dwingend geleid wordt door ‘de ouderen’ … Het lijkt wel of de diepste angst van de mens, naast verminking, vooral onvrijheid als voorwerp heeft. Dan is het wel eigenaardig dat we in het dagelijkse leven zo weinig voor het tegenovergestelde, de vrijheid, over hebben.
     Het boekje van Op de Beeck – Daniël eigenlijk, want het is een vriend en collega – is erg verzorgd uitgegeven door uitgeverij Skribis, die zich toelegt op uitgaven in eigen beheer. Het Vlaams Fonds voor de Letteren heeft er geloof ik geen subsidie voor toegekend. Het is een beetje jammer dat het niet in leer is ingebonden, gezien de auteur zijn voorkeur voor dat edele materiaal. Ik noteerde: leren tas (32), leren foedraal (55), leren etui (64), leren kaft (69), zwartleren map (104), leren delen die glimmen (141) en een flinterdunne rol zwart leer (57). Het boekje telt 144 blz., kost 15 euro, en kan hier worden besteld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten