Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zaterdag 28 juli 2018

Wantoestanden in de frietwereld

     In Spielbergs film over the Washington Post zegt eigenares Kay Graham (Meryl Streep) iets over de missie van haar krant. De krant moet zich wijden, zegt ze, aan ‘outstanding news collection and reporting’ én aan ‘the welfare of the nation’. Dat zijn twee verschillende zaken. Als je thuiskomt van een buitenlandse vakantie en je neemt het stapeltje kranten door dat zich tijdens je afwezigheid heeft opgestapeld, merk je hoe dodelijk ernstig onze journalisten dat tweede luik nemen – ‘the welfare of the nation’.
     Vooral hoofdartikelenschrijver van Het Nieuwsblad, Piet Lesaffer, schittert in de rol van muckraker die zelfs in volle komkommerperiode elke dag iets vindt om te veroordelen: oudere werklozen die niet geactiveerd worden (19 juli), de bemoeizieke traditie van het koningshuis (20 juli), plastic flessen en blikjes op de bermen (23 juli), onvoldoende Europese regels (24 juli), een Zomerakkoord met losse eindjes (25 juli), jongeren die gegokt hebben op het wereldkampioenschap voetbal (26 juli) en, ten slotte, een ongelijkvormig waterbeleid van provincies en drinkwaterbedrijven dat ‘nieuwe munitie geeft aan degenen die de provincies willen afschaffen’ (27 juli). En iedere keer vindt Pieter dat er meer regels* moeten komen en dat de overheid méér en krachtiger moet optreden, behalve dan in het geval van koning Filip, want die kan ‘een positieve balans’ voorleggen en ‘is gegroeid in zijn rol’.
     Van hoofdartikelenschrijvers in het algemeen, en van Pieter in het bijzonder*, zijn we wel wat gewend. Grappiger wordt het als het veroordelen van misstanden wordt verwerkt in de lead van een informatief artikel. Kent iemand van mijn lezers het probleem van ‘de kleine friet’? Het Nieuwsblad van 26 juli wijdt er een volledige, rijkelijk geïllustreerde pagina aan. Ik citeer de inleiding: ‘Wie “een kleintje” bestelt, weet nooit wat hij zal krijgen. Ook al meegemaakt? Je bestelt “een kleintje met mayonaise” en stapt het frietkot weer buiten met een gigantisch pak. Terwijl je in het naburige dorp wél een normale portie krijgt. Je bent niet de enige. Er staat geen maat op onze frieten. Letterlijk dan. Tien keer bestelden we een pakje over heel Vlaanderen en het verschil was ­immens. En in de kwak mayonaise zat al evenmin een lijn.’
     Is dat niet enig? De kreet ‘Wat doet de regering?’ ontbreekt, maar de eerlijke verontwaardiging is er niet minder om. ‘Er staat geen maat op’, ‘gigantisch’, ‘in het naburige dorp wél een normale portie’, ‘immens verschil’, en niet te vergeten dat gebrek aan ‘lijn in de kwak mayonaise’. De rest van het artikel biedt de nodige achtergrondinformatie. Het gemiddelde ‘normale’ pakje bevat 350 gram friet. De ‘kleintjes’ variëren van 391 gram (Chatooke, Lokeren) tot 215 gram (Red Rooster, Torhout). Van Chatooke wordt nog vermeld dat daar nog ‘extra wordt opgeschept tijdens het verpakken’. Ja kijk, als we zo beginnen.
     En het ergste is dat er geen beterschap in zicht is. Het Nieuwsblad heeft namelijk Bernard Lefevre geïnterviewd, de voorzitter van de frituristenbond Navefri. Daaruit blijkt glashelder dat die geharde frietbakker niets moet hebben van de Nederlandse aanpak met standaardgewichten. ‘We gaan niet beginnen met wegen,’ verklaart hij aan de krant, ‘we zijn geen apothekers. Een friturist is een doorsnee Belg, iemand die zijn zin doet. Wij willen onze eigen stijl: de inhoud, het type patat, op hoeveel graden ze gebakken worden. En dat geldt net zo goed voor de kwak mayonaise.’
     Het staat er werkelijk zo, beste lezer, dat geldt net zo goed voor de kwak mayonaise.


* Op 28 juni bevatte het hoofdartikel van Het Nieuwsblad een heel redelijk pleidooi voor minder regels, met name in de kinderopvang. Dát stuk was van Liesbeth van Impe.
** Pieter lijkt meestal een adept van het activistisch sofisme: ‘Er moet iets gedaan worden. Dit is iets. Dit moet gedaan worden.’ Maar dat is geen juiste redenering. Om juist te zijn moet de middenterm van het syllogisme (‘iets’) gedistribueerd zijn en dus de hele klasse van de ‘ietsen’ bevatten. Een correct syllogisme zou zijn: ‘Alle ietsen moeten gedaan worden. Dit is iets. Dit moet gedaan worden.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten