Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

dinsdag 3 september 2019

Een eenvoudige stijlfiguur


    Wie schrijft kan zijn ‘stijl’ verbeteren door af een toe een zogenaamde stijlfiguur te gebruiken. Je gooit er eens een epanadiplosis tussen,  of een epanalepsis, of desnoods een epanofoor, een epanodos, een epanopthosis. Als je het echt niet meer weet, doe je maar een epifoor of een epizeuxis. De lezer kan die moeilijke termen gemakkelijk zelf opzoeken; ik heb het daarnet ook gedaan. Het komt er vaak op neer dat je een woord, of iets anders, op een beetje een speciale manier herhaalt.
     Karel van het Reve heeft mij de ogen geopend voor de charme van de eenvoudigste aller stijlfiguren: de opsomming. Karel gebruikt die zelf vaak, en als hij er een mooie ziet bij andere schrijvers, citeert hij ze. Maar eigenlijk hebben we Karel en die andere schrijvers niet nodig. Zelf zo’n opsomming neerschrijven is erg gemakkelijk. Een kind kan het. Er een hele móóie te verzinnen, dat is wat anders; dan moet je wat in huis hebben. De Engelse filosoof Hobbes beschrijft ergens hoe ons leven er zou uitzien zonder beschaafd gezelschap om ons heen: ‘solitary, poor, nasty, brutish, and short’. Dat kan moeilijk verbeterd worden, geloof ik. Eén adjectief meer of minder, en het zou verknoeid zijn. Woordkeus, ritme, volgorde, alles is goed zoals het is.
    Waar je opsommingen ook vaak tegenkomt, is in poëzie. ‘Marc groet ’s morgens de dingen’, bijvoorbeeld, is niets anders dan lijstje van wat Marc ’s morgens ziet. Mijn broer las dat gedicht in het tweede leerjaar – zo eenvoudig is het. Toch is Van Ostaijen een echte dichter.
     Wat is het geheim van een móóie opsomming? Dat weet niemand, anders nam die er een patent op en mochten alleen nog betalende schrijvers ze gebruiken.  Dat zou jammer zijn. C. Buddingh gelooft dat het helpt als er in de opsomming géén verbindingswoorden voorkomen. Misschien. Maar Multatuli heeft er een hele mooie in zijn beschrijving van de zon die opgaat terwijl Saïdjah op Adinda wacht, en daar komen er nu net heel veel verbindingswoorden in voor. Professor Van Gorp gelooft dat de verschillende leden van de opsomming verbonden moeten zijn door een algemene gedachte. 
t Is mogelijk. Zelf heb ik graag dat de opsomming een beetje bont is, en voor kleine verrassingen  zorgt. 
     Of dat ze begint of eindigt met het woordje ‘zon’. De voorbeelden liggen voor het grijpen.

     Die Rose, die Lilje, die Taube, die Sonne,
     Die liebt’ ich einst alle in Liebeswonne.
                                               H. Heine

     Dan voel ik éénzelfde adoratie branden
     Voor Zon, Bach, Kant, en haar vereelte handen.
                                                         J.A. dèr Mouw


     Zo zult gij maken aan ‘t schreien de bron,
     De bomen, de bloemen, de zuivere zon.
                                                        P.C. Hooft

Als ‘zon’ in het midden van de opsomming komt, is het ook goed:

     Gij witte wandelende pater
     Gij paard, gij zon, gij wolk, gij water.
                                                      R. Minne

Geen opmerkingen:

Een reactie posten