Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

maandag 30 december 2019

Bij een controversiële uitspraak van Jambon

* Ik had tot voor gisteren nog nooit gehoord van het retroactieve kindergeld dat asielzoekers in één keer krijgen na het doorlopen van de asielprocedure. En nu wordt de regeling alweer afgeschaft. 
* Ik heb even moeten zoeken voor ik de uitspraak van Jambon te pakken kreeg in haar oorspronkelijke vorm en context. Een journalist van de De Tijd had ze opgetekend bij een uiteenzetting van de minister-president over het regeerakkoord. Hij had daarbij ook iets gezegd over het retroactieve kindergeld voor vluchtelingen. ‘En dat terwijl ze heel die tijd bad, brood en bed van de overheid kregen. Ik heb het verhaal gehoord van een familie die meteen een huis kon kopen van dat kindergeld. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?’ Dat was het dus.
* Er is rond die uitspraak veel factchecking gebeurd, waarvan de kwaliteit in stijgende lijn ging. Eerst had De Tijd uitgerekend dat een gezin met vijf kinderen – zulke gezinnen bestaan – na een asielprocedure van twee jaar 32 000 euro ontving, wat dus te weinig was voor een huis. Daarna had Theo Francken uitgerekend dat zo’n gezin na een asielprocedure van 10 jaar – zulke asielprocedures komen voor –een som kon ontvangen van 160 000 euro, wat dus wel genoeg was voor een huis. Ten slotte rekende de Yves Coemans van de Gezinsbond uit dat zo’n gezin maximum 87.375 euro kon krijgen omdat het retroactieve kindergeld beperkt is tot vijf jaar. ‘Met dat bedrag kan je in ons land in sommige streken inderdaad een klein te renoveren huis kopen,’ zei Coemans.
* Een oude vriend van mij vatte het als volgt samen: Voilà, volgens de Gezinsbond een erg onwaarschijnlijke situatie, door de Jambon voorgesteld als een reële mogelijkheid. Een leugen dus.
* Van mijn kant gebruik ik het woord leugen minder gemakkelijk, zeker als het een politieke context betreft. De reden heb ik uitgelegd in een vorig stukje ‘De leugen van Joke Schauvlieghe’ (hier). Ook toen werd een politicus in mijn ogen al te lichtzinnig van leugen beschuldigd. 
* Vier jaar geleden organiseerde de vakbond op onze school een informatievergadering waarin werd uitgelegd dat niet alleen onze pensioenleeftijd omhoog ging, maar dat ook onze pensioenen zouden dalen. Wij kregen gedetailleerd uitgewerkte voorbeelden aangereikt van leraar X en lerares Y die allebei vele tienduizenden euro zouden verliezen. Ik heb daar toen een stukje over geschreven (hier) en ik ben er nog altijd trots op dat ik het woord ‘leugen’ niet heb gebruikt.
Wilfried Vandaele (N-VA) zei  dat de uitspraak Jambon niet meer was dan ‘een boutade, die niet  wetenschappelijk correct moet zijn.’ Dat is een dubieuze formulering. Een uitspraak moet niet wetenschappelijk correct zijn, maar ze moet juist zijn, of zo juist mogelijk. Ofwel heeft Jambon dat verhaal gehoord, ofwel heeft hij het niet gehoord. Paul Cordy (ook N-VA) drukte het op Facebook correcter uit. ‘De anekdote, die blijkbaar ook aan de onderhandelingstafel is verteld (door wie?) maakt deel uit van een lezing van bijna twee uur bedoeld om het Vlaams regeerakkoord uit te leggen. Ongetwijfeld zitten er nog detailfouten in, of sluipen er detailfouten in, omdat je in zo’n lezing wel eens het script verlaat’. Dat lijkt mij realistisch. Die detailfouten maken een lezing niet tot ‘cafépraat’, maar hoe minder van die fouten, hoe beter.
* Jambon heeft laten weten dat hij het verhaal niet gecontroleerd heeft. Dat vind ik niet zo erg. Hij heeft zijn verhaal niet voorgesteld als de gemiddelde situatie. Hij moet de regeling genoeg gekend hebben om in te schatten dat het verhaal mogelijk was. Dat is voor mij genoeg. Maar Jambon heeft ook laten weten dat niet het verhaal en de precieze cijfers belangrijk zijn, maar wel het principe erachter.  Dat is flauw. Daarmee wordt, in de woorden van Luc Van Braekel, de nefaste invloed van fake news in het algemeen geminimaliseerd.'
* Dat het verhaal en de cijfers niet de ‘essentie’ zijn, maar dat het gaat om de ‘principes erachter’, kreeg ik ook als reactie van een andere oude vriend. De essentie voor hem was, net als voor Jambon, dat het retroactieve kindergeld werd afgeschaft. Mijn linkse vriend vond die afschaffing een geval van discriminatie en schending van de universele mensenrechten. Zelf vind ik de  essentie’ van de hele geschiedenis dat zo’n gunstige financiële ondersteuning meer nieuwe asielzoekers aantrekt.
* Een vriendin vond de uitspraak van Jambon dan weer ‘opruiend’. Daar moest ik over nadenken. Uiteindelijk begreep ik wat ze bedoelde. Je kunt zo’n uitspraak beschouwen als een klacht over het ‘profitariaat’ van de asielzoekers, ook al is de uitspraak wellicht niet zo bedoeld. Zulke klachten over profitariaat helpen ons niet vooruit. Het zijn immers niet de asielzoekers die het retroactieve kindergeld hebben uitgevonden. Het was een systeem opgezet door onze regering. Je kon van die asielzoekers niet verwachten dat ze het geld weigerden. Ikzelf heb indertijd ook nooit de jaarlijkse ‘woonbonus’ geweigerd, alhoewel ik er in principe tegen was. Het systeem zelf was fout.
* De kwestie van de opruiing stelt een regeringspartij voor een dilemma. Zo’n partij moet, als ze een ernstig beleid wil voeren, strikte maatregelen uitwerken om migratie te beperken. Dan zijn er twee scenario’s. Ze kan over die maatregelen ophef maken en dan geeft ze voedsel aan vijandige gevoelens tegen ‘profiterende’ migranten. Ze kan er ook discreet over blijven en dan geeft ze voedsel aan gevoelens van frustratie en onmacht – omdat ‘niemand iets doet’. Of er zijn anderen die er wél ophef over maken, en dan eindigen we weer bij scenario één.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten