Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zondag 7 juni 2020

Ouwe hoeren




   ‘Hoer’, ‘Hure’, ‘whore’, ‘putain’ en ‘puta’ zijn ruwe woorden. De weinige talen die ik ken, bieden prettiger mogelijkheden aan om hetzelfde te zeggen. In een Frans boek dat ik aan het lezen ben – een fatsoenlijk boek overigens – gaat het om de andere bladzijde over een ‘belle-de-nuit’, een ‘cocotte’, een ‘courtisane’, een ‘demi-mondaine’, een ‘grisette’, een ‘lorette’ of gewoonweg een ‘fille’, dat zonder ‘jeune’ of ‘petite’ ervoor, of zonder verwijzing naar vader of moeder, ook alleen díe betekenis schijnt te hebben.
     En nu is het woord ‘hoer’ gevallen in een twitterrelletje tussen Els Ampe en Marc van Ranst. Ampe vond het bespottelijk dat volwassenen weer naar de hoeren mochten, maar de kinderen niet naar school, en ze stelde Van Ranst en de regering verantwoordelijk voor die toestand.  Van Ranst antwoordde iets spitsvondigs over ‘ouwehoeren’ en ‘aandachtshoer’, wat Ampe dan weer, ‘als vrouwelijk politicus’ een blijk van ‘puur seksisme’ vond.
     Over de kern van de zaak – hoe ver de schoolpoorten kunnen en moeten opengaan – wil ik mij niet uitspreken. Ik heb dat al gedaan, en heb mij toen vergist (zie hier). Maar dat verwijt van seksisme vind ik onterecht. Je kunt de door Van Ranst gebruikte begrippen ongeveer evengoed gebruiken voor mannen als voor vrouwen. ‘Als Van Ranst op tv komt, kan hij ouwehoeren als de beste,’ lijkt mij een goede Nederlandse zin. Of: ‘Dankzij de coronacrisis heeft Van Ranst de aandachtshoer in zichzelf ontdekt.’ Of: ‘Mocht ik in zúlke omstandigheden terechtkomen dat ik een oude hoer moest kiezen, dan koos ik er eentje die niet te veel op Van Ranst geleek.’
     Misschien denkt Ampe dat Van Ranst haar echt voor hoer wou uitschelden*. Dat is een misverstand dat al in 1923 door Elsschot werd rechtgezet, in zijn onsterfelijke ‘Lijmen’, althans voor het ‘ouwehoeren’-gedeelte van de rel. De lezer herinnert zich misschien de scène waarin mevrouw Lauwereyssen, die zaakvoerster is van een keukenliftenbedrijf, aan Boorman uitlegt hoe de vakbonden haar de dood op het lijf jagen. Ze heeft het over een bijzonder opstandige werkman, een zekere Dupont.
- En weet u wat hij mij toeriep, mijnheer? vraagt ze aan Boorman. ’t Is erg hoor.
- De naakte waarheid, mevrouw, antwoordt Boorman. Vooruit maar.
- Welnu dan, ouwe hoer, mijnheer, zei ’t mens, een kleur krijgend en toch niet zonder koketterie.
     Die ruwe woorden waren niet zonder gevolgen gebleven. Dupont was ontslagen. Er volgde een staking, en ten slotte waren twee vakbondsmensen gekomen, ‘met een hoed op en een boordje aan’, om de zaak op te helderen. Ze verklaarden dat ‘gezel Dupont’ met oude hoer slechts bedoeld had dat mevrouw Lauweryssen wel eens zanikte.
     Ziezo, dat weten we nu. Een ouwe hoer is iemand de wel eens zanikt. En een aandachtshoer, wel, dat is iemand die zichzelf en zijn meningen graag op de sociale media etaleert, zoals Ampe, Van Ranst en ikzelf.
  
* Dat Ampe echt gelooft dat Van Ranst haar met een hoer wou vergelijken, zou me verwonderen. Het is geloof ik meer een kwestie van opzettelijk verkeerd begrijpen, wat een vast onderdeel is in de politieke polemiek. Ik heb daar vroeger al iets over geschreven (hier).

3 opmerkingen:

  1. Schitterend. Ik wou dat ik zo kon schrijven. En vanzelfsprekend de kennis om een onderbouwd inzicht zo voortreffelijk amusant te verwoorden.

    BeantwoordenVerwijderen