Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

maandag 2 november 2020

Aanpassingen en zelfcensuur

    


 
Tom Naegels sprak laatst zijn tevredenheid uit omdat de Zwarte Piet-kwestie zijn beslag had gekregen zonder terreuraanslagen (hier). De tegenstanders hadden geargumenteerd, betoogd en gelobbyd en ze hadden het pleit gewonnen.* Nu had een uitgever beslist dat 7000 exemplaren van een boek met Zwarte Piet zouden worden vernietigd, en dat er nieuwe exemplaren zouden worden gedrukt met een vegenpiet in de plaats. 
     Zelf zou ik uit ecologische bezorgdheid – de bomen, nietwaar – die 7000 exemplaren toch maar hebben verkocht, maar tegen het drukken van nieuwe exemplaren met een vegenpiet heb ik geen bezwaar. Ik heb er wél een bezwaar tegen als Zwarte Pieten verbóden worden, op Facebook bijvoorbeeld, maar Naegels heeft, geloof ik, in het algemeen minder bezwaren heeft tegen verbieden en verplichten dan ik (hier en hier). Ik zal daar dus niet te lang bij stil staan, anders antwoordt hij misschien ‘OK boomer’ en daar sta ik dan: ik ben inderdaad ouder dan hij.
     Elke vorm van een door de staat opgelegde censuur is verwerpelijk, of die nu het gevolg is van terreurdreiging, argumentatie, betoging of lobbywerk, maar met zelfcensuur ligt het wat moeilijker. Als een uitgeverij haar Jommekeboeken zuivert van woorden als ‘kapotneuken’, wat in Vlaanderen 50 jaar geleden iets anders betekende dan nu, vooruit! Als de Brusselse ex-staatssecretaris Bruno De Lille (Groen) echter vindt dat in dezelfde strip de machorol van Flip de papegaai ‘die elke vrouw probeert te versieren’ moet worden gecompenseerd door ‘vrouwelijke voorbeelden die de leidende rol nemen’ (hier), dan zoek ik naar een equivalent van ‘OK boomer’ dat een oudere heer kan gebruiken tegen een snotneus.
    En wat met de klassieke literatuur? Als je goed zoekt in die literatuur vind je bijvoorbeeld nogal wat antisemitisme: Shakespeare, Scott, Dickens … Of misschien lijkt het maar zo. Professor Latré oordeelde dat het bij Shakespeare wel meeviel. Je had in die tijd twee soorten Engelsen, zei hij. De enen vonden dat alle joden schurken waren en dat ze allemaal zo snel mogelijk moesten worden gevierendeeld; de anderen vonden ook dat alle joden schurken waren maar dat ze  niet allemaal zo snel mogelijk moesten worden gevierendeeld. Shakespeare behoorde, volgens Latré tot de laatste, goede groep. En zó moesten we de Merchant of Venice lezen.
     Het wordt nog ingewikkelder als we er, naast de tijdsgeest en de biografie, ook de literaire analyse bij betrekken. Is het Cyclops-hoofdstuk in Ulysses antisemitisch, of is het anti-antisemitisch? Is Flaubert een antisemiet als hij M. Lheureux laat zeggen dat hij geen geldwolf is, want  ‘nous ne sommes pas des juifs’? Het zinnetje verwekte in elk geval veel hilariteit als het in mijn lessen aan bod kwam.
     De meeste uitgeverijen zijn voor die klassieke auteurs geen zelfcensuur gaan toepassen. Shakespeare, Scott, Dickens, Flaubert en Joyce verschenen en verschijnen ongecensureerd. Maar het kan ook anders. Ik had vroeger een mooie editie op velijn van Les contes du whisky van Jean Ray. Ik heb die editie cadeau gedaan aan mijn broer, die net als ik een liefhebber is van die verhalen – hij trouwens ook van whisky. En ik behelp mij sindsdien met een pocketje (dit). Nu heb ik helaas moeten ondervinden dat het pocketje hier en daar afwijkt van de versie die ik kende. Een pandhuishouder die nog een ‘juif’ was in de oorspronkelijke versie (hier bijvoorbeeld) is nu een ‘usurier’ of een ‘voyou’ geworden, ook al is zijn joodse naam niet aangepast. De uitroep ‘Dieu vous voit – scélérat – youpin – sale juif’ wordt afgebroken na het eerste scheldwoord, waardoor de drieledige stijlfiguur wordt verknoeid. En ook een zinnetje als ‘il fait noir comme dans l’âme d’un juif’ heeft het pocketje niet ongeschonden gehaald.**
     Nu denk je misschien dat mijn pocketje wat al te haastig in elkaar werd geflanst. Maar dat is niet zo. Men heeft de originele uitgave van 1925 gebruikt om de tekst nauwgezet te zuiveren van latere aanpassingen: toevoegingen zijn geschrapt, de interpunctie werd herzien, de oorspronkelijke woorden werden hersteld ‘sauf, toutefois ceux pouvant prendre une connotation raciste ou insultante – tout en laissant à l’auteur la responsabilité de ses opinions qui ne sont, en aucun cas, partagées par l’éditeur.’
     Hoezo? De opvattingen die in de verhalen worden geuit door ruwe zeebonken, dronkaards, misdadigers en mythomanen worden hier zomaar gauwgauw omschreven als ‘les opions de lauteur’, zonder daarbij een onderscheid te maken tussen de (1) privépersoon, (2) de schrijver, (3) de verteller in het verhaal en (4) het personage dat aan het woord is. Dat is niet erg zorgvuldig. ’t Is knoeiwerk. En mogen we van de huidige generatie die argumenteert, betoogt en lobbyt voor zelfcensuur een grotere zorgvuldigheid verwachten? Mogen we verwachten dat er in hun rangen minder knoeiers zijn?

* Dat die argumenten niet erg goed waren heeft Naegels ooit uiteengezet in stuk in De Standaard van 24 oktober 2013.

** In het verhaal ‘Un crocodile …’ is zelfs een heel stuk weggelaten. Het gaat over een zeker Bill Tuckle waarvan geloofd wordt dat hij door een krokodil is opgegeten. ‘Un ah! d’horreur nous secoua; pour un vulgaire coquin qu’était Bill Tuckle c’était tout de même un chrétien comme vous et comme moi, et non un chien de juif, car ce genre de nourriture humaine je le concède volontiers à tous les crocodiles et caïmans des eaux tropicales. Ainsi j’exprimai mon idée et tout le monde m’approuva, à l’exception d’un petit tailleur israélite à qui nous fîmes entendre raison en lui frottant la tête avec un siphon, cet ustensile s’étant cassé on le remplaça par des pincettes qui firent fort bien l’affaire. Qu’on me pardonne cette parenthèse, mais j’espère l’avoir ouverte pour la plus grande joie des gens honorables qui verront ainsi comment il faut faire avec les juifs.’ 
     Onder dictaturen zoals het communisme en het katholiek onderwijs, zoals mijn vader het heeft gekend, was het de gewoonte om zulke gecensureerde passages ten minste aan te geven met puntjes.

De schooleditie waaruit mijn vader de Reinaert las


 

1 opmerking:

  1. U kan De Lille misschien terechtwijzen met “OK nitwit!”. Dat is ook Engels en het omschrijft precies de teneur van het geroep om meer censuur. Die is immers ongeveer als volgt: “Wij weten wat goed en slecht is en wij willen niet weten van context, geschiedenis en omstandigheden.” Een voorsmaakje van de totalitaire golf die op ons afkomt waarbij domheid eens te meer als wapen wordt gebruikt.

    BeantwoordenVerwijderen