Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

woensdag 3 februari 2021

Nu ook op café: de Verlichting


       Op school leer je over de investituurstrijd, de abele spelen en de cloaca van de vogels, maar als je geen historicus, germanist of bioloog wordt, kun je die begrippen na het laatste examen gerust weer vergeten. Je zult evengoed een eerbaar beroep kunnen uitoefenen, een gezin stichten en in een auto rondrijden. Soms echter gebeurt het dat zo’n onderwerp de schoolse boeien afgooit, het echte leven binnenwandelt en opduikt in het cafégesprek, het krantenstuk of het praatprogramma. Dat is wat gebeurd is met de Verlichting. Wie dan op café, in de krant of op de televisie een woordje mee wil praten, kan zich best wat inlezen.
     Dat de Verlichting meer was geworden dan een schoolbankbegrip, begreep ik voor het eerst toen ik in 2004 een uitspraak las van kardinaal Daneels (hier). De kardinaal wou iets zeggen over de samenlevingsproblemen met de moslims in onze maatschappij. Hij zei dat er in Europa alleen plaats was voor de islam als die ook een ‘Franse revolutie’ zou doormaken, de scheiding tussen politiek en godsdienst zou erkennen, en waarden als verdraagzaamheid zou aanvaarden. Nu denk ik bij ‘Franse revolutie’ wat al te gemakkelijk aan Robespierre en de guillotine, maar het is duidelijk dat Daneels dacht aan wat aan die revolutie voorafging: Voltaire en al degenen met wie die eerst bevriend was en daarna ruzie kreeg, met andere woorden de Verlichtingsdenkers, met hun geloof in het menselijke verstand en de Rede-met-een-hoofdletter.
    Ik heb ondertussen over die Verlichting een en ander gelezen dat mij op school niet was verteld. Van Hayek leerde ik dat de Verlichters niet uitsluitend Fransen waren, maar dat je ook Angelsaksen had. Heel grof gesteld waren die laatsten gematigder, voorzichtiger, minder rechtlijnig, en wat minder optimistisch over de mens en zijn verstand. Filosofen als David Hume en Adam Smith geloofden niet dat je door louter verstandelijk te redeneren een ideale samenleving tot stand kon brengen. Het was beter om een en ander over te nemen van wat de 
natuur en de traditie tot stand hadden gebracht aan godsdienst, wetten en economische praktijken. Het verstand en de rede bleven belangrijk, maar ze dienden meer om af te tasten wat in die traditie bruikbaar was, of vervangbaar, of hervormbaar. Er waren dus, als ik Hayek mocht geloven, twee soorten Verlichting: de continentale en de Angelsaksische.
     Bij Pinker las ik nog iets anders (zie ook hier, hier en hier). Volgens hem had je ook twee soorten anti-Verlichting. De ene soort was alweer continentaal, eerder Duits dan Frans dit keer, met filosofen als Johann Georg Hamann en Johann Gottfried von Herder. Pinker heeft die filosofen, geloof ik, net als ik, niet gelezen, maar je kunt ongeveer te weten komen waar ze voor staan uit recentere publicaties óver hen, zoals het essay ‘Counter-Enlightenment’ van Isiaiah Berlin, dat Pinker en ik wél gelezen hebben. Die continentale anti-Verlichters, waren net als de continentale Verlichters, erg radicaal. Ze wilden niets te maken hebben met de Rede-met-een-hoofdletter. Ze geloofden in andere hoofdletters, zoals die van de ‘Ziel’*, die de kern uitmaakte van elke beschaving en die niet door het verstand kon worden gestuurd. Ook dachten ze dat af en toe een goede oorlog nodig en gezond was, al was het maar om de Ziel op scherp te stellen. Pinker loopt niet hoog op met dat gedachtegoed, dat soms als ‘Romantiek’ wordt omschreven.
     Helemaal anders was volgens Pinker de Verlichtings-kritiek van de Anglo-Ierse Edmund Burke. Die was geschokt door de Franse revolutie, voorzag de massamoorden en de oorlogen die eruit zouden volgen, en dacht dat de Verlichtingsdenkers daar mee verantwoordelijk voor waren. Dat vindt Pinker overdreven. De Franse revolutie en de oorlogen waren wel een humanitaire ramp – 2 tot 4 miljoen doden – maar er waren daarvóór ook al oorlogen en massamoorden geweest. Bovendien waren de aanstokers volgens Pinker niet gevormd door de grote filosofen van de Verlichting – Descartes, Hobbes, Spinoza, Locke en Hume. Ze hadden vooral boekjes gelezen van Franse filosofische ‘lichtgewichten’ en ‘utopisten’, en van Jean-Jacques Rousseau, die je evengoed bij de Verlichting als bij de Romantiek kunt rekenen.
    Maar Pinker gelooft dat Burke ook gelijk had. Rampen als revolutie, oorlog en massamoord hou je niet tegen met redelijke praatjes alleen. Er moet aan die praatjes een min of meer spontaan beschavingsproces aan zijn voorafgegaan, en dat beschavingsproces is dubbel mysterieus. Zelfs Pinker geeft dat toe. Niemand weet goed waar het vandaan komt, en niemand heeft een goed overzicht op het resultaat. De waarden van die beschaving zijn immers deels onuitgesproken en deels onbespreekbaar. Ze vermommen zich als hypocrisie of verbergen zich als taboe. Maar ze vormen een dijk tegen het springtij van geweld en barbarij. Alle werken om de dijk te verfraaien, vond Burke, moeten met omzichtigheid worden uitgevoerd. Als je het zo bekijkt is het verschil tussen de Angelsaksische Verlichting en de Angelsaksische anti-Verlichting helemaal niet zo groot.
     Nu weet ik niet of we alles moeten geloven van wat Hayek en Pinker en Berlin over Verlichting en anti-Verlichting vertellen. Maar dat Danneels toen, in 2004, voor één keer iets verstandigs over de Islam gezegd heeft, dat geloof ik wel. Een revolutie met guillotines en noyades is niet nodig, een Verlichtingskuur wel, van het continentale type, van het Angelsaksische type, of van een type er tussenin. Wíj hebben die kuur ook moeten ondergaan.

* Alhoewel sommige van die continentale anti-Verlichters de ‘Ziel’ weer ‘Rede’ gingen noemen. Misschien deden ze dat wel expres om hun tegenstanders te jennen.

4 opmerkingen:

  1. Men zou natuurlijk ook een stap verder kunnen gaan en inplaats van "verlichte Islam" (m.i. intellectueel zoiets als een "vierkante circel" althans als men uitgaat van traditionele Islam, met heterdoxe varianten zoals 7-er Ismaïlisme en Alawisme ligt dat anders , maar mensen geloven vaak tegelijk tegenstrijdige dingen dus who knows?) kunnen komen tot non-Islam (zoals sommigen publiek en anderen in 't geniep ook doen). Inplaats van de Islam proberen te verzoenen met wat dan heet de Verlichtingswaarden, zou men ook (en dat lijkt mij veel beter) meteen kunnen concluderen dat Mohammed geen profeet was, de Koran geen goddelijke openbaring is maar produkt van menselijke fantasie, enzovoort). Inplaats van een hybride "verlichte Islam" proberen te creëren, zou men direct naar de kern kunnen gaan. Dat zijn natuurlijk niet de selfserving nonsens waar belgische politici komen mee aandraven als ze het hebben over "verlichting" maar wel : "Sapere aude" oftewel "Reason holds the reins and shall have the last word in every argument, and the casting vote in every decision. " (Charlotte Brönte) of in de woorden van Henri Poincaré : " Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een passie, noch aan een belang, noch aan een vooringenomen idee, noch aan wat het ook mag zijn, behalve aan de feiten zelf. "

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Uiteraard. In de praktijk heeft de Verlichting bij ons geleidt tot twee dingen: 1) non-Christendom 2) Verlicht Christendom. Of dat tweede een vierkante cirkel is, daar spreek ik mij niet over uit. Steven Pinker vindt van wel.
      Het citaat van Charlotte Brontë verbaast mij een beetje. Ik had haar anders ingeschat.

      Verwijderen
    2. Betreft quote uit "Jane Eyre",Chapter XIX :

      "I see no enemy to a fortunate issue but in the brow; and that brow professes to say,--'I can live alone, if self-respect, and circumstances require me so to do. I need not sell my soul to buy bliss. I have an inward treasure born with me, which can keep me alive if all extraneous delights should be withheld, or offered only at a price I cannot afford to give.' The forehead declares, 'Reason sits firm and holds the reins, and she will not let the feelings burst away and hurry her to wild chasms. The passions may rage furiously, like true heathens, as they are; and the desires may imagine all sorts of vain things: but judgment shall still have the last word in every argument, and the casting vote in every decision. Strong wind, earthquake-shock, and fire may pass by: but I shall follow the guiding of that still small voice which interprets the dictates of conscience.'

      Verwijderen
  2. Regelmatig lees ik opiniestukken over de Verlichting waarbij er vooral gefocust wordt op de gevolgen ervan.
    Dat die gevolgen causaal verbonden zijn met de Verlichting wordt nauwelijks in vraag gesteld (Wat zou Hume daarvan vinden?).
    Soms wordt er zelfs gesuggereerd dat het een intentioneel proces was van de Verlichtingsdenkers.
    De Verlichting verdient het zeker om als een op zichzelf staande gebeurtenis beschouwd te worden. Een gebeurtenis die een natuurlijk evolutionair proces was en bovendien hoog nodig was, zoals Louis Dupre het stelt en die eigenlijk haar aanvang al vindt bij het (Italiaans) Humanisme (bv. Petrarca),
    Onvermijdelijk valt het op dat de Verlichting parallel loopt met de wetenschappelijke r(evolutie), van Copernicus en Galilei over Kepler en Brahe tot Laplace (herinner je de anekdote over wat hij Napoleon antwoordde naar de positie van God in zijn theorie).
    Telkens weer botsten de conclusies van deze wetenschappers met de religie. Laat ons niet vergeten dat het pas Johannes Paulus II was die in 1992 (meer dan 400 jaar later dus) Galilei rehabiliteerde.
    Intelligente geschriften van Diderot (Lettres sur les aveugles of artikelen uit de “Encyclopédie”) tonen de drang naar wetenschap en vooral naar een wetenschappelijke methode. Een methode die superieur is omdat ze reproduceerbaar en falsifieerbaar is, bovendien is ze niet dogmatisch, absoluut of definitief. (In tegenstelling tot wat mevrouw Hens in Terzake zonder weerwerk mag komen beweren over de de wetenschappelijke argumentatie van de door haar aangeprezen postkapitalistische klimaatideologie).
    Ook de simplistische tegenstelling Verlichting en dan Romantiek keert vaak weer. Deze stelling is denk ik al vaak genoeg ontkracht (zie o.a. bij Abicht),
    De anekdote over Coleridge en Wordsworth over Spy Nozy is tekenend over hoe romantici stonden tegenover initiële verloop van de Revolutie en de verlichtingsgedachten (zie Fantoomterreur). Ook Jonathan Israel gaat hier dieper op in.
    Horkheimer en Adorno overtuigen niet in hun visie over het falen van de Verlichting als oorzaak van alle ellende die er in de twintigste eeuw is geweest. Net zomin als de linkerzijde overtuigt wanneer ze de schuld in de schoenen van von Herder of Spengler wil schuiven.

    Dat de Islam een verlichting zou moeten doormaken is een typisch Westerse visie die botst met het 'zijn' van de Islam.
    Gezien de structuur en kern van de Islam kan en zal dit nooit gebeuren.
    Een Europese Islam is een sussende waangedachte. Wim van Rooy heeft dit al vaak genoeg uitgelegd.

    Naast de Franse en Angelsaksische Verlichting die u vermeld is er uiteraard ook nog de Aufklärung die wat eerder plaatsvindt.

    BeantwoordenVerwijderen