Het past niet dat iemand als ik, die weinig van economie afweet, zou polemiseren met iemand als Paul De Grauwe, de bekendste econoom van ons land. Vooral niet als het over economie gaat. Maar wat onschuldige kanttekeningen bij enkele van zijn uitspraken in het laatste Knack-interview, dat moet kunnen. Ik geef de woorden van De Grauwe, soms ingekort, weer in cursieve letter.
(1) De politieke invloed van de grote vermogens in België is te groot … De politici en de rijken ontmoeten elkaar voortdurend op recepties, zien elkaar in voetbal-loges en noem maar op. De mensen met grote vermogens hebben hun eigen agenda.
– Het argument van de politieke invloed heeft iets van een cirkelredenering. Er wordt niet bedoeld dat de grote vermogens hun agenda opleggen over Oekraïne, de Nato, abortus, LGBTQ, onderwijs, immigratie, multiculturalisme, confederalisme, klimaat of milieu. Er wordt bedoeld dat de lui met grote vermogens politieke invloed aanwenden om … hun grote vermogens te behouden. Als die grote vermogens een moreel of politiek malum zijn, dan is die politieke invloed ook een kwaad ; als die grote vermogens een moreel of politiek bonum of neutrum zijn, dan is er geen probleem.
(2) Neem de hoge inflatie, die zorgt voor duurdere winkelkarren, waardoor veel mensen het gevoel hebben dat ze aan koopkracht moesten inboeten …
– Het lijkt wel of het ‘gevoel’ van de mensen het enige nadeel is dat De Grauwe in de inflatie kan ontdekken.
(3) In elk geval is er geen enkele economische theorie die zegt dat 2 procent inflatie beter is dan 3 procent. Geen enkele.
– Er zullen daarentegen ongetwijfeld theorieën bestaan die zeggen dat géén inflatie altijd beter is dan wel inflatie, of dat een kleine inflatie beter is dan een grote inflatie, of dat minstens in sommige conjuncturen inflatie dient te worden bestreden. Of die theorieën juist zijn, weet ik natuurlijk niet. En dat er géén theorie bestaat over de grens tussen 2 en 3 procent, dát geloof ik graag.
(4) Maar goed, de Belgische economie heeft standgehouden tijdens de hoge inflatie omdat de gezinnen bleven consumeren.
– De Grauwe heeft natuurlijk gelijk. Maar hij geeft vaak de indruk dat de gezondheid van een economie alleen afhangt van de consumptie en niet van investeringen. Sommige economen zullen zeggen dat die redenering beter van toepassing op de korte dan op de lange termijn.
(5) Vorig jaar behaalden de Belgische banken een gezamenlijke bruto recordwinst van 9,7 miljard euro. Dit jaar belooft nog beter te worden: in het eerste kwartaal hebben de banken al 50 procent meer winst genoteerd dan in het eerste kwartaal van 2022.
– Sinds ik de economiebladzijden in De Standaard lees, weet ik dat De Grauwe de zaken wat eenzijdig voorstelt. Hij spreekt graag over de winsten van de banken, en de rente die ze krijgen van de centrale banken. Maar hij spreekt bijvoorbeeld niet over de laagrentende leningen die de banken met zich meeslepen van vorige jaren. Mijn vrouw en ik hebben nog net op tijd zo’n laagrentende lening afgesloten die we nu afbetalen. Onze bank verdient daar heel weinig aan.
(6) En die winst komt uiteindelijk terecht bij de aandeelhouders van de banken.
– Kan De Grauwe mij een blijvende hoge winst beloven als ik aandelen bij een bank koop? Dan ga ik direct een grote som geld lenen om aandelen in een bank te kopen.
(7) Maar in ons land bestaat er tussen de banken geen vrije concurrentie. Ik zeg niet dat ze expliciete afspraken maken om de spaarrente niet te verhogen Maar ze hebben er wel allemaal belang bij om de spaarrente niet op te trekken, want dan boeken ze allemaal meer winst. Dus bewegen ze niet. In Groot-Brittannië heb je wel meer concurrentie onder de banken.
– Dat is een interessante denkpiste die mij als liberaal erg aanspreekt. Het is jammer dat ik daar nooit meer uitleg over krijg. Ik maak spontaan de vergelijking met de supermarkten. Die hebben er ook allemaal ‘belang bij’ om hoge prijzen aan te rekenen, en toch beconcurreren ze elkaar met lage prijzen. Waarom beconcurreren de banken elkaar niet met hoge interesten voor hun klanten? Waarom werkt het bij de supermarkten en niet bij de banken? Daar moet een reden voor zijn, alleen ken ik die niet. Ligt het aan de laksheid van de klanten?
(8) We hebben nu een te groot begrotingstekort, waar we echt iets aan moeten doen. Hoe doen we dat? Meer belastingen, minder uitgaven? Een combinatie van beide, denk ik.
– ‘Een combinatie van beide,’ maar in de rest van het interview spreekt De Grauwe alleen nog van meer belastingen. Als hij uitgaven ter sprake brengt is dat om te zeggen dat ze nog zullen moeten stijgen.
(9) Lagere belasting op arbeid, daar zit veel illusie in. Het onderliggende idee is blijkbaar dat we de vermindering van de lasten op arbeid zullen compenseren met wat meer indirecte belastingen, zoals btw. Dus de arbeider krijgt aan het eind van de maand wat meer geld in zijn zak, maar moet wel meer uitgeven als hij iets koopt. Het is een pure illusie te denken dat de werknemers op die manier meer geld overhouden.
– Het zou voor de werkende arbeider inderdaad een nuloperatie kunnen zijn. Maar de bedoeling van de maatregel ligt ergens anders. Het is de bedoeling om werken interessanter te maken doordat het zichtbare verschil tussen nettolonen enerzijds en uitkeringen anderzijds groter wordt. Werken wordt interessanter, consumeren niet noodzakelijk.
(10) We zouden bijvoorbeeld een progressieve vermogensbelasting kunnen invoeren. Bijvoorbeeld alles onder 1 miljoen euro belasten we niet, op het vermogen tussen 1 miljoen en 10 miljoen heffen we 1 procent belasting, van 10 tot 100 miljoen 2 procent en boven 100 miljoen 3 procent. Wat ik voorstel is toch geen confiscatie?
– Zo’n belasting zou inderdaad misschien 10 miljard kunnen opleveren. De Grauwe zegt er in het interview niet bij of die belasting eenmalig moet zijn, dan wel of ze jaarlijks terugkeert. Is ze eenmalig, zoals hij in het verleden voorstelde, dan lost ze niet zoveel op. Komt ze ,zoals de PVDA voorstelt, jaarlijks terug, dan kun je wel spreken van een geleidelijke confiscatie.
(11) De personenbelasting zou ook progressiever moeten zijn. Ik zou dat hervormen zodat de laagste inkomens wat meer overhouden en de hogere inkomens wat meer moeten betalen. En meteen ook zorgen dat je er als overheid nog wat extra aan overhoudt.
– Dus hogere algemene belastingdruk (‘de overheid die er wat extra aan overhoudt’) én de schalen nog progressiever dan ze nu zijn. Los van de morele voor- en nadelen van progressieve schalen betekenen ze a priori een verschuiving van investering naar consumptie, omdat hogere inkomens typisch een groter deel van hun inkomen (kunnen) investeren en de lagere inkomens een groter deel van hun inkomen (moeten) uitgeven. Die redenering geldt ook min of meer voor de vermogensbelasting als je er een jaarlijks systeem van maakt. Minder privé-investeringen door de vermogenden en meer ruimte voor consumptieve bestedingen** door de staat. Niet álle economen zullen dat een gezond beleid vinden.
(12) Een grote meerderheid van de Belgen is voor een vermogensbelasting. Het is merkwaardig dat de Belgische politieke klasse die meerderheid niet volgt. Ik kan alleen maar besluiten dat de politieke invloed van de grote vermogens in ons land groot is.
– Daarmee zijn we weer bij het eerste punt aanbeland: de politieke invloed. Ik denk dat De Grauwe, zoals hij het hier formuleert, gedeeltelijk gelijk heeft. Bij een volksreferendum zou vandaag wel een meerderheid te vinden zijn voor een vermogensbelasting – misschien zelfs in een veel radicalere vorm dan wat De Grauwe voorstelt. Dat politici hier niet de publieke opinie volgen, kan veel redenen hebben. Sommigen hebben een wat liberaler kiespubliek, anderen zullen een hellend vlak vrezen, weer anderen zullen luisteren naar wat economen – andere dan de Grauwe – vertellen. En dan heb je inderdaad nog degenen die op recepties of in voetballoges onder de indruk komen van vermogende charmeurs. Ik heb een radicale vakbondsleider gekend die mij vertelde dat het voor hem gevaarlijk was als hij met Christian Van Thillo moest gaan praten. ‘Iedere keer als ik zijn bureau verlaat,’ zei hij, ‘voel ik de neiging om te roepen: Leve het kapitalisme!’
* Over De Grauwe, zie ook mijn stukjes hier en hier.
** De staat kan in principe ook productieve uitgaven doen, maar dat zijn niet de voorbeelden die De Grauwe geeft. Ook is het niet zeker of de staat daarin beter is dan privé-personen.
Paul de Grauwe is een extreemlinkse econoom die onlangs door Vooruit naar voor geschoven werd voor een of andere benoeming. Toch geloven nog heel wat kiezers dat hij een liberaal is omdat hij lang geleden parlementair was van Open VLD. Dat komt omdat hij door de linkse politieke redacties van onze gazetten en zenders niet geduid wordt zoals het hoort.
BeantwoordenVerwijderenBelangrijker dan "extreemlinkse", "linkse" of "liberale" etiketten is de inhoud van het gezegde... De etiketten, die tevens containerbegrippen zijn, hebben al lang hun logische en eenduidige betekenis verloren, tenzij ze telkens weer operationeel gedefinieerd worden, eventueel gemotiveerd...
VerwijderenEen "ad hominem" suggestie ivm met "een of andere benoeming" doet hier uiteraard totaal niet ter zake, wanneer men de intellectuele inhoud evalueert.
Soms is "ad hominem" weliswaar ook wel "ad rem", maar dat is in subtielere omstandigheden, waar objectieve evaluatie van de inhoud moeilijk is...
Er is ook zo'n (bijna psycho-analytische) volkswijsheid: "Zoals de waard is, zo vertrouwt hij zijn gasten".
[Of daarmee verwant: "er zijn mensen die niet in onbaatzuchtigheid geloven, omdat ze (meestal terecht, dan) niet in hun eigen onbaatzuchtigheid kunnen geloven..."]. W.
Erwin neemt me de woorden 100% uit de mond. De Grauwe is ook een salonmarxist, de grootste charlatan uit de sector. En een dwerg vergeleken met Geert Noels. Wat zijn punt 12 bv betreft: uiteraard is er een meerderheid in dit land voor een hogere vermogensbelasting, omdat er veel meer krekels dan mieren zijn. De Grauwes redenering volgend, zou men de doodstraf moeten herinvoeren voor zware criminelen, want ook daarvoor is er een grote meerderheid.
VerwijderenAls Middle manager in een internationaal bedrijf kan ik goed vergelijken. Om het kort te houden: België heeft iets unieks, de loonindex. Een econoom die daarover zwijgt bij een analyse van wat goed en fout loopt in ons land, is ofwel onwetend ofwel oneerlijk. In beide gevallen is hij onbetrouwbaar
BeantwoordenVerwijderenDieter
Ik denk niet dat prof. Paul De Grauwe over de loonindex zwijgt. Zie het Knack-artikel waarvan boven sprake, waarin hij ondermeer antwoordt op de vraag "Heeft de inflatie van meer dan 10%... gezorgd voor koopkrachtverlies?"
VerwijderenCitaat De Grauwe: "De automatische loonindexering zorgde dus voor economische en sociale stabiliteit en dat is een goede zaak... Het zou wel kunnen dat onze bedrijven door de automatische loonindexering wat aan concurrentiekracht verloren hebben..." (een genuanceerd antwoord, dus.... W.
Zie ook de reactie hierboven van Willem Ceupens. De Grauwe ziet geloof ik geen fundamenteel verschil tussen ons index-systeem en de regeling in andere landen. Het verschil dat hij aangeeft is dat onze loonaanpassing sneller gebeurt. Dat heeft ons een tijdelijk voordeel in de vraag die hoog blijft (belangrijk voor De Grauwe) en een tijdelijk nadeel qua concurrentiepositie. Hij lijkt te impliceren dat het voordeel groter is dan het nadeel.
VerwijderenZeer verdienstelijke en goed gestructureerde commentaar vanwege Phillippe Clerick op dat Knack-interview met prof. De Grauwe...
BeantwoordenVerwijderenToch permitteer ik mij nog wat kant-tekeningen bij de kant-tekeningen, gevolgd door een algemene beschouwing. (Ter relativering dient vermeld dat ook ik geen econoom ben, en enige schroom dus dient voor-ondersteld...)
ad [1]: "De politieke invloed van grote vermogens..."
M.i. correcte explicitering en nuancering vanwege P.C.:
"Als die grote vermogens een moreel of politiek malum zijn, dan is die politieke invloed ook een kwaad; als die grote vermogens een moreel of politiek bonum of neutrum zijn, dan is er geen probleem..."
ad [2]: "Het lijkt wel of het 'gevoel' van de mensen het enige nadeel is dat De Grauwe in de inflatie kan ontdekken.".
Dat wordt m.i. hier toch niet geïmpliceerd. Een wat te kritische zinsontleding bij wat toch maar een mondeling interview is?
De Grauwe (of de journalist?) laat hier wel degelijk noteren (of noteert hier wel degelijk): "... waardoor veel mensen het gevoel hebben dat ze aan koopkracht moesten inboeten".
Dat gevoel zullen ze allicht alleszins wel hebben, maar dat ze (daarnaast ook) "aan koopkracht (effectief) moesten inboeten" wordt mogelijks niet geëxpliciteerd omdat het misschien (bv wegens het differentiëel effect van de looonindexatie) niet te veralgemenen is, en nog wat meer (nog niet niet voorradig) studiewerk vraagt ?...
ad [3]: Blijkbaar correcte eensgezindheid: "In elk is er geen enkele economische theorie die zegt dat 2 procent inflatie beter is dan 3 procent..."
ad [4]: "Hij geeft vaak de indruk dat de gezondheid van een economie alleen afhangt van de consumptie en niet van de investeringen..." Die indruk heb ik niet. Gezien de vraag hier over koopkrachtverlies ging, lijkt mij hier het focuseren op het effect op de consumptie enigszins voor de hand liggend....
[Trouwens door het steeds aanwezige kringloopeffect van de economische handelingen zijn "consumptie" en "investering" wellicht wel te onderscheiden in verdeling van goederen, baten en lasten, maar finaal niet te scheiden als onderdelen van de economische motor ?...]
ad [5]: "Hij spreekt niet over de laagrentende leningen die de banken met zich meeslepen"
Correcte opmerking. Maar vraag is: in welke mate is dat écht nefast voor de banken en écht relevant voor hun comfortabel overleven? Het is ook een vraag ivm met proporties...
ad [6]: "Kan De Grauwe mij een blijvende hoge winst beloven...?". Wellicht rhetorische vraag,... maar de banken hebben meer mogelijkheden (en globaal minder risico) dan de arme particulier...
ad [7]: "Vrije concurrentie.....Waarom werkt het bij supermarkten en niet bij bij de banken?.. Ligt het aan de laksheid van de klanten?...". Tenzij misschien voor "geobsedeerd-financiële deskundigen" is het inderdaad voor de man de straat toch wel heel wat omslachtiger om van supermarkt te veranderen dan wel van bank, dacht ik...
(wordt vervolgd)
Correctie: moet natuurlijk zijn "omslachtiger om van bank te veranderen dan wel van supermarkt..."
Verwijderenad [8]: "Meer belastingen, minder uitgaven? Combinatie van beide,... maar in de rest van het interview spreekt De Grauwe alleen nog van meer belastingen"... Was misschien de draad kwijt?...
BeantwoordenVerwijderenad [9]: "... Het onderliggende idee is blijkbaar dat we de vermindering van de lasten op arbeid zullen compenseren met wat meer indirecte belastingen, zoals BTW..."
Correcte aanvulling vanwege PC: "Het is de bedoeling om werken interessanter te maken..."
Er is ook nog een ander kwalitatief verschil tussen directe belastingen (op arbeid) en indirecte (op consumptie). De netto-winst op arbeid laat weinig keuze, terwijl de consumptie wel (steeds binnen bepaalde grenzen) enig keuze toelaat.
Voorwaarde is wel dat er bij het bepalen van indirecte belastingen (BTW) in principe op rationele en objectieve wijze rekening wordt gehouden met de intrinsieke levensnoodzakelijkheid van de goederen...
ad [10]: Gezien ook "vermogen" periodiek wijzigt, kan de belasting rederlijkerwijze niet eenmalig zijn, maar moet ze periodiek (bv jaarlijks) herberekend worden...
ad [11]: Meer progressieve personenbelasting...
Correcte gevolgtrekking: "...verschuiving van investering naar consumptie, omdat de hogere inkomens typisch een groter deel van hun inkomen (kunnen) investeren en de lager inkomens en groter deel van hun inkomen (moeten) uitgeven..." Maar zoals u ook correct aanvult:
"Minder privé-investeringen door de vermogenden en meer ruimte voor consumptieve bestedingen (via de overheid)" ?
Ook hier weer dient m.i. het onderscheid en finaal effect gerelativeerd door het kringloopfenomeen...
ad [12]: De (kringloop-) cirkel gesloten ?...
*** Nog deze algemene beschouwing:
In een perfect logische en ethische visie (in een ideale wereld?) zou de economische verdeling tussen arbeid en de vruchten van arbeid best kunnen beantwoorden aan de geformuleerde grondregel van Karl Marx:
"Jeder nach seinen Fähigkeiten (talenten, mogelijkheden), jedem nach seinen Bedürfnissen (objectieve noden)"
[Kritik des Gothaer Programms,1891].
In dit behoud van hoeveelheid van energie en arbeid
zit ook iets algemeen onvermijdelijk 'thermo-dynamisch" ...
En dat verschilt van de (m.i. minder algemeen empathische
én minder logische) merito-cratische formulering van Stalin (USSR) en van Bart De Wever (NV-A):
"Jeder nach seinen Fähigkeiten, jedem nach seiner Leistung (prestatie)"...
Je kan daar veel over filosoferen. Gaan we hier nu niet doen.
Bekijken we beide formuleringen voorlopig slechts
interessant als oefening in Duitse grammatika...
Ik ga min of meer akkoord met al uw opmerkingen. Ook dat ik hier en daar uit wat De Grauwe *niet* zegt - in een mondeling interview - conclusies trek die speculatief zijn. Ook ga ik helemaal akkoord met de aanvulling: Er is ook nog een ander kwalitatief verschil tussen directe belastingen (op arbeid) en indirecte (op consumptie). "De netto-winst op arbeid laat weinig keuze, terwijl de consumptie wel (steeds binnen bepaalde grenzen) enig keuze toelaat." Ik heb zelf ook overwogen om een vergelijkbaar punt toe te voegen, maar ik heb het uiteindelijk laten vallen omdat het mij te ver zou leiden. Wat de verdienste van het programma van Gotha betreft vergeleken met het stalinistische principe, dat zou mij zéker te ver leiden. En we leven natuurlijk niet in een ethisch en logisch perfecte wereld. Maar de huidige evolutie laat in elk geval steeds duidelijker zien wat, naast de voordelen, de mogelijke nadelen van de meritocratie zijn. Of er een redelijk alternatief bestaat, dat is weer iets anders.
VerwijderenPhilippe
Philippe, je schrijft: " Maar hij spreekt bijvoorbeeld niet over de laagrentende leningen die de banken met zich meeslepen van vorige jaren. Mijn vrouw en ik hebben nog net op tijd zo’n laagrentende lening afgesloten die we nu afbetalen. Onze bank verdient daar heel weinig aan. ".... Tja, als banken een lening geven op lange termijn zouden ze ervoor moeten zorgen dat ze geld op lange termijn ter beschikking hebben aan een lagere rente. Het feit dat de Nationale Bank ons nu zegt dat de spaarrente niet kan verhoogd worden omwille van het risico voor de banken, betekent dus dat ze dat niet gedaan hebben. Je hebt natuurlijk meer winst als je je niet indekt tegen rentestijgingen, maar ook meer risico. Indien de vrije markt zou spelen, zouden de banken dus waarschijnlijk opnieuw failliet zijn. Het is de nationale bank die toezicht moet houden op de banken. Zij hebben dit dus niet gedaan. Wij betalen weer voor het wanbeleid van de banken en voor het totaal onacceptabele risicogedrag van de banken. Dit keer betalen we niet met belastingen, maar door een zo goed als onbestaande intrest op de spaarboekjes. Ze hebben ons weer liggen.
BeantwoordenVerwijderenJe schrijft ook: "Sommige economen zullen zeggen dat die redenering beter van toepassing op de korte dan op de lange termijn." Er is ooit een invloedrijke economist geweest die zei dat we op lange termijn allemaal dood zijn. Ik vermoed dat hij daar gelijk mee had...
Behalve de invloed van de grote vermogens is hun gebrek aan burgerzin om belastingen te betalen een ernstig wereld probleem. Volgens Gabriel Zucman verbergen de grote vermogens der aarde 7.6 triljoen (7 x 10**12) dollar (ongeveer 7.6 maal het GDP van ons land). Zie "The Hidden Wealth of Nations: The Scourge of Tax Havens" door deze UC Berkeley econoom (U. Chicago Press, 2015).
BeantwoordenVerwijderenDat is inderdaad een probleem om vele redenen. 7,6 triljoen is bijna zeven procent van het Wereld B'N'P. Ik weet niet hoeveel belastingen daar legaal ongeveer op zouden moeten worden geheven, maar zelfs 1 procent daarvan zou al een fors bedrag zijn. Bovendien zal zo'n vermogen ook wel winsten opleveren die zich misschien ook verborgen blijft voor de belastingen. Ik moet er eigenlijk vooral niet aan denken hoeveel energie er gaat naar dat verbergen van die vermogens, energie die productiever zou kunnen worden aangewend.
Verwijderen