In de reeks Alfabetische mijmeringen, aflevering 9
Cleopatra - De neus van
Cleopatra VII (69 v.Chr – 30 v.Chr.), koningin van Egypte en laatste van haar geslacht, speelt een belangrijke rol in het zesde album van de stripreeks Asterix. Die Asterix-albums staan vol verwijzingen, en sommige ervan begreep ik ook al als kind. Op de eerste pagina van het album in kwestie werd aangegeven hoeveel potloden, vlakgommen, pennen, Chinese inkt, enzovoort bij de productie van het verhaal waren ingezet. Dat was een verwijzing naar de Cleopatra-film met Elizabeth Taylor, die met veel bombarie was aangekondigd vanwege de ongelooflijke hoeveelheid kostuums, decorstukken, rekwisieten en figuranten die eraan te pas waren gekomen. (En toch was het geen goede film.)
Een andere verwijzing begreep ik dan weer niet: die over de neus van Cleopatra. ‘Elle a l’air d’avoir mauvais caractère,’ zegt Asterix, ‘mais elle a un joli nez.’ Waarop Panoramix hem als kenner bijvalt : ‘Un très joli nez !’ Wat was dat met die neus? vroeg ik mij af. Pas later vernam ik dat het een verwijzing betrof naar een van de Pensées van Pascal: ‘Si le nez de Cléopâtre eût été plus court, la face du monde en eût changé.’ Als de neus van Cleopatra kleiner was geweest, zou de wereld er anders uitzien.
Nu had Cleopatra wellicht nog meer fraais dan alleen haar neus in de aanbieding, want ze had twee van de machtigste mannen van haar tijd te als minnaar: eerst Julius Caesar, en nadat die gedood was, zijn opvolger Marcus Antonius. Het is vooral die tweede romance die gevolgen had voor de wereldgeschiedenis. Marcus Antonius was in een tweestrijd gewikkeld met een zekere Octavius, en hij had door zijn liaison met een Egyptische koningin zijn positie in Rome verzwakt. De Romeinen konden als hen dat uitkwam erg xenofoob zijn. Uiteindelijk kwam het tot een grote zeeslag bij Actium waarbij Marcus Antonius verslagen werd, en Octavius zich kon beginnen voorbereiden op zijn rol als Augustus, de eerste keizer van een rijk dat nog vijfhonderd jaar zou bestaan, of nog duizendvijfhonderd jaar als je de Byzantijnse periode erbij rekent.
Zou de wereld er anders hebben uitgezien als Marcus Antonius niet in het bed van Cleopatra was beland, en als hij de zeeslag bij Actium had gewonnen? Zou hij een even knap organisator geweest zijn als zijn rivaal? Had hij even kundig de stok en de wortel gehanteerd? Had hij de macht van de senaat kunnen omzeilen en breken? Had hij nieuwe verwoestende burgeroorlogen kunnen voorkomen? Of was het Romeinse rijk onder Antonius misschien door wanbeheer in elkaar gestort, ten prooi aan de barbaren van het Noorden en het Oosten? Ja, dán zou de geschiedenis er helemaal anders uit hebben gezien. Aan de andere kant: kort na Augustus zijn verschillende keizers gekomen die wispelturiger waren dan Antonius, en minder bekwaam, en toch is het rijk niet in elkaar gestort.
De geschiedenis bestaat uit een onontwaarbaar kluwen van miljoenen feiten, verbanden en tendensen. Sommige van die tendensen zijn zo regelmatig en stabiel dat ze wetmatigheden lijken. Bijvoorbeeld: met een sterke economie en een groot leger zul je een oorlog makkelijker winnen dan met een zwakke economie en een klein leger – maar er zijn uitzonderingen. En dan: hoe ontstaat zo’n oorlog? Als je Christopher Clarks Slaapwandelaars leest, krijg je op elke bladzijde de indruk dat de Eerste Wereldoorlog er evengoed niet had kunnen komen. Dan was er misschien geen Russische Revolutie geweest, geen nazisme, geen Tweede Wereldoorlog. Zeker, de wereld zou gedekoloniseerd zijn, maar misschien op een heel andere manier dan die we gekend hebben. Misschien bestond woke nu niet.
Maar die Eerste Wereldoorlog kwam er. En een van de redenen was dat de opperbevelhebber van het Oostenrijkse leger, de melancholieke Franz Conrad von Hötzendorf, graag een heldhaftige indruk wilde maken op zijn minnares, de Italiaanse aristocrate Viriginia von Reininghaus. Als de neus van Virginia iets korter - of iets langer - was geweest, dan was die hele Eerste Wereldoorlog er misschien niet gekomen. Misschien was die neus wel de druppel, nou ja, die de emmer vol oorzaken deed overlopen.
Bedankt voor de ophelderingen. Ik zou heel Asterix eens moeten herlezen en bij elke vreemde passage het Internet erbij halen. Dieter
BeantwoordenVerwijderen