Krullend en golvend haar
Zoals er voor hippe mannen speciale baardkappers bestaan, zie je nu ook voor hippe vrouwen krullenkapperszaken opduiken. Oudere lezers zullen zich het permanentje van de jaren 80 nog herinneren. Olivia Newton-John in Grease, Cybill Shepherd in Moonlighting. Cybill speelde de rol van een detective. Het viel toen al op ze met haar golvende haarstijl de mode van de tijd volgde, maar toch veel minder dan haar secretaresse, haar klanten en haar vijanden*. Zij stond, zoals Cary Grant, in the middle of fashion. Dat is altijd het beste. Zijn tattoos plots zo vreselijk in de mode dat je er als 19-jarige niet aan ontkomt. Goed, maar dan een heel-heel-heel-heel kleintje.
Populisme
Mijn jongste broer is niet te spreken over het begrip populisme. ‘Alsof niet alle partijen met simplistische slogans zwaaien om zich populair te maken,’ zei hij. Ik was niet onder de indruk, want ik heb boekjes over het populisme gelezen, en hij niet. Maar nu krijgt hij gelijk van een heuse professor. ‘Simplistische voorstellen formuleren,’ schrijft Bart Maddens op Doorbraak, is dat geen essentieel onderdeel van het democratische spel?’ Dat is een slimme vraag. Nou ja, het ene simplisme is het andere niet, maar ’t valt moeilijk te loochenen dat alle partijen zich eraan schuldig maken.
Naast de voorkeur voor simpele oplossingen, zou het populisme zich ook nadrukkelijk tegen een elite keren. Maar ook dat is weer een kenmerk dat je – misschien niet bij alle – maar dan toch bij veel partijen ziet opduiken. Alleen heeft iedereen andere elites op het oog als er nood is aan een vijand. Vroeger waren het de Joden, de vrijmetselaars, het Groot-Kapitaal en de franskiljons, nu kun je kiezen tussen de 1-procenters, de multinationals, de agrobusiness, Big Pharma, de eurocraten, de bureaucraten, de juristocraten, de syndicaten, de ziekenfondsen, de mainstream media, de sociale media-giganten, Silicon Valley, de oliestaten, de Derde-Wereld cleptocraten, de PS-bonzen, de Vrijzinnigheid, de Moderne Kunst.
Toch wil ik nog iets proberen te redden van het begrip populisme. Dan kom ik uit op drie kenmerken die moeten samengaan om van populisme te kunnen spreken.
- Een bovengemiddelde – maar niet exclusieve – aanhang onder mensen met lage inkomens en een lage scholingsgraad
- Een radicalisme in de voorgestelde oplossingen en in het tempo dat ze moeten worden doorgevoerd (dat radicalisme hoeft zich niet over alle programmapunten uit te strekken)**
- Een afwijzing van de politieke consensus die tot stand kwam na de tweede wereldoorlog in de vorm van wisselende coalities, cohabitation en alternerende regeringen.
De Europese arbeidersklasse
Eergisteren schreef ik iets over Mia Doornaerts laatste tirade in De Standaard. Vandaag wil ik iets zeggen over de achterliggende zienswijze ervan. Doornaert had het over de Europese elites die in de jaren 90 vurig ijverden voor een liberale wereldhandel. ‘Die heeft honderden miljoenen mensen wereldwijd uit de armoede helpen tillen. Maar evengoed ging dat ten koste van honderdduizenden Europese arbeiders. Hun veilige, goedbetaalde industriële banen verdwenen naar de lageloonlanden. Als vervanging vonden ze alleen slechtbetaalde, precaire jobs in de dienstensector.’
’t Is geloof ik een juiste samenvatting van de toestand, maar ze kan op verschillende manieren verkeerd worden begrepen. Je zou ten onrechte kunnen denken dat de ‘Europese arbeiders’ het nu minder goed hebben dan in de jaren ’90. Dat klopt niet. De ‘goedbetaalde jobs’ van de jaren ’90 en de ‘slechtbetaalde jobs’ van nu, zijn relatieve begrippen. Een gezin waarvan man en vrouw 40 jaar geleden in een autofabriek werkte, had geen hogere levenstandaard dan een gezin waarvan man en vrouw nu in de Colruyt werken. Integendeel. Het Colruyt-gezin van nu woont in een ruimer huis, heeft een betere auto en heeft een grotere tv. Maar op de maatschappelijke lader stond het autofabriek-gezin van toen iets hoger dan het Colruyt-gezin van nu.
Ook zou je kunnen denken dat de wereldhandel met zijn delokalisatie van onze industrie alleen voordelen had voor de arme landen en niet voor ons. Ook dat is fout. Dat allerlei producten nu in de arme – en ondertussen niet meer zo arme – landen gemaakt worden, zorgt ervoor dat ze voor ons veel goedkoper zijn, en dat is vooral belangrijk voor de Colruyt-gezinnen. Het zou geen oplossing geweest zijn om de industrie met alle geweld hier te houden***. De lonen van de Europese arbeiders zouden misschien hoger geweest zijn, maar de prijzen nog veel hoger. Wie denkt dat de prijzen nu al veel te hoog zijn heeft gelijk. Maar zonder delokalisatie zouden die prijzen onvergelijkelijk veel hoger geweest zijn. Ik denk niet dat mijn vrouw en ik dan twee jaar geleden zonder daar veel over na te denken een 50 inch-tv hadden kunnen kopen.
En er is nog een derde gevaar. Als Doornaert spreekt over slechtbetaalde, precaire jobs in de dienstensector, denk ik in de eerste plaats aan pakjesbezorgers, poetsvrouwen en pizzabakkers bij Domino,– -allemaal beroepen waarin vandaag nog weinig autochtonen aan het werk zijn. De zogenaamde ‘Europese arbeiders’ zijn, als het op handenarbeid aankomt, grotendeels migranten voor wie de huidige slechtbetaalde, precaire job een vooruitgang is.
10 miljoen euro
Nu wordt het moeilijk. Ik zie dat de Vlaamse filosofe Ingrid Robeyns zowel in De Standaard als in De Tijd geïnterviewd wordt. In De Tijd luidt de kop: ‘Beperk rijkdom tot 2 miljoen per koppel’ en in De Standaard luidt die ‘Niemand verdient het om meer dan 10 miljoen euro te bezitten.’
Ik weet nog niet zeker of ik een van de twee stukken zal lezen. Ik zou eigenlijk liever een stuk lezen met als kop ‘Iedereen verdient het om tien miljoen euro te bezitten’ of ‘Geef elk koppel 2 miljoen.’
Twee maal Tiberius
Het is puur toeval dat ik gelijktijdig de Annalen van Tacitus aan het lezen ben en de televisieserie Domina op VRT-max aan het volgen ben. Tacitus was mij aangeraden door Clive James, en Domina door mijn jongste broer. De serie speelt zich ongeveer 20 jaar vroeger af dan het boek. Ik ben voortdurend geneigd om Augustus voor zijn stiefzoon Tiberius te houden en Drusus voor zijn zoon Germanicus.
Afz***
Er bestaan in het Nederlands een aantal woorden die beginnen met a-f-z. Eén ervan heeft de politieke val van Conner Rousseau veroorzaakt. De rest zou hij wellicht overleefd hebben.
Minimaal decor
Als je in Vlaanderen naar een toneelstuk gaat, zie je op het podium bijna altijd een gestileerd, minimaal decor. ’t Is geloof ik goedkoper. Dure musicalproducties die op een groot publiek kunnen rekenen, zoals Les Misérables, doen er niet aan mee. Die zijn wel wijzer. Maar culturo’s maken geen bezwaar tegen zo’n minimaal decor: het oogt modern****.
Maar zo modern is dat nu ook weer niet. Men zegt soms dat de doorbraak van het realistische decor er kwam met de eerste opvoering van Miss Julie in 1889. Maar niet eens zó lang daarna begon men te experimenteren met onrealistische decors. Een van die experimenten was het beroemde Amerikaanse stuk Our Town (1938). Een tafel moet de huiskamer voorstellen. Er zijn bijna geen rekwisieten. Men doet alsof men een kopje koffie drinkt, zoals in de toneeltjes die leerlingen in de klas opvoeren. De organist doet alsof hij op een orgel speelt.
Tot voor kort kende ik van dat stuk maar één scène. Een jongen en een meisje staan elk op een ladder en babbelen tegen elkaar. Waarom staan ze daarvoor op een ladder? Ik heb nu het hele stuk gezien, en wel twee keer na elkaar. Eén keer de filmversie uit 1940 met een onherkenbare William Holden als George – mijn vader zou zeggen: hij moest nog zijn plechtige communie doen – en één keer een captatie van een opvoering uit 2003 met Paul Newman in de rol van stage manager.
Ik weet nu waarom die jongen en dat meisje elk op een andere ladder staan. Hun huizen staan naast elkaar en ze zijn aan het babbelen door het raam van hun slaapkamer.
* ‘Do something with your hair,’ zegt Bruce Willis - de tegenspeler van Cybill Shepherd - tegen een meisje met steil haar.
**Je zou vanuit een bepaalde opvatting over de CO2-kwestie kunnen zeggen dat ook de middenpartijen zich verliezen in radicalisme, maar wellicht toch altijd meer in woorden dan in daden.
*** Ik probeer dat ook uit te leggen in mijn stukje hier. Ik hou daarbij geen rekening met geopolitieke overwegingen.
**** Over een ander minimaal decor, zie mijn stukje hier.
" Er bestaan in het Nederlands een aantal woorden die beginnen met a-f-z. Eén ervan heeft de politieke val van Conner Rousseau veroorzaakt. De rest zou hij wellicht overleefd hebben." : een van de betere 'kortjes' !
BeantwoordenVerwijderenDie mens heeft al genoeg afgezien en hij is bovendien afgezet, dus de grapjes over hem worden stilaan afgezaagd. Laat hem nu maar even in afzondering, zodat hij zijn gedachtengoed en vooral die afzichtelijke sneakers kan afzweren. Wij zullen ons verder afzijdig houden.
Verwijderen