Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

maandag 26 augustus 2024

Kortjes - sociaaleconomisch.


 
 Maximumprijzen vastleggen
     Kamala Harris, die zich anders op de vlakte houdt, heeft de aandacht getrokken met haar aanbeveling voor door de federale regering opgelegde maximumprijzen, om superwinsten tegen te gaan. Ik word dan achterdochtig. Als je maximumprijzen oplegt voor bepaalde producten, worden de winstperspectieven in die sector slechter, zal men er minder in investeren, worden er minder van die producten gemaakt, en worden de producten schaarser. Je krijgt rijen voor de winkels zoals in de Sovjet-Unie destijds.
     Gelukkig heeft de markt een eigen mechanisme om hoge prijzen te doen dalen. Als je voor een product hoge prijzen kunt vragen, worden er superwinsten gemaakt, gaan er meer producenten zich op dat product toeleggen om ook superwinsten te maken, worden er steeds meer exemplaren van dat product gemaakt, wordt het aanbod groter en … daalt de prijs. Die uitleg kreeg ik indertijd op de basiscursussen economie die Amada-PVDA voor haar leden organiseerde. Ze werden vaak gegeven door de vorige week overleden Jo Cottenier, een van de knapste koppen van de partijleiding.
     Dat die prijzen zouden dalen vond ik raar, want ik zag daar nooit voorbeelden van. Maar toen kwamen de computers. Ik heb de tijd nog gekend dat een computer onder de 5000 euro een onbereikbaar ideaal was. Die prijs is ondertussen flink gedaald.  En hoe zit dat dan met prijzen die we alleen weten stijgen, zoals van brood bijvoorbeeld? Tja, wellicht worden in die sectoren geen superwinsten gemaakt en liggen de kostprijs en de verkoopprijs redelijk dicht bij elkaar. Bij stijgende kosten, stijgt de prijs. En dan is er nog de inflatie, maar dat is een ander verhaal.

Economische crisissen
     Ik heb bij die economielessen van Cottenier niet altijd even goed opgelet. Hij legde uit hoe de economische crisissen onder het kapitalisme tot stand kwamen. Ik onthield dat de kapitalisten ontzettend veel produceerden, maar dat ze hun arbeiders te weinig betaalden, waardoor de producten niet verkocht geraakten. Maar die uitleg kon niet kloppen. In een stationair draaiende economie wordt de opbrengst netjes verdeeld onder (1) investeringen, (2) consumptie van de kapitalisten en (3) consumptie van de arbeiders. De eerste twee kunnen we ‘winst’ noemen en de derde ‘lonen’. Maar hoeveel er nu precies naar (1), (2) of (3) gaat, de rekening klopt. Er is geen ‘algemene’ overproductie.
     Een geleerde van de marxistische school zal terecht antwoorden dat de economie niet stationair draait. En een geleerde van de Oostenrijkse school zal hem bijvallen. Maar ook dat is een ander verhaal.

Burgers en bedrijven
     
Toen De Wever de ene supernota na de andere produceerde hoorde je bij Vooruit dat er teveel voordelen in stonden voor de ‘bedrijven’ en te weinig voor de ‘burgers’. Alsof de bedrijven en de burgers tegengestelde, of zelfs maar ándere belangen hebben. Alles wat ik als burger bezit en consumeer komt van bedrijven – grote en kleine. Hier valt niets te ‘herverdelen’. Als men met alle geweld wil ‘herverdelen’ – ik ben daar géén voorstander van – moet men niet kijken naar de bedrijven, maar naar de rijken, de hoge inkomens, de grote vermogens.
     Dat die rijken vaak bedrijfsleiders zijn, of eigenaren van bedrijven, dat is alweer een ander verhaal.

Win-win en nulsom
   
     Liberalen zien de ideale economie als een win-win spel met groeiende welvaart voor iedereen, socialisten zien de ideale economie als een nulsom spel, waarbij een gegeven welvaart moet worden ‘herverdeeld’ volgens het principe dat de winst van de ene, het verlies van de andere uitmaakt.
     Liberalen en socialisten hebben allebei gelijk. Als je een auto koopt, is er een win-win situatie. De klant heeft liever een auto in zijn garage dan 30.000 euro op zak, en de verkoper heeft liever 30.000 euro op zijn rekening dan een extra auto in zijn etalage. Ze winnen allebei bij de ruil.
    Maar er is een marge. Bij het onderhandelen ontstaat er immers naast de win-win ook een nulsom situatie. Als de klant 1000 euro kan afdingen, is dat een verlies voor de verkoper en een winst voor de klant. Maar het blijft in zijn geheel genomen win-win. De verkoper heeft nog altijd liever 29.000 euro op zijn rekening dan een auto die hij niet nodig heeft. Hij heeft nog altijd gewonnen, ondanks zijn ‘verlies’.
     De economie is vooral win-win. De liberalen hebben méér gelijk. De socialisten hebben gelijk in de marge.

Kapitalisme, socialisme
     Wat vandaag voor ‘kapitalisme’ of ‘socialisme’ doorgaat is in werkelijkheid een hybride vorm van de twee. Om te weten wat de systemen echt waard zijn zou je ze moeten doordenken in hun consequente vorm*. Een min of meer consequente vorm van socialisme hadden we in de Sovjet-Unie. Een min of meer consequente vorm van kapitalisme hadden we bij ons in de 19de eeuw. Wat kiezen we: Brezjnev of ‘toestanden à la Daens’?
     Om eerlijk te zijn zouden we bij Brezjnev de dictatuur even moeten wegdenken en de zaken louter economisch bekijken. Ook dan was het geen succes. En bij het 19de-eeuwse kapitalisme zouden we even het lage niveau van de toenmalige productie moeten wegdenken.
     Dat wegdenken is niet zo makkelijk*.

Kapitalisme, socialisme, democratie
     Ik schreef hierboven dat je bij het Brezjnev-Rusland moest proberen de dictatuur weg te denken. Maar de vraag is of dat mogelijk is. De geschiedenis laat zien dat integraal economisch socialisme altijd met een dictatuur wordt opgelegd of in stand gehouden. Hayek heeft in Road to Serfdom redelijk overtuigend aangetoond dat een geplande economie uiteindelijk onmogelijk is zonder dictatuur.
     Maar Hayek geeft in Law, Legislation, Liberty toe dat ook de vrije-markteconomie op gespannen voet staat met de majority rule. Een vrije-markteconomie leidt tot ongelijke inkomens en vermogens. Er is altijd een kans dat de 99 procent ‘armsten’ de 1 procent rijksten ‘democratisch’ onteigenen. En volgens dezelfde logica kunnen ook de 55 procent ‘armsten’ het inkomen of vermogen van de 45 procent ‘rijksten’ confisqueren. Je kunt hoogstens een grondwettelijke grendel voorzien waardoor bijvoorbeeld een meerderheid van 66 procent vereist is om tot onteigening over te gaan.

Maximumprijzen (2)
     De kwestie van maximumprijzen is natuurlijk veel moeilijker dan ik het hierboven liet uitschijnen. In handboeken economie begint het al met begrippen als ‘prijselasticiteit’ en ‘onvolmaakt werkende markten. Een iets gedetailleerder, maar misschien ook controversiëler uitleg vond ik in een bericht dat een zekere Robert Sterling op X heeft gepost.  Ik neem dat hier ongewijzigd over: 

 People need to stop overreacting about Kamala’s plan to reduce food inflation, as if it would lead to communism, mass starvation, and the end of America. I worked in M&A in the food industry. Here’s a step-by-step summary of what would actually happen:

  1. The government announces that grocery retailers aren’t allowed to raise prices.
  2.  Grocery stores, which operate on 1-2% net margins, can’t survive if their suppliers raise prices. So the government announces that food producers (Kraft Heinz, ConAgra, Tyson, Hormel, et. al.) also aren’t allowed to raise prices.
  3.  Not all grocery stores are created equal. Stores in lower-income areas make less money than those in higher-income areas, as the former disproportionately sell lower-margin prepackaged foods (“center of the store”) instead of higher-margin fresh products like meat (“perimeter of the store”). Because stores in lower-income areas aren’t able to cover overhead (remember, even if their wholesale costs are fixed, their labor, utilities, insurance, and other operating expenses aren’t fixed… yet), grocery chains start to shut them down. Food deserts in rural areas and in low-income urban areas alike become worse. 
  4.  Meanwhile, margins for food producers are also quickly eroding. Their primary costs (ingredients, energy, and labor) aren’t fixed, and their shrinking gross profits leave less cash flow available to cover overhead, maintain facilities, and reinvest in additional production capacity.
  5.  Grocery chains, which have finite shelf space, start to repurpose their stores (those they didn’t have to shut down, I should say) to sell more non-price-controlled items—everything from nutrition supplements to kitchenware to apparel—and less price-controlled food products. Your local Kroger or Safeway starts to look and feel more like a Walmart.
  6.  Food producers stop making products with lower margins. Grocery chain start competing with each other to secure inventory. Since they can’t compete by offering stronger prices (remember, producers aren’t allowed to raise prices here, and, even if they could, grocery chains no longer have the gross profit to bear price increases), they compete on things like payment terms.
  7.  Small grocery chains start to shut down entirely, or get sold to larger chains like Kroger. In addition to not being able to cover fixed costs, a major reason for this is because they can no longer reliably secure delivery of products, due to producers prioritizing sales to larger customers, which are able to leverage their stronger balance sheets to offer superior payment terms.
  8.  Smaller food producers—which typically sell via distributors, rather than directly to grocery chains—start to go out of business. Because these producers have an additional step their value chains, and because they have lower volumes over which to spread their fixed costs, their cost structure is inherently disadvantaged compared to major food producers. When grocery stores aren’t able to raise prices, cutting product costs becomes all the more important, and deprioritizing purchases from smaller producers is an easy way to do so.
  9.  As supply chains break down, lines start to form outside grocery stores every morning. Cities assign police officers to patrol store parking lots, and food producers draft contingency plans to assign armed escorts to delivery trucks.
  10.  The federal government announces a program to issue block grants for states to purchase and operate shuttered grocery stores. The USDA also seizes closed-down production facilities.
  11.  The government announces that prices for all key food costs—corn, wheat, cattle, energy, etc.—are also now fixed, to stop “profiteers” from gouging the now-government-operated food industry.
  12.  Shockingly, the government struggles to operate one of the most complex industries on the planet. The entire food supply chain starts imploding. 
  13.  Communism, mass starvation, and the end of America quickly ensue. Hey wait a second.

* Een mooi staaltje van het consequent doordenken van de zuivere kapitalistische en de zuivere socialistische logica, vinden we in Mises, Human Action.  


9 opmerkingen:

  1. Citaat: "Kamala Harris, die zich anders op de vlakte houdt, heeft de aandacht getrokken met haar aanbeveling voor door de regering opgelegde maximumprijzen, om superwinsten tegen te gaan."

    Dat heeft u verkeerd begrepen.

    Price-gouging is iets anders en bestaat al in het merendeel van de Amerikaanse staten, ook in Republikeinse. Het is een mechanisme om in geval van 'emergencies' systematische woekerprijzen tegen te gaan.
    Dat de markt zich corrigeert is enkel correct in geval van een min of meer perfecte vrije markt, zonder enige vorm van hindering om toe te treden tot de markt. Zo werkt dat in veel gevallen in de praktijk niet. Als er een tijdelijk tekort of grotere vraag is naar bepaalde producten, is het meestal niet zo dat er op korte tijd heel wat aanbieders kunnen bijkomen, ergo er gebeurt geen marktcorrectie. Dit is allemaal al goed onderzocht en gekend, daarom dat die wetten al bestaan in het grootste gedeelte van de US Staten.
    Te veel om uit te leggen in een korte posting, daar is veel over geschreven (zoek zelf). Die simpele regeltjes van martkcorrectie werken in perfect dynamische markten.

    Kort gezegd, price-gouging kan zin hebben en is geen mechanisme om prijzen op te leggen in normaal fungerende markten. Zowel Republikeinse als Democratische Staten hebben die mogelijk nu al. Het voorstel is om dat federaal te maken zodanig dat er geen loopholes meer zijn tussen de staten.
    Als je niet zelf meer info vind, laat het hier weten, ik kan je wel links geven waar dat wordt uitgelegd. Maar laat het simplisme achterwege.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In addition:
      A typical price-gouging claim has four elements. First, a triggering event, sometimes called an “abnormal market disruption,” such as a natural disaster or power outage, must have occurred. Second, in most states, the claim must concern essential goods and services. (No one cares if you overcharge for Louis Vuitton handbags during a hurricane.) Third, a price increase must be “excessive” or “unconscionable,” which most states define as exceeding a certain percentage, typically 10 to 25 percent. Finally, the elevated price must be in excess of the seller’s increased cost. This is crucial: Even during emergencies, sellers are allowed to maintain their existing profit margins. They just can’t increase those margins excessively.

      From: Z. Teachout, The Atlantic.

      Price gouging is geen prijs controle in de normale markt.

      Verwijderen
    2. Dat de zaken véél ingewikkelder zijn, dat geloof ik graag. Maar het lijkt mij nuttig om aan het basismechanisme te herinneren. Maar daar komen inderdaad veel nuances bij. Dat je prijscontroles op een radicale of gematigde manier kunt toepassen. Dat een gematigde toepassing minder (of misschien zelfs geen) schade toebrengt. Dat in heel specifieke omstandigheden de prijscontrole verleidelijk of zelfs aanvaardbaar is. Anderzijds, het is misschien geen onmiddellijke oplossing die altijd werkt, maar de eerste plicht van de regering lijkt mij om te zorgen dat de markten wel beter en dynamischer werken.

      Verwijderen
    3. Sorry dat ik het volgende moet schrijven, maar ik heb de indruk dat u als oud-communist nog steeds de vrije markt niet goed begrijpt. Als amada-communist was dat de bron van alle kwaad, en nu lijkt u in het tegenovergestelde kamp te zitten, de enige bron van al het goede. Een statische vrije markt, volgens abstracte economische basismodellen, bestaat niet, maar die basismodellen zijn wel nuttig om het systeem te capteren. De vrije markt zit ingewikkelder in elkaar, die ontspoort soms of heeft ongewenste effecten en moet op de rails gehouden worden. Natuurlijk moet steeds de competitie behouden blijven, maar dat is niet alles. Price-gouging is een werktuig om in bepaalde en beperkte gevallen de vrije markt voor ongewenste effecten in te tomen. Je moet af van het idee dat de Werken van de grote denkers alles hebben doorgrond, zoals de amadezen dat dachten. Zo werkt dit niet. zo werkt niets zover ik weet.

      Waar we het waarschijnlijk wel over eens zijn is dat de principes van de vrije markt en vrije democratie tot heden het beste zijn voor de mensheid, en dat beide voortdurend 'onderhoud' vergen.
      Niet iedereen is het daarmee eens trouwens.

      Verwijderen
    4. U moet zich niet verontschuldigen want ik heb uw reacties met veel interesse gelezen en er ook iets uit geleerd. Als ik al iets over economie lees, zijn dat inderdaad vooral boeken van vrije-markteconomen. Mijn kennis is dus oppervlakkig én eenzijdig.

      'Vrije markt als de enige bron van het goede' ... Ik ben zeker bereid om te aanvaarden dat er allerlei uitzonderingen kunnen zijn, tot en met rantsoenering. Ik weet natuurlijk véél te weinig van economie of van de Amerikaanse economie om te weten of price gouging vandaag voor sommige producten een nuttige ingreep zou zijn. Ik betwijfel niet dat zo'n ingreep voordelen kan hebben, maar ze heeft ook nadelen. Het stationaire model helpt om de bron van die nadelen aan te wijzen. Dat is wat ik wilde doen. (Dat de statische vrije markt niet bestaat, schreef ik trouwens zelf in de laatste alinea van mijn tweede kortje).
      Zoals ik al zei kan ik zelf de voor- en nadelen van price gouging op dit moment niet afwegen. Maar ik ben er bijna zeker van dat de economen het over Harris' voorstel met elkaar oneens zijn, en dan sluit ik mij nogal gemakkelijk aan bij degenen die *minder* willen ingrijpen in de vrije marktmechanismen.

      Verwijderen
    5. Ik lees nogal frequent de amerikaanse pers en zover ik me herinner ben ik het woord "price-gouging" niet tegengekomen. Wel "gouging " wat afzetterij of woekeren betekent en dan het wóord price -caps of price-capping wat naar prijscontrole verwijst. Voor de rest heeft de steller van het artikel overschot van gelijk. Prijscontroles zijn gewoon belachelijk in een economie als de amerikaanse. Als je het niet gelooft kijk dan naar commieland Venezuela of naar ex-kirchneargentinië. Gelukkig is in dit laatste nu Milei aan de macht. Het eerste wat hij buitenzwierde was de peronistische fatale prijscontroles.

      Verwijderen
    6. citaat anoniem 17:07: "Ik lees nogal frequent de amerikaanse pers en zover ik me herinner ben ik het woord "price-gouging" niet tegengekomen. "

      Als u price-gouging niet bent tegengekomen dan heeft u de Amerikaanse pers niet goed gevolgd. Price-gouging is geen prijzen controle in een normale vrije markt. Het is recent op de radar gekomen in de presidentscampagnes - hoe kan u dit missen als u beweert de pers te volgen?

      Een voorbeeld van de (sterk Republikeinse!!) staat Texas: "Price gouging is illegal, and the Office of the Attorney General has authority to prosecute any business that engages in price gouging after a disaster has been declared by the governor or president. The attorney general has issued stern warnings about price gouging to businesses in times of disaster, ..."
      https://www.texasattorneygeneral.gov/consumer-protection/disaster-and-emergency-scams/how-spot-and-report-price-gouging


      Verwijderen
    7. En voorbeeldje uit zeer recente pers: "On Harris’s Price-Gouging Ban, Allies and Foes May Have the Wrong Idea
      The plan does not appear to amount to government price controls."
      NYT 21 Aug. 2024. De pers staat vol met artikels over price-gouging. In het politieke debat wordt natuurlijk van alles beweerd om de tegenstander te vloeren. Maar zowel Republikeinse als Democratische staten hebben wetgeving ERTEGEN. Zelfs de staat Texas, zie voorgaande.
      Ook Trump heeft zelf aan price-gouging beperking gedaan:
      "In March 2020, Trump himself issued an executive order to head off corporate price gouging and the hoarding of “necessary health and medical resources,” like personal protective equipment and sanitizing products."
      37 van de 50 Staten hebben wetgeving tegen price-gouging.
      Bron: NBC, 21 aug. 2024

      Verwijderen
    8. Ja, er is wetgeving op tegengaan van woekerprijzen , maar dat is alleen in geval van een emergentie-toestand zoals sneeuwstormen of overstromingen. Amerika is nu éénmaal meer onderhevig aan dit soort dingen dan Europa. Maar prijscontroles of price capping om inflatie tegen te gaan is ongrondwettelijk in Amerika. Voor het gemak noemt birdbrain kamala inflatie dan maar gouging. Prijscontroles leiden enkel tot schaarste. Er was al eens schaarste van baby-formule onder Bidens wanbeleid. Maar goed, baby-formule is geen probleem voor childless catladies.

      Verwijderen