Vrienden van Israël vinden dat de media te vaak de ‘Hamas-propaganda’ overnemen. Ik heb dat gevoel ook wel eens, maar om dat te beoordelen zou ik eerst goed moeten weten wat er precies gebeurt, en zou ik de versies van beide partijen goed moeten kennen, om dan pas te oordelen of het beeld dat we in onze media krijgen de zaken al dan niet vertekent. Eén ding kan niet vertekend worden: er vallen in de oorlog tienduizenden Palestijnse burgerslachtoffers en de Israëlische regering kon op voorhand weten dat zoiets het gevolg zou zijn van een oorlog om ‘Hamas uit te roeien’.
Op twee momenten was mijn vermoeden dat ik in de media met Hamas-propaganda te maken had het beste voelbaar. Toen de Israëlische bombardementen begonnen, was de publieke opinie nog erg onder de indruk van de Hamas-raid. Ik had de indruk dat in die dagen het aantal Palestijnse burgerslachtoffers werd opgeschroefd om zo snel mogelijk het algemene beeld te veranderen. Toen de oorlog eenmaal in volle gang was, werd dat opschroeven overbodig. Het volstond om bij de reële cijfers telkens de nadruk te leggen op het aantal vrouwen, kinderen en jongeren onder de slachtoffers, en om bij de beelden telkens de scholen en hospitalen te laten zien. Zelfs als die cijfers en beelden eenzijdig waren, toonden ze in elk geval een groot deel van de werkelijkheid.
Het tweede moment dat het Hamas-propaganda-gevoel mij overviel, was met de voedselblokkade, en vooral toen Israël de blokkade weer opgaf om zelf de voedselbedeling in handen te nemen. Ook hier moest zo snel mogelijk een bepaald beeld worden gecreëerd. Het is geloofwaardig dat de voedselbedeling zó werd georganiseerd dat de bevolking zich moest verplaatsen naar bepaalde gebieden waar het de Israëlische politieke en militaire strategie goed uitkwam. Maar als kritiek is dat te subtiel en onvoldoende dramatisch. Er moest zo snel mogelijk een beeld ontstaan dat die voedselbedelingen valstrikken waren om Palestijnen naar een bepaalde plaats te lokken om ze dan beter met tanks te kunnen beschieten. Ik ga het niet uitzoeken, maar ik vind het geloofwaardiger dat Hamas bij die voedselbedelingen incidenten heeft uitgelokt, met slachtoffers, om zo snel mogelijk het discours te domineren.
In propaganda is, naar het schijnt, de eerste klap een daalder waard. Je moet op een belangrijk moment zo snel mogelijk jouw versie van de werkelijkheid opleggen, desnoods met getrukeerde beelden. Ik herinner me nog Timisoara 1989. Er werden beelden op de televisie verspreid van honderden lijken in kelders die zogezegd waren omgebracht door de beulen van Ceausecsu. Het was een gruwelijke vervalsing, maar ze zette vanaf dag één de propagandistische toon: het communistische Ceausescu-regime was een wrede dictatuur. Dat die voorstelling in het algemeen ook juist was, maakte dat niemand, behalve de communisten, zwaar tilden aan die vervalsing.
Ondanks het kleine zionistische* succesje bij de publieksstemming van Eurosong, is het duidelijk dat de Hamas-propaganda veel efficiënter is dan de Israëlische propaganda. Daar zijn veel redenen voor, waarbij traditioneel anti-semitisme wellicht nog de minste is. Een grotere rol spelen de anti-Westerse reflex in het Westen, de anti-Westerse reflex in de rest van de wereld, de moslimsolidariteit, de humanitaire en internationale organisaties die voor hun werk goede banden moeten onderhouden met Hamas, en vooral het menselijk leed van de Palestijnen dat elke dag de kwade wil van Israël lijkt te bevestigen.
* Ik herinner er nogmaals aan dat ik zionisme niet als scheldwoord gebruik. Excessief zionisme is natuurlijk kwalijk, zoals elk excessief nationalisme. En voor mijn anti-Israëlvrienden: nee, ik wil het leed van de Palestijnse bevolking niet ‘ontkennen’, ‘nuanceren’ of ‘relativeren’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten