Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

maandag 16 juni 2025

Koningin Elisabethwedstrijd

Vrouwelijke finalisten
     Iemand als ik die niet gekeken heeft naar de Koningin Elisabethwedstrijd, en die bovendien heel slecht piano speelt, zou beter zwijgen. Maar al die berichten over het tekort aan vrouwelijke laureaten … was was hier aan de hand? Het ene na het andere stuk ging over discriminatie, conventies, glazen plafonds, comfortzones en overgeleverde codes. Jan Van den Borre, artistiek directeur van Musica Antiqua schreef:

Vrouwen schrijven zich minder vaak in, of vallen onderweg uit de boot van een parcours dat nog altijd wordt uitgezet op maat van wie zich makkelijk kan veroorloven om iedere dag zes uur te studeren en meesterklassen te betalen …

     Dat kan het toch niet zijn dacht ik. Zouden vrouwen minder bereid zijn om iedere dag zes uur te studeren? Voor viool en zang is het aantal finalisten en laureaten veel beter verdeeld over mannen en vrouwen. Die violisten moeten toch ook zes uur per dag studeren? Het heeft lang geduurd voor ik in een stuk een fysiologische verklaring vond: mannen hadden bredere handen wat het aanslaan van sommige akkoorden vergemakkelijkt, en langere armen en robuustere lichamen, waardoor ze minder geforceerd fortissime kunnen spelen en ze dus minstens in één register in het voordeel zijn. Daar was ik zelf nooit opgekomen. 
     (DS 2/6 en 3/6)

Nette strik
     Het pleidooi van Jan Vanden Borre tegen de ‘glazen barrières’ op de Koningin Elisabeth-wedstrijd bevatte veel  formuleringen waar men aanstoot aan kon nemen, ongeacht de inhoud. Ik haal er drie uit de vier laatste alinea’s.

  • Een jury die anno 2025 een concertant topmoment beoordeeldt, mag wel beseffen dat artistieke excellentie altijd in dialoog staat met maatschappelijke relevantie.
  • Het besef moet groeien dat de toekomst van de klassieke muziek zich niet laat vangen in het spiegelbeeld van het verleden.
  • Hebben we niet stilaan nood aan juryleden die snappen dat podiumprésence meer is dan een nette strik?

     Het is een kwestie van persoonlijke smaak, maar aan de laatste zin stoor ik mij het meest. Ik begrijp dat die nette strik een metonymisch beeld is, een synecdoche, een pars pro toto, maar het blijft ergerlijk. Die strik staat voor een formele, plechtige kledij en voorkomen. Zouden er echt ooit jury’s bestaan hebben die bij podiumprésence in de eerste plaats naar de kledij en het voorkomen keken, die trouwens bij alle kandidaten ongeveer dezelfde waren. Of wil Vanden Borre dat de vereiste avondkledij wordt afgeschaft? Zo ja, waarom zegt hij dat dan niet?
      (DS 2/6) 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten