Niet veel later leerde ik uit marxistische geschriften hoe je de herverdelingsgedachte minder triviaal kon formuleren. In het goed verwarmde treinstation van mijn geboortestad las ik op regenachtige zondagen boekjes zoals Loon, prijs, winst van Karl Marx, Socialisme van utopie tot wetenschap van Friedrich Engels, en de in 1971 heruitgegeven oorlogsnummers van de Roode Vaan.
In de Roode Vaan van november 1942 vond ik
volgende redenering. De naamloze vennootschappen in België maakten jaarlijks 5
miljard winst. Als dat bedrag verdeeld zou worden onder de anderhalf miljoen
loontrekkenden, zou elk van die loontrekkenden ‘slechts’ een verhoging genieten
van 300 fr. in de maand. Dat vond de steller van het artikel ‘zeker niet te
versmaden’, maar nu ook weer niet zo bijzonder. Gelukkig kwam daar iets bij.
Het communisme zou niet alleen zorgen voor een betere verdeling van de taart,
het zou vooral ook zorgen voor een veel grótere taart. Je kon een voorbeeld
nemen aan de Sovjet-Unie. Daar had je een productie die elke vijf jaar
verdúbbelde. Met zo’n groeiritme zou het niet lang duren voor men de Verenigde
Staten zou inhalen. Chroestsjov dacht later ook zoiets.
Maar zo’n vaart is het niet
gelopen. De communistische economieën raakten juist hoe langer hoe meer
achterop. Later vond ik bij Karel van het Reve en Ludwig von Mises waarom dat
zo was.
Oorspronkelijk geplaatst op 25 februari 2015.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten