Zelf vindt Magnette dat hij het er goed heeft afgebracht (hier). De onderhandelingen waren moeilijk, hij heeft weerstand geboden aan de internationale druk en hij heeft het ultimatum getrotseerd. Met dat laatste bedoelt hij dat de ondertekening van het ongewijzigde akkoord met enkele dagen werd uitgesteld. Daarna somt hij een aantal ‘verworvenheden’ op – geen private arbitrage, sociale normen, milieunormen, bescherming van de publieke sector – die allemaal, for better or for worse, al in het akkoord stonden vóór Magnette er zich mee bemoeide.
Maar heeft hij dan geen klein protectionistisch maatregeltje kunnen bekomen om minder competitieve Waalse producenten te beschermen tegen de Canadese concurrentie? Heeft hij geen bijkomende regelingen kunnen afdwingen om de agrariërs van zijn coalitiegenoot CDH te beschutten voor transatlantische aanvoer van vlees en groenten? Eigenlijk niet, en dat is gelukkig voor de Waalse consumenten, en voor de huidige en toekomstige Waalse ondernemers die wél hun kans grijpen.
Magnette beweert dat het niet zozeer om CETA ging als wel om de toekomstige handelsakkoorden. Ook bij die toekomstige akkoorden zal bijvoorbeeld de private arbitrage tussen staten en multinationals geweerd worden. Mocht dat zo zijn – so what? Zelfs het erg neoliberale Amerikaanse CATO Institute vindt die arbitrage niet zo bijzonder (hier). En, belangrijker, het Waalse gewest is niet echt van plan om multinationals te dwarsbomen als die in Wallonië willen investeren. Veel arbitrage zal er dus niet nodig zijn. Onze zuiderburen zullen geloof ik blij zijn met elke multinational die komt en zullen treuren om elke multinational die vertrekt. Misschien dat de PS ooit dwars zal liggen tegen buitenlandse investeerders wanneer de partij ook in Wallonië in de oppositie belandt. Maar dat is voorlopig toekomstmuziek.
Omdat Magnette nu eenmaal tot de francofonie behoort, én tot de politieke wereld, gebruikt hij veel woorden als ‘steun’, ‘energie’, ‘moed’, ‘weerstand’, ‘strijd’, ‘mobilisatie’ en ‘openbaar debat’. Dat opscheppen hoort erbij. Je hoort niet vaak een politicus toegeven dat hij een strijd verloren heeft*. Trump zegt nu al dat hij bij verlies niet zal toegeven dat hij de verkiezingen verloren heeft. En opscheppers hebben altijd een excuus klaar.
Zo’n opschepper was ook Beowulf, de Zweeds-Deense held van het Oud-Engelse middeleeuwse epos. Hij had het in een zwemwedstrijd opgenomen tegen de sterke Breca en … verloor. Hij werd aan die nederlaag herinnerd door Unferth, de leenman van koning Hgrotar. Beowulf had zijn uitleg klaar. Hij had zeven dagen en zeven nachten gezwoegd (seofon niht swoncon). Het weer was erg koud (wedera cealdost). Er stond een noordenwind (norþanwind). De golven waren geweldig (hréo waéron ýþa). Hij had tijdens het zwemmen een gebreid harnas aan (bróden beadohrægl) en had ook een zwaard in de hand (swurd on handa). En dan werd hij nog aangevallen door negen zeemonsters die hij allemaal moest verslaan (ic mid sweorde ofslóh niceras nigene). Er was met andere woorden veel ‘energie’ en ‘moed’ en ‘strijd’ aan te pas gekomen. Kortom … ja, Breca was eerst gearriveerd.
* Je zou ook kunnen zeggen dat Magnette als overwinnaar uit de krachtmeting kwam omdat het nooit zijn doel was om het handelsakkoord echt te wijzigen. Dat hij alleen een politiek spel speelde om electoraal populair te worden. Maar als ik dat beweerde zou ik hem een intentieproces aandoen en ik heb van de week Paul De Grauwe al een intentieproces aangedaan. (hier)