Als je hier klikt, hoor je er
ook een liedje bij. |
Ik heb dat zeker goed onthouden. Nog altijd ga ik bij het minste zweertje, wratje, knobbeltje of kuchje onmiddellijk naar de dokter.
Mijn vader had ook een verhaal, iets wat hij nog wist van de lessen Latijn. Van de oude Cato, ook Cato de Censor genoemd, was bekend dat hij erg streng was, en erg gesteld op de goede zeden. Maar een pilaarbijter was hij nu ook weer niet. Die kwamen pas enkele honderden jaren later. Toen de oude Cato dus een keer een jongeman uit een bordeel zag komen (exeuntem de lupanari vidisset), gaf hij hem een bemoedigend schouderklopje, zei dat het beter was dat de jongeman naar zo’n ontspanningsruimte ging dan dat hij andermans vrouwen lastig viel, maar dat het nu ook weer niet de bedoeling was dat hij daar zou gaan wonen (adulscens, ego te laudavi tamquam hunc intervenires, non tamquam hic habitares). Zo zag je maar, zei mijn vader, dat je met niets moest overdrijven.
Ook dat heb ik goed onthouden. Ik probeer zo weinig mogelijk te overdrijven.
Madame d'Épinay schreef al iets aan de abbé Galiani dat in die richting ging: "Onze liefdesdichters bezingen de deugdzaamheid van Laïs; redenaars en historici loven deugdzame echtgenotes en moeders; de filosofen vermanen de jongelui, zoals Cato dat deed: macte virtute esto huc melius juvenes descendere quam alienas permolere uxores." (Bravo, flink zo! jonge kerels kunnen beter daar afstappen, dan dat ze andermans vrouwen met hun stamper bewerken) http://victacausa.blogspot.be/2011/03/over-parijse-schipperskwartieren.html
BeantwoordenVerwijderenJa, dat is hetzelfde citaat uit Horatius, Sermones, I (II). Het zinnetje van mijn vader komt uit de commentaar bij dat vers van Pomponius Porphyrion.
VerwijderenEcht Oud Latijn: 'macte virtute esto'. https://www.jstor.org/stable/4427160?seq=1#page_scan_tab_contents Altijd leuk om dat tegen te komen: dat hoorde je te kennen, ooit :-)
Verwijderen