dinsdag 30 januari 2018

Seksuele voorlichting

Als je hier klikt, hoor je er ook een liedje bij.
     Mijn ouders hebben mij nooit seksueel voorgelicht, goddank. Wel heeft mijn grootmoeder mij eens terzijde genomen om mij te waarschuwen voor een bepaald soort vrouwen. Het was een heel zijdelings verhaal, en weinig werd ondubbelzinnig benoemd. Mijn grootvader, vernam ik, had tijdens zijn legerdienst iemand gekend, en die iemand had ook iemand gekend, en dat was er een van wijntje en trijntje, een echte boemelaar, een nachtbraker eerste klas. En die was op zekere keer naar één van die huizen bij één van die vrouwen geweest en, ja, hij had meteen prijs. Na een week kreeg hij een zweertje. Het deed helemaal geen pijn, en ’t zag er erg ongevaarlijk uit, maar je wist maar nooit. Mijn grootvader werd erbij gehaald, want die had in Gent gestudeerd – muziek weliswaar, maar toch. ‘Onmiddellijk naar de dokter,’ had hij gezegd. Mijn grootmoeder keek mij veelbetekenend aan. Zou ik dat goed onthouden?
     Ik heb dat zeker goed onthouden. Nog altijd ga ik bij het minste zweertje, wratje, knobbeltje of kuchje onmiddellijk naar de dokter.
     Mijn vader had ook een verhaal, iets wat hij nog wist van de lessen Latijn. Van de oude Cato, ook Cato de Censor genoemd, was bekend dat hij erg streng was, en erg gesteld op de goede zeden. Maar een pilaarbijter was hij nu ook weer niet. Die kwamen pas enkele honderden jaren later. Toen de oude Cato dus een keer een jongeman uit een bordeel zag komen (exeuntem de lupanari vidisset), gaf hij hem een bemoedigend schouderklopje, zei dat het beter was dat de jongeman naar zo’n ontspanningsruimte ging dan dat hij andermans vrouwen lastig viel, maar dat het nu ook weer niet de bedoeling was dat hij daar zou gaan wonen (adulscens, ego te laudavi tamquam hunc intervenires, non tamquam hic habitares). Zo zag je maar, zei mijn vader, dat je met niets moest overdrijven.
     Ook dat heb ik goed onthouden. Ik probeer zo weinig mogelijk te overdrijven.

3 opmerkingen:

  1. Madame d'Épinay schreef al iets aan de abbé Galiani dat in die richting ging: "Onze liefdesdichters bezingen de deugdzaamheid van Laïs; redenaars en historici loven deugdzame echtgenotes en moeders; de filosofen vermanen de jongelui, zoals Cato dat deed: macte virtute esto huc melius juvenes descendere quam alienas permolere uxores." (Bravo, flink zo! jonge kerels kunnen beter daar afstappen, dan dat ze andermans vrouwen met hun stamper bewerken) http://victacausa.blogspot.be/2011/03/over-parijse-schipperskwartieren.html

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, dat is hetzelfde citaat uit Horatius, Sermones, I (II). Het zinnetje van mijn vader komt uit de commentaar bij dat vers van Pomponius Porphyrion.

      Verwijderen
    2. Echt Oud Latijn: 'macte virtute esto'. https://www.jstor.org/stable/4427160?seq=1#page_scan_tab_contents Altijd leuk om dat tegen te komen: dat hoorde je te kennen, ooit :-)

      Verwijderen