Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

maandag 6 december 2021

Woke: een boosaardige samenvatting in 13 'ismen'


1.    Postmodernisme. Veel van wat voor marxisme doorgaat, heeft weinig met de geschriften van dr. Karl Heinrich Marx te maken; maar met een haastige, ‘vulgaire’ interpretatie ervan. Critici noemden dat verschijnsel ‘Vulgarmarxismus’. Men had iets opgevangen over ‘klassen’ en ‘vals bewustzijn’ en plots bestond er een ‘burgerlijke’ en ‘proletarische’ waarheid*. Je krijgt de indruk dat wokers op een soortgelijke manier aan ‘Vulgarpostmodernismus’ doen. Ze hebben iets opgevangen over Foucault en de alomtegenwoordigheid en onvermijdelijkheid van machtsrelaties, en meteen worden alle relaties tussen blank en zwart en man en vrouw tot een machtsrelatie herleid. Ze hebben iets opgevangen over Lyotard en het problematische karakter van de waarheid, en meteen kan alle kennis die glaciologen of wiskundigen moeizaam verworven hebben, worden afgedaan als ‘witte, mannelijke kennis’ die hoognodig vervangen dient te worden door feministische gletsjerkunde en kritische etnomathematica**. Ik hoop dat ik nu niet de indruk gegeven heb als zou ik Foucault of Lyotard ‘dans le texte’ hebben gelezen.

2.   Neoracisme. Pascal Bruckner noemde het in een interview met Doorbraak ‘nieuw racisme’ (zie hier). Het is de oude idee dat blanken en mensen van kleur ‘opgesloten zitten in onze raciale afkomst’. Wokers zijn boos als men spreekt over een kleurenblinde maatschappij als ideaal. De maatschappij is niet kleurenblind zeggen ze. Dat is waar. Maar het is daarom niet fout om het als ideaal na te streven. Ik wil overigens niet te zwaar tillen aan het anti-blank racisme van mensen van kleur. Ik ben in zulke zaken minder streng. Racisme is voor mij geen metafysisch kwaad, zonder gradatie. Ik volg hierin Matthias Storme: mensen van kleur hebben net als iedereen het fundamentele mensenrecht om te discrimineren. Je kunt mensen van kleur niet verbieden dicht bij elkaar te gaan wonen en hun wijken; je kunt ze niet verplichten om er blanke vrienden op na te houden. Als een schrijfster van kleur alleen gefotografeerd wil worden door een fotograaf van kleur, haal ik mijn schouders op. Als het maar een mooie zwart-witfoto wordt, want daar hou ik van. Ik heb slechts drie voorwaarden.  Eén: staatsinstellingen moeten wél neutraal zijn, 100 procent. Twee: grote overkoepelende organisaties zoals kerken, sportverenigingen en sociale media doen er goed aan kleurenblindheid op zijn minst na te streven. Drie: dat neoracisme, die nieuwe segregatie, die ‘positieve’ discriminatie kan best niet te radicaal zijn. Wat ons brengt bij …

3.   Radicalisme. De echte radicaal denkt dat hij de ‘wortel’, de ‘radix’ van het kwaad ontdekt heeft. Het Duitsland van de jaren 20 had een wereldoorlog verloren. Het land zuchtte onder herstelbetalingen. Er was hyperinflatie en werkloosheid. In het parlement werd gedebatteerd, maar men raakte het niet eens over oplossingen. De radicaal wist hoe dat kwam: het was de schuld van het Jodendom. In onze wereld zijn er rijkere en armere landen, en in de rijkere landen hebben mensen van kleur lagere inkomens, vrouwen zijn ondervertegenwoordigd aan de top van bedrijven, er worden homo’s in elkaar geslagen op straat, dieren worden slecht behandeld in kwekerijen en slachthuizen, er wordt CO2 uitgestoten in de lucht. De nieuwe radicaal weet hoe dat komt: het is de schuld van de ‘witte man’. Er is één wortel van alle kwaad. Om het in de woorden van Jacob van Maerlant te zeggen: “Mocht men die verdriven Pais ende vrede bleve fijn.”

Ismen 4 tot 7 heb ik uitgebreider behandeld in mijn stukjes van vorige dagen: hier, hier en hier.

4.   Mystiscisme. ‘This day, we rescue a world from mysticism and tyranny,’ roept Leonidas in de film 300Helemaal historisch zullen die woorden wel niet zijn, en ik ben ook niet zeker of Meister Eckhart, San Juan de la Cruz en Santa Teresa wel zulke grote vijanden van de mensheid waren. Maar het lijkt mij een goed idee om de mystieke sfeer en de politiek sfeer van elkaar te scheiden, anders krijg je de hertog van Alva of … woke.  In het heldere en leerzame boekje Wie wat woke van Walter Weyns, las ik de volgende beknopte samenvatting van de woke-mystiek ‘Zelfs als racisme, seksisme of homofobie maar voor één procent zouden verklaren waarom iemand wordt gediscrimineerd, dan nog zou deze ene procent aanstootgevender zijn dan de andere negenennegentig samen.’ Racisme uitroepen tot de erfzonde, tot het absolute kwaad dat geen gradatie kent en dat, zonder naar de omstandigheden te kijken, erger is dan alle andere kwaden samen, maakt een rationele dialoog en een rationele oplossing onmogelijk.

5.   Moralisme. Net zoals ze de  mystiek binnen de politieke sfeer brengen doen wokers dat ook met de moraal. Wokers werken op ieders zenuwen door hun  morele zelfgenoegzaamheid. Voor de woker van kleur is die staat van zelfgenoegzaamheid het gemakkelijkst te bereiken***. Blanke onderdrukking is dé erfzonde en wie als niet-blanke is geboren, werd, zoals Maria, van voor zijn geboorte van die zonde vrijgesteld. Het slachtofferschap tilt hem vanzelf op een hoger moreel niveau. Voor de witte woker is het moeilijker want hij is, krachtens zijn wereldopvatting, zelf onderdrukker. Het slachtofferschap is hem ontzegd. Hij is mét de erfzonde geboren. Maar hij heeft een andere troef. Hij kan zich beroepen op zijn schuldgevoel. Hij is zich ten minste bewust van zijn privileges en dat maakt hem beter dan het klootjesvolk dat zich van de prins geen kwaad weet. Evenmin als de Rijke Jongeling is de witte woker van plan om zijn bezit te verkopen en de opbrengst onder de mensen van kleur te verdelen, maar hij  bekent luidkeels zijn zonde, en dat is moreel ook iets waard. Hij loopt als flagellant in de stoet, zwaait wild met de zweep, en zorgt er ondertussen voor dat die zweep zijn rug niet raakt. 

6.   Hyperbolisme. De overdrijving is een wezenskenmerk van het woke beweging. Dat komt omdat ze zich vooral bezig houdt met terreinen waarin de ergste wantoestanden al voor een groot deel zijn rechtgezet: rassendiscriminatie, vrouwenemancipatie, homorechten. Zelfs voor de trans-rechten lijken bij ons de meeste zaken al in der minne geregeld. Wie een geslachtsverandering wil ondergaan kan dat, onder het applaus van de enen – letterlijk zoals bij de verschijning van Bo van Spilbeek op de Nieuwsredactie – en het tandengeknars van anderen. Ik erger mij zowel aan dat applaus als aan dat tandengeknars. Wat overblijft is gevit over futiliteiten: culturele toeëigening, safe spaces,  Zwarte Piet, woordkeuze in kinderboeken, genderneutrale voornaamwoorden, ruiterstandbeelden van overleden koningen. Omdat men het niet meer over agressie kan hebben, moet men het wel over ‘micro-agressie’ hebben. 

7.   Elitisme. In tegenstelling tot vorige ideologieën zoals nationalisme en socialisme, probeert woke niet echt om een massabeweging te worden. Het is iets voor bobo’s, voor grachtengordelaars, voor ‘feine Leute’. Het is iets voor politiek-bewuste theatermakers in Brussel en elitaire campusbewoners in de Verenigde Staten. Daardoor is woke ook erg polariserend in de radicale zin van het woord. Waar nationalisme en socialisme het volk probeerden te verenigen, met uitsluiting van vreemde smetten en klassenvijanden, hebben de woke-mensen de neiging het volk zelf uit te sluiten, daarmee de tegenreactie van het populisme oproepend. Als je het zo bekijkt zijn zelfs de grote BLM-betogingen geen echte woke beweging.

Ismen 8 tot 13 zijn overgenomen van mijn stukje van eergisteren: zie hier.

8.   Analfabetisme. Een fanatieke ideologie kan ertoe leiden dat adepten zich slechts op één soort geschriften storten en cultureel onderontwikkeld blijven. Het zijn dan mensen ‘unius libri’, van één boek. Toen ik Amadees en PVDA’er was, heb ik meer dan twintig jaar bijna alleen partijgeschriften en marxistische klassiekers gelezen. Toen Richard Rorty nog trotskist was, schaamde hij zich voor zijn liefde voor Proust. En natuurlijk trekt een fanatieke ideologie gemakkelijk een aantal intellectuele lichtgewichten aan. Ik las ooit een stukje van een woker die beweerde dat het woord ‘neger’ was afgeleid van het werkwoord ‘négeren’ – treiteren dus. Een ‘neger’ was iemand die getreiterd moest worden. Rachida Aziz vindt dat het woord ‘blank’ moet worden vervangen door het woord ‘wit’ omdat het woord ‘blank’ (1) ontleend is aan het Frans, (2) zijn oorsprong heeft in de trans-Atlantische slavenhandel, en (3) de positieve connotatie heeft van onbevlekt. Jean-Pierre Rondas antwoordde snedig op Doorbraak dat ‘blank’ (1) niet uit het Frans maar uit het Germaans komt, (2) veel ouder is dan de trans-Atlantische slavenhandel en (3) minder positieve connotaties heeft dan het woord ‘wit’.

9.   Ideologisme. Dit woord is, geloof ik, wél ontleend aan het Frans, maar het komt voor in het Nederlandse scrabblewoordenboek. Wokers lijken zich meer zorgen te maken over de racistische mentaliteit dan over racistische daden, meer over de kolonialistische ideologie dan over de kolonialistische handelspraktijk, meer over de ‘witte’ wereldbeschouwing dan over concrete onrecht door bepaalde witmensen begaan. Die nadruk op de ‘wereldbeschouwing’ vind je ook terug bij het nazisme, het stalinisme en vooral het maoïsme. Bij de stichting van de PVDA vond een discussie plaats over de eerste plicht van de communist. Voor sommigen moest dat zijn ‘werken aan de omvorming van de eigen wereldopvatting’. Anderen vonden dat ‘leiding geven aan de klassenstrijd’ eerst moest komen. Uiteindelijk heeft het gezond verstand – en de klassenstrijd – het gehaald.

10. Collectivisme. De woke-mensen hebben gemerkt dat racisten de mensen van kleur, of van een bepaalde kleur, als één groep beschouwen. Iedereen in die groep is dus het mikpunt van hun racistische haat, minachting of vrees. Daaruit trekken ze twee verkeerde conclusies: dat de gekleurde groep als groep slachtoffer is van dat racisme en dat de ‘witte’ groep als groep verantwoordelijk is voor dat racisme. Het zijn individuën uit de ene groep die slachtoffer zijn, en wie rond zich kijkt ziet dat die individuën niet allemaal in gelijke mate slachtoffer zijn van de praktijken die voortvloeien uit de racistische mentaliteit. En bij de andere groep is het net zo. Het zijn ook individuën die verantwoordelijk zijn voor, medeplichtig zijn aan, of profiteren van het racisme. Het enige voordeel dat de ‘witte’ groep collectief geniet is dat ze niet het mikpunt is van racistische haat van witte racisten. En dan nog. Een échteracist koester juist een diepe haat voor ‘nigger lovers’.

11.  Woordfetisjisme. Het bijgelovige belang dat wordt gehecht aan woorden. Woordgebruik kan zeker een symptoom zijn van racisme of een middel om racistische praktijken in stand te houden. Maar een woord mag nooit, als fetisj, de plaats van de zaak innemen. Racisme dat alléén – echt alléén – uit woorden bestaat, is geen racisme****. Er zijn natuurlijk denigrerende woorden die als scheldwoord ontstaan zijn, maar dat is lang niet altijd het geval. Als het woord ‘nigger’ en zelfs ‘negro’ een pejoratieve klank heeft gekregen, is dat omdat het gebruikt werd in een tijdperk waarin mensen van kleur als minderwaardig werden behandeld. Zo wérd het woord geleidelijk een scheldwoord, of althans als dusdanig ervaren. Als men die woorden wil afschaffen, is dat voor mij geen probleem. Maar ik herinner mij dat Lenny Bruce het anders wou aanpakken*****. 

12. Narcisme. Robin DiAngelo heeft zich gespecialiseerd in therapeutische sessies waarin witte wokers zich bewust moeten worden van hun diepgeworteld racisme dat ze zelf niet hadden gemerkt. Het is, zegt ze, een pijnlijk proces. Dat is waar. In Amada en later de PVDA hadden we vergaderingen van ‘kritiek en zelfkritiek’ en dat was geen – hoe noemt men dat nu? – ‘walk in the park’. Dan had je een hele zelfkritiek gemaakt, en kreeg je te horen dat je zelfkritiek ‘vals’ was, en alleen de bedoeling had je échte fouten te camoufleren. Voor wokers van kleur vertaalt dat narcisme zich weer anders. Die houden zich onder andere serieus bezig met de vraag of ze de witte wokers moeten bijstaan in hun therapie. Ik geloof dat ze er ondertussen uit zijn: het is niet de taak van de slachtoffers, zeggen ze trots, om de daders te helpen met zichzelf in het reine te komen. Zelf vind ik dat een onzinnige conclusie. Als witmensen het leven van mensen van kleur tot een hel maken, dan hebben die laatsten er alle voordeel bij om te helpen bij de mentaliteitsverandering van de eersten. Ze moeten niet denken aan hun trots, maar aan oplossingen!

13. Proselytisme Je kunt je therapiesessies natuurlijk niet beperken tot degenen die daar vrijwillig aan willen deelnemen. Dries Douibi, artistiek co-directeur van het ‘Kunstenfestivaldesarts’ verwoordde op 8 juni jongstleden treffend hoe een en ander moet worden aangepakt in de cultuursector: er moet worden bewustgemaakt. ‘Voor ons is het noodzakelijk om zoveel mogelijk bewustzijn te creëren binnen de organisatie.’ Dat is prima, maar er rijst een probleem. Dries gaat verder: ‘Die strategie roept ook weerstand op, vooral bij diegenen die reeds langer voor de organisatie werken. En het blijkt erg moeilijk om bepaalde denkbeelden te ontkrachten.’ Ja daar zeg je wat. Dan kom je uiteindelijk uit op de vraag: ‘Wat als die personeelsleden er een andere (politieke) visie op blijven nahouden?’ Dries wil ‘nederig’ blijven en geeft geen antwoord op zijn eigen vraag. Wat doe je als therapie en bekeringsijver niet werkt. In de psychiatrie heb je medicatie en hospitalisatie. En in de politieke sfeer heb je boycot, ‘Berufsverbot’ en ten slotte het maoïstische heropvoedingskamp. Dat reduceert gevoelig het aantal mensen dat er ‘een andere politieke visie op blijft nahouden’. (Grotere delen van de tekst van Dries vind je op de Facebookpagina van Geraard Goossens van 8 september 2021).

 

* Dr. Karl Heinrich Marx bezondigde zichzelf trouwens ook wel eens aan Vulgarmarxismus.

** Zie ook mijn vorige stukjes over feministische gletsjerkunde (hier) en anti-racistische wiskunde (hier).

*** Over slachtoffercultuur, zie mijn stukje hier.

**** Uit het boekje van Weyns (Wie wat woke) heb ik geleerd dat wokers zich hier beroepen op wat linguïstiek ons leert over performatieve taalhandelingen. Ze hebben daarmee een goed argument in handen. Maar zouden ze een voorbeeld kunnen geven van racisme of discriminatie dat alléén uit taalhandelingen bestaat, zonder dat daar andere handelingen mee in verband staan?

***** Voor de Lenny Bruce-monoloog over ‘nigger’: zie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten