Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

zaterdag 6 augustus 2022

De mega-overwinsten van de oliebedrijven


      
Groot is mijn verontwaardiging als ik lees over de ‘mega-overwinsten’ van de oliebedrijven. Begrijp mij niet verkeerd, goede lezer, die enorme bedragen zelf kunnen mij niet veel schelen. Of het nu om 100 miljard gaat, of om 10 miljard of om een half miljard, het gaat altijd om veel geld, en ik zal mij altijd de bedenking maken dat het eigenlijk ook een beetje mijn geld is. Exxon heeft in de eerste helft van 2022 een winst geboekt van 23,3 miljard dollar. Mijn vrouw en ik hebben daartoe bijgedragen, want we tanken altijd Esso. Ik vind de hoge prijs aan de Esso-pomp pijnlijk, maar verontwaardigd, nee, daarvoor is meer nodig.
     Meer, zoals wanneer ik over zo’n ingewikkelde kwestie alleen slordige commentaar en slordige berichtgeving op mijn bord krijg. 
    Bij Het Nieuwsblad ben ik aan het juiste adres voor de twee. Neem het commentaarstuk van Peter Mijlemans op bladzijde 2. Hij loopt zich eerst warm. ‘Voor maximale winst gaan … daar is op zich weinig op tegen,’ schrijft hij. Wat is dat nu voor een zinnetje? Ben ik werkelijk zo achterdochtig als ik denk dat Mijlemans met veel gemak het tegenovergestelde zou kunnen schrijven?  Zou ik ver moeten zoeken in het archief voor ik een stukje vind waarin hij schrijft dat er heel veel ‘op tegen is’ als  de economie ‘in het teken staat’ van het streven naar ‘maximale winst’?
     Bij nader toezien is het allemaal eenvoudig. Mijlemans is niet tegen maximale winst ... behalve als ze … welja … maximaal is. Dan is het geen winst meer, maar overwinst of mega-overwinst. Kijk, die voorvoegsels ‘over’ en ‘mega’ veranderen natuurlijk alles. Er is een groot verschil tussen ‘maximale winst’, waar weinig op tegen is, en ‘mega-overwinst’ waar dringend iets aan moet worden gedaan. Zo is het toch?
     Mijlemans merkt verder op dat de huidige winst samenhangt met de oorlog in Oekraïne. Daardoor wordt die winst ‘macaber’ want, je begrijpt, oorlog is ‘macaber’ dus is de daarmee samenhangende winst dat ook. Maar valt uit dat woord ‘macaber’ nu ook een heus argument te puren? Ik betwijfel het. De oorlog in Oekraïne is het gevolg van een macabere beslissing van Poetin. Exxon en Total hebben daar weinig mee te maken.
    Ten slotte wijst Mijlemans op het gebrek aan een vrije oliemarkt. De olieproducerende landen spreken onder elkaar af om minder op te pompen dan ze kunnen, waardoor de prijs van de ruwe olie drie maal hoger is dan hij zou moeten zijn. Zeker is dat zo. Maar wat wil Mijlemans nu zeggen? Dat dat de schuld is van de oliemaatschappijen? Dat is niet zo. Of wil Mijlemans dat de olieproducerende landen méér zouden oppompen? Dat zou steek houden. Maar ik denk dat Mijlemans, als milieubewuste journalist, bij zo’n vermeerderd oppompen zich vooral druk zou maken over de ‘komende klimaatramp’.
     Over het verweer van de oliemensen is Mijlemans laconisch. Ze beweren dat de winststijging zo spectaculair uitvalt omdat men vergelijkt met de slechte cijfers van de coronajaren. Dat kan best, zegt Mijlemans, maar de sector maakte voor de coronajaren ook al veel winst. Dat is zeker waar. Ze maakten zelfs maximale winst. Ik dacht dat daar ‘op zich weinig op tegen was.’ De oliemensen zeggen ook dat ze hun winsten willen gebruiken voor investering in nieuwe energiebronnen. Dat klopt niet, zegt Mijlemans, die winst gaat naar uitkering van dividenden. Misschien. Maar moet ik Mijlemans op zijn woord geloven? Of zal ik de precieze cijfers over investering in nieuwe energie en dividenden vinden in de verdere berichtgeving van Het Nieuwsblad?
     Ik ga naar bladzijde 11 waar die berichtgeving zich bevindt en mijn verontwaardiging neemt alleen maar toe. Ik zie een tabel met de winsten van de Exxon, Total, Chevron, Shell en BP, telkens met vermelding van de stijging tegenover vorig jaar – een verdubbeling tot verdriedubbeling. Daar kan ik niet veel mee aanvangen. Ik krijg liever de cijfers van de laatste 20 jaar, zodat ik de trend op lange termijn kan beoordelen. Ook wil ik de verdeling kennen van die winst over dividenden en investering, en met name de investering in nieuwe energie. Dan weet ik ten minste of Mijlemans op bladzijde 2 uit zijn nek heeft gekletst of niet. Ten slotte wil ik een heldere uitleg over de economische mechanismen achter de cijfers. Op welke manier bijvoorbeeld zorgt een hogere prijs voor ruwe olie voor hogere winst? Waarom legt mijn krant zoiets niet uit, vraag ik mij verontwaardigd af.
     Het stuk op bladzijde 11 bevat, naast de recente winstcijfers, erg weinig feiten. Ik leer dat in Italië 10 procent extra belasting geheven wordt op meerwinsten van olie- en gasbedrijven en dat Tinne Vanderstraten ook zoiets wil invoeren: een extra belasting van 25 proent op zo’n stijging van de winsten. Maar verder krijg ik in plaats van feiten weer opinies, maar dan van derden, in de vorm van quotes.
     De belangrijkste derde die geciteerd wordt, is VN-baas Guterres. ‘Het is immoreel,’ zegt Guterres, ‘dat olie- en gasbedrijven recordwinsten maken op de kap van de armste mensen terwijl ze de planeet vernielen.’ ’t Is een uitspraak waar je niet te lang over mag doordenken. Want als de oliebedrijven recordwinsten maken ‘op de kap van de armsten’ betekent dat dat ze te hoge prijzen aanrekenen. Het meest logische zou dan zijn om de prijzen te verlagen – meer olie oppompen zoals Mijlemans halvelings suggereert. Maar dat kan de bedoeling niet zijn, want dan wordt de planeet nog meer vernield. Dus moeten die prijzen niet omlaag, maar moeten de oliemaatschappijen zwaarder belast worden. Ach zo, op die manier.
     En wat denkt een afgestudeerde econoom over zulke belastingen op mega-overwinsten? Het Nieuwsblad heeft het aan Paul De Grauwe gevraagd. Die verwoordt het zo. ‘Veel mensen zijn bereid te aanvaarden dat bedrijven veel winst maken door nieuwe producten of technologieën, maar in deze hebben de oliemaatschappijen niks gedaan. Als ze een beetje serieus waren, zouden ze kunnen zeggen: Dit behoort ons niet toe, we geven het terug aan de maatschappij in plaats van aan de aandeelhouders.’
     De Grauwe is ongetwijfeld een bekwaam econoom. Knoeiers en sufferds worden geen professor aan de London School of Economics. Maar hier spreekt hij als leek: ‘veel mensen vinden …’ Om zoiets te verzinnen moet je geen economie gestudeerd hebben. Het is een opinie, als vele andere. En veel meer dan opinies heb ik dus niet gevonden op een pagina die nochtans voorbehouden is aan berichtgeving, dat wil zeggen: feiten en analyse.
     Zoiets wekt mijn verontwaardiging.

     

1 opmerking:

  1. Volledig eens met "Het is een opinie, als vele andere."
    Dat is het probleem met vele zogenaamd 'experten': vaak komen ze maar met opinies die weinig wetenschappelijk gefundeerd zijn. De corona experten kwamen met een mengeling van kennis, opinie, politieke gehorigheid en paternalisme - moeilijk om een aantal van die mensen te geloven. De meeste sociaal en politieke wetenschappers hebben enkel opinies te bieden, die vaak een bepaalde persoonlijke bias vertonen en vaak een aanfluiting van het gezond verstand. Een grote uitzondering was wijlen Vermeersch die meestal een beredeneerde visie gaf, en deze kon argumenteren. Maar ook in de harde wetenschappen zitten er veel opiniemakers die graag in het nieuws komen, maar in werkelijkheid geen duidelijk objectief begrip hebben, ze willen niet zeggen dat ze het eigenlijk ook niet weten - weten wat men niet weet is de basis van kennis en vooruitgang.

    BeantwoordenVerwijderen