Longreads: als het ietsje (of veel) langer mag zijn

woensdag 15 februari 2023

'You're a piece of shit' en andere kortjes


Youre a piece of shit. Op Facebook zag ik een meme over selfmade miljardairs die eigenlijk niet zo self-made waren. Jef Bezos bijvoorbeeld kreeg een startkapitaal van 300.000 (!) dollar van vrienden en familie. Ik maakte mij de bedenking dat je met zo’n startkapitaal ook nog iets moest doen en reageerde kort met ‘Matteüs 25:14-30’, zijnde de ‘Gelijkenis van de talenten’.  Een zekere Jack Lewis moet de verzen hebben opgezocht want hij antwoordde: ‘You’re a piece of shit for wanting to quote that verse.’ Ik kan onmogelijk weten of dat grappig bedoeld was, maar ik heb toen hard moeten lachen. Ook als ik er nu aan terugdenk, voel ik mijn gezicht in een grijnslach plooien. ‘For wanting to quote that verse’. Kostelijk. 

Laat ons een bloem … 
Zaterdag heb ik in de auto een flink stuk van de nieuwe Bel Top 100 gehoord. Daar was weer dat liedje bij van Louis Neefs over die ‘bloem’ die men ons moet ‘laten’, en over dat ‘gras dat nog groen is.’ Ik weet niet of dat groene gras in tijden van af en toe weerkerende apocalyptische waterschaarste nog politiek correct is, maar ik heb mij altijd aan dat liedje geërgerd. Leuk riedeltje, dat wel, maar die tekst! Dat begon al in het middelbaar. Bij elke misviering werd dat liedje gedraaid. ‘Vergeet voor een keer hoeveel geld een miljoen is,’ klonk het dan in de kapel van de school. Hoe links ik ook was, ik vond dat demagogisch. Onder het zegevierende socialisme zouden we juist meer en grotere huizen bouwen voor de arbeiders, waardoor hier en daar onvermijdelijk wat ‘gras dat nog groen was’ verloren zou gaan. Mijn ergernis vandaag gelijkt nog altijd enigszins op die van mijn jeugd. Met dat ‘miljoen’ wordt de milieukwestie, vind ik, verkeerd voorgesteld. Vlaanderen wordt niet volgegoten met beton omdat bouwpromotoren ‘een miljoen’ willen verdienen. Het land wordt volgegoten omdat er zoveel Vlamingen zijn die in dat beton willen gaan wonen. 

Waar was je? 
Sommigen herinneren zich nog, al dan niet fout, waar ze zich bevonden toen ze het nieuws hoorden van de moord op Kennedy of van die vliegtuigen die tegen the Twin Towers aanvlogen. Ik weet nog waar ik was toen ik voor het eerst Twee meisjes van Raymond van het Groenewoud hoorde: in de auto, op het kruispunt van de Oude Putsebaan met de Achiel Cleynhenslaan.

Pontius Pilatus. 
In De meester en Margarita vertelt Boelgakov hoe de duivel en zijn trawanten een bezoek brengen aan Moskou in de goeie, oude communistische tijd. De ‘meester’ van de titel is een schrijver die een roman over Pontius Pilatus geschreven heeft. Zo’n roman past niet in de atheïstische progapanda van die tijd, die immers het hele evangelie, Pilatus inbegrepen, als puur verzinsel afdoet. De meester wordt daarom in de pers voorgesteld als een aanhanger van het ‘Pilatisme’. 
Pilatisme ...
     Ik veronderstel dat je een communistisch verleden moet hebben om die grap naar waarde te schatten. Onuitputtelijk waren de
 ismen die Lenin en zijn volgelingen uitvonden om vijanden, vooral die binnen de eigen partij, te omschrijven, zoals: rechts opportunisme, links opportunisme, economisme, ouvrierisme (ook ‘arbeiderisme’ genoemd), gauchisme (dat was dus fout), egalitarisme (dat was ook fout), intellectualisme (dat was zeker fout) en kosmopolitisme (dat was vooral fout als je jood was). Verder had je nog deviationisme, parlementarisme, ministerialisme, reformisme, revisionisme, spontaneïsme, sectarisme, sociaal-fascisme, sociaal-patriottisme, bourgeois cretinisme, reactionair obscurantisme, burgerlijk nationalisme, kleinburgerlijk defaitisme, grootburgelijk chauvinisme, en het wonderlijke ‘staartisme’ voor lieden die achter een beweging aanlopen, ‘aan de staart ervan’,  in plaats van er de leiding over te nemen*.
     Karel van het Reve schreef daarover: ‘De kracht en tegelijkertijd de belachelijkheid van de communistische terminologie ligt hierin, dat men daar, waar het beschaafde spraakgebruik bijvoorbeeld zegt ‘Ik vind het te vroeg om nu al aan te vallen’ of ‘Ik vind het te laat om nu nog aan te vallen’ geneigd is te zeggen ‘Nu aanvallen zou van vroegisme getuigen’ en ‘Nu aanvallen zou een voorbeeld zijn van laatisme, waartegen de grote leiders van het wereldproletariaat zo dikwijls hebben gewaarschuwd.’
Pilatisme, hoe verzin je het. Maar bij Boelgakov stel je die vraag over dat verzinnen wel vaker.

Executive producer.
 Dank zij de serie The Offer weet ik nu ongeveer wat een producer doet bij het maken van een film of serie. Nu zou ik nog willen weten wat een executive producer doet. Voor het maken van de serie zelf waren er niet minder dan acht van die executive producers betrokken. Plus nog één consulting producer, minstens drie en een halve co-producers, een associate producer en een co-executive producer. Wat deden die allemaal? 

Paris and Dubrovnik. 
Twee uitspraken uit films zijn mij altijd bijgebleven. Dat meisje in Blow Up dat de opmerking ‘I thought you were supposed to be in Paris’ beantwoordt met ‘I am in Paris.’ En Mia Farrow die in Rosemary’s Baby haar satanistische buurman toesnauwt: ‘Shut up, you’re in Dubrovnik.**’ De grap bestaat onder andere hierin dat de beweringen onmogelijk waar kunnen zijn. De beweringen zijn fout. Dat meisje is niet in Parijs en de buurman is niet in Dubrovnik. Zeg tegen een kind dat je het sprookje zult vertellen van de wolf en de zes geitjes, of van Roodkapje en de hond, en het kind zal het uitkraaien van pret.

Dode dodo’s en dode metaforen.
  Ik waarschuwde mijn leerlingen voor overdreven gebruik van dode metaforen zoals ‘op het rooster leggen’ en ‘je oog laten vallen op’. Je mag die gebruiken, zei ik, maar je moet er zuinig mee zijn. Om hen te overtuigen zocht ik grappige voorbeelden. Laatst stond er zo eentje in De Morgen: ‘De laatste dodo deed vermoedelijk in de tweede helft van de zeventiende eeuw het licht uit op het eiland Mauritius’.

 

 

* Staartisme … I kid you not. Wie het niet gelooft, kan googelen op de term ‘chvostism’. 

** ** De filmfragmentjes vind je  hier  (Dubrovnik) en hier (Paris). 

1 opmerking: