De angstgevoelens van de ‘goede’ De Wever
In een interview met De Morgen verklaart Bruno de Wever, door sommigen schertsend ‘de goede De Wever’ genoemd, het volgende: ‘Door die angstgevoelens stemmen mensen voor partijen die zich terugplooien op hun eigen lapje grond. Vlaams Belang en de N-VA spelen daarop in door nog meer angst te zaaien over migratie, ofwel door te ontkennen dat er een klimaatprobleem is.’
Zou de ‘goede’ De Wever inzien hoe makkelijk die laatste zin kan worden omgedraaid? ‘De progressieve partijen spelen op die angstgevoelens in door nog meer angst te zaaien over het klimaat, ofwel door te ontkennen dat er een migratieprobleem bestaat.’
Misschien is het beter om in debatten over klimaat en migratie de woorden ‘angst’ en ‘ontkennen’ niet te veel te gebruiken.
Verschillen tussen klimaat en migratie
Er zijn gelijkenissen tussen de klimaat- en de migratiekwestie, onder meer in de emotionaliteit van de discussie, maar er zijn ook verschillen. Voor de klimaatkwestie moet ik vertrouwen op ingewikkelde berekeningen van gespecialiseerde wetenschappers, wat ik graag doe, en voor de migratiekwestie volstaan eigen waarnemingen en relatief eenvoudige statistieken en redeneringen.
Het tweede verschil is dat de aanpak van de klimaatkwestie een enorme economische kost meebrengt die zich over een lange periode zal uitstrekken, terwijl de aanpak van de migratiekwestie vooral een kwestie is van politieke wil en consensus, wat trouwens een even groot probleem is.
Overigens bestaat de migratiekwestie uit twee delen: het controleren (en grotendeels stopzetten van nieuwe immigratie) – wat bij politieke consensus mogelijk is op korte termijn, en de integratie van de reeds aanwezige immigranten – die hoe dan ook slechts over een heel lange periode zijn beslag zal krijgen. Of we die heel lange periode een beetje kunnen verkorten door een slim beleid, dat is mogelijk, maar hoe dat slim beleid er uit moet zien, dat weet ik niet.
Chomsky.
Op Facebook stootte ik op een meme van Chomsky: ‘The real question is not who owns the economy, but who benefits from it.’ Ik weet niet of de uitspraak authentiek is, maar ze lijkt mij een heel goed uitgangspunt om de discussie te voeren, en om de vrije markt en het kapitalisme te verdedigen. Maar dat zal wel Chomsky’s bedoeling niet zijn geweest.
Tom Lanoye
Op zijn recente lezingen vertelt Tom Lanoye dat hij geen probleem heeft met de inhoud van de Vlaamse Canon, maar met het feit dat hij bestaat. Ik weet niet of een uitspraak met die vorm ooit juist kan zijn. ‘Ik heb geen probleem met de inhoud van de rassenwetten van Neurenberg, maar met het feit dat ze bestaan,’ zou bijvoorbeeld een onzinnige uitspraak zijn.
Nationalisme en universalisme
Het lijkt soms of nationalisme en universalisme twee denkstromingen zijn die niets met elkaar te maken hebben. Dat is misschien zo op het vlak van de abstracties. Maar in de praktijk zijn er veel gelijkenissen. Nationalisme en universalisme
- hebben allebei een rationele en een emotionele kant.
- kunnen allebei gunstige gevolgen hebben op het vlak van menselijke solidariteit, zij het met een verschillende reikwijdte en intensiteit.
- kunnen allebei leiden tot militaire agressie
- hebben elk hun eigen economische kwalen: protectionisme versus imperialisme
- hebben elk hun eigen economische voordelen: decentralisatie versus schaalvergroting
- zijn in de eerste plaats feiten; overal ter wereld worden mensen bewogen door het ene of door het andere, of door allebei; maar veel meer mensen worden bewogen door nationalisme dan door universalisme – ook binnen de elites.
Poetin
Een vage kennis van ons heeft een nieuw hondje. Hij wou hem Poetin noemen, maar de veearts weigerde om die naam te noteren in het gezondheidsboekje. De hond heet nu Rex.
Wetenschap en gezond verstand
Echte ‘wetenschapsontkenners’ zijn er niet veel. Wel heb je mensen, zowel van links als van rechts, die wetenschappers niet vertrouwen als die tot vervelende conclusies komen. Dan krijg je discussies tussen twee partijen die meestal geen van beide wetenschappelijk gevormd zijn. Eigenlijk kan geen van de partijen dan wetenschappelijke argumenten inroepen. Wat overblijft is het gezond verstand, dat zegt
- dat consensus in de wetenschap niet bestaat – behalve geloof ik in de wiskunde
- dat een relatieve consensus onder wetenschappers– 97 procent of zo – een goede reden is om een conclusie voorlopig aan te nemen, ook al bestaat er een kans – en die is groter dan 3 procent – dat die conclusie fout is
- dat de ene wetenschap nauwkeuriger resultaten oplevert dan een andere
- dat het bestuderen van statistische correlaties altijd afhangt van de parameters die gekozen worden*
- dat zuivere wetenschap betrouwbaarder is dan toegepaste wetenschap: biologie is betrouwbaarder dan geneeskunde
- dat er een verschil bestaat tussen enerzijds wetenschappelijk onderzoek en anderzijds wat er van dat wetenschappelijk onderzoek wordt gecommuniceerd en gevulgariseerd
- dat er bij het bestuderen van nieuwe verschijnselen (Covid bijvoorbeeld) gedurende lange tijd veel onduidelijkheid kan bestaan, met veel tegenstrijdige conclusies
- dat sommige wetenschappen in hun methodologie samenhangen met filosofische controverses – denk aan marxisme in de geschiedenis, empirisme in de economie, behaviourisme in de psychologie, structuralisme in de taalkunde, constructivisme in de pedagogie, postmodernisme in de literatuurwetenschap …
- dat sommige wetenschappen onderhevig zijn aan modes
- dat wetenschappers hun onderzoekskeuzes – wát ze onderzoeken, welk aspect ze onderzoeken – kunnen laten afhangen van hun politieke overtuiging
- dat wetenschappers vanuit hun specialisatie geen beleid kunnen bepalen o.a. omdat ze hun conclusies zouden moeten afwegen tegen die van andere wetenschappers die de kwestie vanuit een andere specialisatie benaderen, en waar ze dus zelf niet in gespecialiseerd zijn - er zou een specialisatie Afweegkunde moeten bestaan
- dat sommige toegepaste wetenschappen nog niet ver genoeg gevorderd zijn om tot conclusies te komen die robuust genoeg zijn om praktijken gebaseerd op gezond verstand en ervaring te vervangen: ik denk aan de pedagogie.
William Friedkin (1935-2023)
Ik kijk naar films sinds ik drie jaar oud was, de leeftijd waarop anderen piano beginnen te spelen. Toen ik een jaar of 17 was begon ik op de namen van de regisseurs te letten. Dat waren mannen van de generatie van mijn vader*: Arthur Penn, Sidney Lumet, Sam Peckinpah, Sergio Leone en de grote Stanley Kubrick. Er waren er ook bij die wat jonger waren dan mijn vader: Roman Polanski, Michael Cimino en de onlangs overleden William Friedkin.
Voor die namen ging je speciaal naar de bioscoop. Nu zitten veel van hun films in mijn dvd-verzameling. Mochten ze op de televisie Friedkins The Night They Raided Minski’s heruitzenden, dan zou ik dat zeker opnemen. To Live and Die in LA zou ik wellicht ook opnemen. Of ik tijd zou vinden om die films te bekijken is weer een andere vraag.
* Zie ook mijn stukje hier, met een verwijzing naar de klimaatwetenschap
** Als ik vergelijk met de regisseurs die mijn zoon naar de bioscoop lokken, dan zijn dat allemaal mannen die jonger zijn dan ik: Quentin Tarantino, David Fincher, Sam Mendes, Denis Villeneuve, Wes Anderson, Christopher Nolan en de piepjonge Damien Chazelle.
Bedankt voor Uw scherpzinnige analyses die ik probeer te volgen, deze al 80 moet dringend terug het klaslokaal in. Groet
BeantwoordenVerwijderenDe opmerking over het migratiebeleid is zeer naïef. Wie het migratiebeleid wil wijzigen moet de EU wijzigen én uit het Europees Hof voor de Mensenrechten stappen. Geen van beide zullen lukken. Het integratiebeleid is Vlaamse materie. Dat kan wel aangescherpt worden (betaalbaar maken van taalcursussen; zware examens invoeren voor taalkennis. taalkennis verplicht maken vooraleer je werkt of leefloon krijgt;...), maar dat doet de Vlaamse regering niet ondanks 10 jaar NVA bestuur. En als je taalkennis wil koppelen aan de verblijfsvergunning, zit je dan weer federaal en Europees bezig. Voor ieder spatje van verandering aan de regels zullen meerdere ngo's naar de rechter stappen en die zal hen doorgaans gelijk geven. In de EU moeten ze met 27 akkoord gaan en dat lukt nooit omdat Polen en Hongarije geen islamitische vluchtelingen willen en dat sowieso zal moeten kunnen in het kader van een spreidingsplan: dus: geen spreidingsplan. Het zal veel moeilijker zijn. om het migratiebeleid te wijzigen dan om het klimaatbeleid te wijzigen om nog een andere reden: het bedrijfsleven heeft belang bij het huidige migratiebeleid (afbraak van de sociale zekerheid, de lonen laag houden e.d.), maar minder bij het klimaatbeleid dat enorm veel winst kan opleveren.
BeantwoordenVerwijderenHet is geen 10 jaar NVA bestuur, wel tien jaar bestuur van coalities met NVA. In coalities geeft men de minder prangende programmapunten niet dezelfde prioriteit als de sterk urgentere beleidsdoelen. Coalitiepartners hebben ook overigens ook hun pro en contra’s. De keuze is besturen of niet en aan welke prijs.
VerwijderenIk denk dat er een misverstand in het spel is.
Verwijderen1) Ik beweer niet dat het bereiken van een consensus over migratie gemakkelijk is. Ik schrijf juist 'wat trouwens een even groot probleem is'. Bovendien moet die consensus zich ook uitstrekken over Europa, en over het juridisch kader waarbinnen het Europees Hof uitspraken moet doen. Daar is dus niets gemakkelijks aan. Maar ik zie geen alternatief. Wat ik bedoel is dat zo'n beleid zou komen aan een kleinere economische kost.
2) Ik denk niet dat het bedrijfsleven belang heeft bij de typische 'vluchtelingen' en 'gezinsherenigingsmigeratie'. Of er economische migratie moet worden toegelaten - met de voor- en nadelen die daaraan verbonden zijn - vind ik in deze een secundaire kwestie. Het kan best zijn dat daar meningsverschillen bestaan tussen het bedrijfsleven en de vakbonden.
3) Wat de integratie betreft: daar beweer ik juist dat het een kwestie van heel lange adem is. Ik ben voor maatregelen ivm taalkennis etc. maar ik verwacht er geen mirakels van.
4) Het is zeker mogelijk dat er rond klimaat gemakkelijker een consensus wordt bereikt. Het valt nog te bezien of dat een consensus in woorden en intenties of in daden zal zijn. Maar ik wilde dus alleen iets zeggen over de economische kost.
Citaat: "geen probleem heeft met de inhoud van de Vlaamse Canon, maar met het feit dat hij bestaat."
BeantwoordenVerwijderenDat is semantisch mogelijk. Het is niet de ene of andere inhoud die bij Lanoye tegenzin wekt, indien wel zou men die kunnen aanpassen. Wel het feit dat die Canon überhaupt bestaat, onafgezien van welke inhoud dan ook. Technisch is er geen probleem met deze formulering,
Maar het zegt veel over Lanoye, hij is gewoonweg anti-Vlaanderen: het is niet de inhoud van Vlaanderen, wat het is, geweest is of kan worden, maar het pure feit dat Vlaanderen bestaat dat hem tegen de borst stoot.
Voorwaar een ontluisterende openbaring van een ziekelijke wereld die weinig met de echte wereld te maken heeft.
De uitspraak is logisch niet tegenstrijdig, maar ik vraag mij af of ze in een bepaalde context zinvol kan zijn. Veronderstel dat er een bepaald boek verboden wordt, waarvan de inhoud mij niet aanstaat. Zou ik ooit zo'n uitspraak kunnen doen? 'Ik heb geen probleem met de inhoudelijke kant van de censuur, maar met het feit dat die censuur bestaat.' Ik zou mijn gedachte helemaal anders moeten formuleren vooraleer ze ze zinvol wordt. Misschien bestaan er tegenvoorbeelden, maar ik heb er geen gevonden. Er zijn wel uitspraken mogelijk die op de geviseerde gelijken. 'Ik heb geen probleem met de reden waarom hij zijn vrouw slaat, maar met het feit dat hij haar slaat.' Maar zelfs dat vind ik op het randje.
VerwijderenDe uitspraak is natuurlijk wel wat bizar... schizofreen, gespleten, etc... uiting van blijkbaar nogal wat trauma's. De Vlaamse Canon is inhoudelijk wel vatbaar voor discussie, maar niet aanstootgevend voor links. Het is geen rechtse coup. Maar als je zodanig een gezond mentaal evenwicht kwijt bent, dan rest er niets anders dan te zeggen dat je tegen bent, niet tegen de inhoud, maar tegen 'het bestaan er van'.
BeantwoordenVerwijderen